lii
BÖ
gj;j
a. s
•3
SH 3S S3
EJEJS
In 1981 begon de KNNV-Vogelwerkgroep Walcheren met een nestkasten-
onderzoek.Er werden 277 nestkasteji in 14 verschillende typen onder
zocht:
40 Koolmeeskasten 73 Selectieve minikasten
26 Pimpelmeeskasten 12 Torenvalkkasten
2 Spechtenkasten 36 Kerkuilenkasten
8 Grauwe vliegenvangerkasten 4 Steenuilenkasten
66 Gekraagde roodstaartkasten 1 Ransuilenkast
6 Theepotten 2 Holenduivenkasten
3 Boomkruiperkasten 1 Kunstnest
Terreinen
De kasten hingen in de volgende
onderzoeksgebieden
Oranjebos diversen 125
Waterwingebied "Oranjezon" 60
Ter Hooge 46
Moesbosch 9
Fort Zoutman (Rammekenshoek) 37
Totaal 277
In de tabel op blz.2 zijn uitslui
tend de geslaagde broedsels opge
nomen. De percentages zijn naar bo
ven of beneden afgerond.
Resultaten
Van de 277 nestkasten werden er
55
(19,9%)bewoond
door Koolmezen
56
(20,2%)
Pimpelmezen
13
4,7%)
Ringmussen
3
1
Gekr.Roodst.
1
0,4%)
Kerkuil
1
0,4%)
Gr.Vliegenv.
7
2,5%)
Torenvalken
2
0,7%)
Holenduiven
1
0,4%)
Wespen
138
(49f8%)niet bewoond
277(100,-%)
Koolmezenkasten
Van de 40 Koolmezenkasten werden
er 27 (68%) bewoond door Koolme
zen? 7(18%) door Pimpelmezen?
4 (10%) door Ringmussen en 2 (5%)
bleef onbewoond.
Pimpelmeeskasten
Waarschijnlijk door het selectie
ve effect van de 26 Pimpelmezen-
kasten werden er 19 (73%) bewoond
door de Pimpelmees? 1 (4%) door
de Koolmees en 6 (23%) niet be
woond. Opvallend is dat de Ringmus
deze kast niet prefereert.
Selectieve minikasten
Van deze 73 kasten werden er 13
(18%) bewoond door de Koolmees?
21 (29%) door de Pimpelmees? 9
(12%) door de Ringmus en 30 (41%)
werd niet bewoond.
Torenvalkkast
12 kasten werden onderzocht,waar
van er 7 (58%) bewoond bleken
door de Torenvalk.Hieruit vlogen
28 jongen uit, waarvan er reeds
één als draadslachtoffer is te
ruggemeld.
1 Kast (9%) werd bewoond door de
Holenduif en 4 (33%) blevenonbe-
zet. Vermeldenswaard is nog dat
er in 1981 op Walcheren 13 zekere
broedgevallen van de Torenvalk
geconstateerd zijn, waarbij ca
56 jongen uitvlogen.
Kerkuilenkast
Van de 36 kasten werd er één be
woond door de Kerkuil.De zes eie
ren leverden vier uitgevlogen jop
gen op.
Gekraagde roodstaart'enkast
Van de 66 onderzochte kasten wer-j
den er 3 (5%) bewoond door de Ge-|
kraagde roodstaart? 21 jongen
vlogen uit. 13 (19%) Kasten werd j
bewoond door de Koolmees? 7 (11%)j
door de Pimpelmees en in één kastl
bevond zich een wespennest.
Vermeldenswaard is nog dat in éénj
van de kasten een Zwarte mees
heeft gebroed, helaas zonder re- j
sultaat.
Ringen
Op de mezen na werden de meeste
jongen geringd.
Medewerkers
Aan dit onderzoek werkten mee:
P.J.A.Corstiaans?A.Joosse(ringer)
J.van Leerdam? J.W.Minnaar?R.Ou-
werkerk? P.C. de Poorter(coördi
nator) ?J. Tramper en A.H.de Wilde.
ALGEMEEN
De projectgroep "Nestkasten"
heeft getracht in dit eerste jaar
van haar bestaan inzicht te krij
gen in gebieden waar op enige
schaal sprake is van nestkast- -
plaatsing.Daarbij is gebleken
dat van enige coördinatie op dit
gebied geen sprake is.Soms bleken
het particulierenflan weer scholen