SI
-
-
-
-
INLE ID ING
In het voorjaar van 1981 werd door een aantal leden van de recent
opgerichte "KNNV-Vogelwerkgroep Walcheren" een integrale kwantita
tieve inventarisatie verricht van een aantal soorten broedvogels
op Walcheren.Er werden tien soorten gekozen, die om meerdere rede
nen het inventariseren waard leken.Het ging vooral om soorten waar
van het vermoeden bestond, dat een recente toe-of afname van de aan
tallen had plaatsgevonden.Bovendien' speelde bij de keuze van de
soorten nog een tweetal zaken een rol.Aangezien het de eerste maal
was, dat een dergelijke inventarisatie plaatsvond en er ook minder
ervaren waarnemers aan deelnamen,moesten de soorten relatief gemak
kelijk telbaar zijn..Ook zijn soorten gekozen, die in vergelijkbare
habitats zijn aan te treffen,zoals duinen,boomrijen en bosjes.
In 1981 zijn de volgende vogelsoorten geïnventariseerd: SteenuiL,
Ransuil, Groene specht, Nachtegaal, Gekraagde roodstaart, Paapje,
Roodborsttapuit Grauwe klauwier, Ekster en Zwarte kraai. Hoewel
zij niet honderd procent volledig is,kan de inventarisatie van 1981
toch als geslaagd worden beschouwd.
Dank gaat uit naar de medewerkers die de vaak tijdrovende inven
tarisatie verrichtten. Dat waren: P.Dieleman; D.van Eenennaam;
J.C.Haartsen; A.van Haperen; A.Joosse; J.van Leerdam; J.W.Minnaar;
P.L.Meininger; W.C.Mullié; R.Ouwerkerk; J.Tramper; J.Verhage en
A.H. de Wilde. Verder een woord van dank aan Anton van Haperen
voor het leveren van de kaartjes van bostypen en voor het kritisch
doornemen van het manuscript enhet typen!
S amenvatting
In onderstaande tabel worden de belangrijkste resultaten van de
inventarisatie samengevat.De Steenuil is waarschijnlijk vooral af-
genomen door het verdwijnen van oude bomen(met name knotwilgen).
Gekraagde roodstaart, Paapje en Grauwe klauwier zijn behalve door
landschappelijke veranderingen vooral afgenomen door omstandigheden
in het overwinteringsgebied.De afname van de Roodborsttapuit lijkt
niet direct verklaarbaar.De Ekster is toegenomen door het ouder
worden van bomen op het Platte van Walcheren en mogelijk door ver
minderde vervolging.In het rapport wordt getoond dat vervolging van
Ekster en Zwarte kraai onnodig en ongewenst is.De toename van de
Ransuil,die vooral in oude nesten van kraaiachtigen bxoedt lijkt
in verband te staan met de toename van de Ekster.
aantal
stabiel(0)
terri
toename
Soort
toria
1981
afname (-)
tov 1966
Opmerkingen
Steenuil
4-5
Ransuil
22-24
ws door toename Ekster
Groene specht
27-30
Nachtegaal
72
0
buiten duinstreek ver-
Gekraagde roodstaart
17-18
- dwenen
Paapje
1
in 1966 nog 9 paar!
Roodborsttapuit
1
Grauwe klauwier
0-1
Ekster
165-200
Zwarte kraai
39-45
0
tabel 1: belangrijkste resultatert van de inventarisatie 1981
BESPREKING PER SOORT
Steenuil_Athene_noctua
Van de Steenuil werden 4-5 terri
toria vastgesteld(fig.1.Eén ter
ritorium werd vastgesteld in eën
boomgaard nabij St.Laurens.Het
voorkomen hier was niet bekend.
De overige 3-4 terrotoria werden
geconstateerd in dè omgeving van