h-
Iff!::::!::
■2
INVENTARISATIE
Om een nog beter overzicht te
krijgen van de broedgevallen op
Walcheren is uitbreiding van het
onderzoek gewenst.Hierbij kunnen
de enquêteformulieren worden ge
bruikt, waarmee een inzicht kan
worden verkregen in zowel het
vroegere als huidige voorkomen.
Ook is het voor het onderzoek
van belang te weten welke plaat
selijke veranderingen er in de
loop van de tijd zijn geweest,
die wellicht mede tot de achter
uitgang van de Kerkuilenstand
hebben geleid.
Walcheren is voor het onderzoek
in 13 gebieden verdeeld (zie
figuur 2).Elke medewerker neemt
Fig. 2. Situering van de telgebie-
den voor de Kerkuilinven
tarisatie op Walcheren.
één gebied voor zijn/haar reke
ning. Over het ondervragen van
landbouwers het volgende.
Een doorsnee Walcherse boer is
een beetje stug van aard(zonder
negatieve betiteling).Hij raakt
meestal pas na enige tijd op ver
haal maar komt dan ook vaak met
veel bruikbare gegevens.Een
"kletspraatje"(op zaterdag zijn
de meeste boeren op het erf) le
vert dikwijls meer op dan een
zakelijke ondervraging. Het komt
ook wel voor dat ze er helemaal
niet van op de hoogte zijn dat
er Kerkuilen in hun schuur broe
den. "Ja", ze zagen "wel eens een
"uul" vliegen" en ze hoorden ook
's nachts wel eeris "zo'n raer
katachtig geluud".Het is dan ook
raadzaam, uiteraard na toestemming
van de boer, zelf in de schuur
op onderzoek uit te gaan.Daarbij
moet gelet worden op braakballen
en op lange witte meststrepen op
de balken in de schuur of aan de
buitenkant onder het vlieggat.
Bij broedgevallen moet de boer
verzocht worden zo min mogelijk
te gaan kijken. Zelf moet men
nooit langer dan een paar minuten
bij de nestplaats blijven om ver
storing zoveel mogelijk te voor
komen. Ook moet op het juiste o
genblik contact worden opgenomen
met de houder van de ringvergun-
ning om de jongen te ringen.
Voor de medewerkers in de stede
lijke gebieden is het van belang
's avonds of 's nachts eens door
de stad te lopen en te letten op
geluiden van de Kerkuil in de
baltstijd.De soort reageert ook
wel op bandrecordergeluiden van
vooral de baltsroep.Het informe
ren bij gemeentewerkers en bij
voorbeeld kosters van kerken en
kerkjes kan tot veel gegevens
leiden.
Door restauraties aan oude gebou
wen is veel broedgelegenheid in
de binnenstad van Middelburg ver
dwenen -Door middel van broedkas-
ten zou die weer wat aangevuld
kunnen Worden. Rustige buurten
als de omgeving van Kuiperspoort,
KJ
jjSjjjs
•JKKJK
Hkjkk
jKJKKK.
S&ll&ü
Bolwerk of Spanjaardstraat zijn
hiervoor uitstekend geschikt.
Tenslotte nog een woord van dank
aan allen die in 1981 aan de
Kerkuileninventarisatie hebben
meegewerkt
A.Bom; J.Haartsen; Bert v.d.Hoef?
Theo de Kogel? Arjan Ovaa? Luud
Persijn? M. de Roode; J.Smit?
Jan Tramper? Henk Vaessen? J.Wat-
tel? J. Willemse en Rutger Ouwer-
kerk.
De samensteller,
Peter J.A.Corstiaans
december 1981.
LITERATUUR
Geraadpleegde 1iteratuur
.Betlem J.L.(1980) De Kerkuil
in Limburg. Elsloo
.Braaksma S(1978) Hoe zit het
met de Nederlandse Kerkuilen?
De Lepelaar 57, p.16-17.
.Braaksma S. (1979) De Kerkuil
wordt steeds onkerkelijkerDe
Lepelaar 63, p. 26-28.
.Braaksma S.(1981) Kerkuilenstand
in 1979 drastisch teruggelopen.
Vogels 1, p.16-17.
.Corstiaans P.J.A. (1977) De
Kerkuil bedreigd. De Composiet
11, p. 12-16.
.'Muilié W.C. (1977) De perspec
tieven voor de Kerkuil in Zee
land. Zeeuws Nieuws 3e jaargang
nr.3, p. 12-15.
.Schneider W. (1964) Die Schleier-
eule. Leipzig.
.Teixera R.M. (1980) Atlas van de
Nederlandse broedvogels's Gra
ve land.
.Thijsse dr.Jac.P.(1969) Het
Vogeljaar. Laren.
.Warren H. (1949 )Nachtvogels Arnherr
Illustraties
P.J.A.Corstiaans (blz. 1 en 5)
R.J.Smulders—de Sinit(blz.2 en 6)