■y~\
JMÈM-
wh
vlit^ opening
-1 i nrr
- ,t
(*--c jTTirmr- jxLmmJtcuy i uiinajuxupimaggC
_^T - 77/ - 'i.
de beschermde vogels als bedoeld
in de Vogelwet 1936.Toch verkeertj
deze vogel ten opzichte van vele
andere in een bijzondere positie.
In zijn verspreidingsgebied is
hij namelijk aangewezen op bebou
wing en vindt derhalve weinig
baat bij de meest gebruikelijke
vorm van natuurbeschermingbehoudj
van natuurgebieden.
Met name voor de bewoners van
steden vertegenwoordigen Gierzwa-i
luwen een waarde die niet moet
worden onderschat.Het is een van
de weinige hier broedende soorten!
die tot de trekvogels onder de
gewone stadsvogels kan worden ge-:
rekend.Andere soorten als huis-
mussen,spreeuwen, merels,lijsters,
turkse tortels,kauwtjes en niet
te vergeten kokmeeuwen zijn min-
der kritische soorten,die als
soort het gehele jaar door aanwe
zig zijn.
Het massaal voorkomen van bepaalde
vogelsoorten heeft vrijwel altijd
te maken met een gebrek aan varia
tie in het milieu.Wanneer de Gier
zwaluw door menselijk toedoen als
broedvogel voor onze dorps- en
stadskernen verloren zou gaan,dan
zou dat milieu (weer) een stukje
eenvormiger worden.Met weinig moei
te kan dat echter worden voorkomen.
Broedqeleqenheid
Broeden doen Gierzwaluwen op plaat
sen waar ze vrij in en uit kunnen
vliegen. Zoals onder pannedaken zon
der dakgoot (fig.1onder nissen
van dakgoten en daklijsten, in muur
holten, onder kapotte dakpannen,ed.
Een beetje rommel achter de pan
latten biedt al voldoende onder
grond voor de twee of drie dofwitte
eieren.Verder nestmateriaal "vangen"
ze in de vlucht: vrucht-en zaad
pluisjes halmpjesveertjes ed.Met
wat kleverig speeksel wordt dat in
de nestholte aaneengekleefd.
De meeste broedgevallen van de Gier
zwaluw treffen we aan onder daken
van het zogenaamde "mansarde-type"
(fig.2Daarbij speelt de bedekking
van het dekschild (de schuine zijde)
een belangrijke rol.Gierzwaluwen
ontbreken namelijk als dat gedekt
is met leien,shingles of rubberoid.
Deze materialen worden immers recht
streeks op het dakbeschot bevestigd,
waardoor er geen nestruimte over
blijft .Evenmin is dat het geval als
de opening in de nok is opgevuld
(bv.met specie) of afgedekt (bv.met
zink-of loodslabben)ook dan kunnen
vogels niet meer binnenvliegen.Dek
king met pannen, panlatten en nok-
openingen is dus essentieel.De il
lustraties verduidelijken de geschet
ste situaties (fig.2 tot en met 5).
anntfnlaf
dakïtncyz- L
fig. 1
PLAT DAK
Gaan Gierzwaluwen
fig. 2
MANSARDE DAK
Dlkwlfls Gierzwaluwen;
afhankelijk van
dakbedekking van
schuine zijde
gill WilX*" jn
Lelpennen met booldeel
fig. 3
VOHSIFN -V
i i
Shingles mol boeldeel
Holle pannen mei
vorsten (puntdak)
Holle pannen met
boeldeel
INVLIEG OPENING
Tulle du Nord pannen
met boeldeel
Tulle du Nord (krulspan-
varlant) mol boeldeel
fig. 4
MAS HEK li
V vr OAKHfUND
1.1 OOD L\V
t/r/
Nok-openlng open;
goschikt voor
Gierzwaluw
Nok-openlng algedekl;
ongeschikt
fig. 5
Ongsschlkl
Het is in dit verband goed te ver
melden dat de Gierzwaluw van oor
sprong een bewoner is van gebergten
en oude bossen, waar ze in nissen,
boomspleten en boomholten nestelden.
In Oost-Europa broedt de soort naar
het schijnt nog steeds in gemengde
bossen met oude bomen. Uit ons land
zijn geen boomnesten bekend. Door
toedoen van de mens is die nestelge
woonte veranderd.Oude, dode en ver
molmde bomen (die veel nestgelegen
heid bieden aan holenbroederswor
den systematisch uit onze bossen
verwijderd en grote delen van Euro
pa -en ons land- zijn in de afgelo
pen eeuwen ontbost. De Gierzwaluw
is zich door dit alles meer op
kunstmatige broedgelegenheid gaan
richten. Met de industrialisatie en
bevolkingsexplosies werd hem die
ruimschoots geboden in en rond de
menselijke bebouwing.Helaas schijnt
zich nu de geschiedenis te herhalen
en wel in die zin, dat het ditmaal
de bouwmeesters zijn voor wie nis
sen en holten in de bouw uit den
boze schijnen te zijn. We leggen de
nadruk op "schijnen", omdat de rea
liteit gebiedt te zeggen dat het
voor architecten niet voor de hand
ligt bij het ontwerpen van woon-en
werkgelegenheid voor de mens te
vens aandacht te schenken aan nest-
geledenheid voor de holtebewoners
onder stads-en dorpsvogelsMaar als
dat aspect eenmaal onderkend is
zou daarmee naar onze mening voort
aan rekening gehouden kunnen worden.