75 werden de bedijkbare schorren ter [bedijking overge geven, en na de volbragte bedijking werd door hen aan den eigenlijken grondeigenaar der schorren be halve de altijd aan hem verzekerd geblevene am- bachts- en verdere grond-regtenhet resterende aan deel bedijkt overgeleverden dat wel met zoodanig voorregt, dat dit gedeelte ten eeuwigen dage vrij en en quitte zijn zou van schotenbedendijkgelden sluis- en andere onkostenwelke den polder of het ambacht betroffen, gelijk te voren gezegd is. Dit plaats gehad hebbend gebruik, van welke de wederzijds geslotene contracten nog in wezen zijn is de ware billijke reden en oorzaak waarom men in de dijkagien van Dreischor voorheen zie Staten Notul. 1675, fo. 92J, thans nog in Noordgouwe ZonnemaireOosterlandBruinisse de Oude Craaiert- en Loyse-polder onder 's Heer-Arendskerkeuiterste Nieuwland- en Ravenoords-polder onder St. Maar tensdijk, Oud-Kempens Hofstede, St. Annaland, Han- nevosdijk Breevlietde DeurlooOud- Vosmaar en andere polders aldaar gelijk mede eenige van de oudste polders in het land van Sommelsdijk, dat groot aantal landen of vroonen vindt, welke een generalen vrijdom van dijklasten genietenen dat voorregt als het ware gekocht en betaald hebben. c. Een derde soort van vroonen worden er

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1850 | | pagina 87