over het voorkomen van de Noordse stormvogel
CFulmarus glacialis) voor de Walcherse kust
- 1 -
Inleiding
Tot voor kort was er nog maar zeer weinig bekend van de ornitholo
gie van de open Noordzee, met name waar het pelagische vogelsoor
ten betrof. Het is pas vanaf het begin der zeventiger jaren, toen
de activiteiten van de juist opgerichte Club van Zeetrekwaarnemers
steeds meer gestalte kregen, dat er een duidelijker beeld werd ver
kregen van trekbewegingen van zeevogels voor de Nederlandse kusten.
In dit licht moeten de statusaanduidingen van deze soorten in de
Avifauna van Nederland (Commissie voor de Nederlandse Avifauna,1970)
en in de Avifauna van Walcheren (Smulders Joosse, 1969) gezien
worden. Beide publicaties noemen de Noordse stormvogel (hier verder
Nsv genoemd) als doortrekker en wintergast die het meest van sep
tember tot en met april waargenomen wordt.
Voor Walcheren kreeg de levende Nsv zelfs het predicaat "dwaalgast"
mee; het merendeel der waarnemingen had betrekking op dode, met
olie bevuilde exemplaren.
Hierna zal het verschijningspatroon van de Nsv voor Walcheren be
schreven worden, waarbij een intensieve waarnemingsperiode van de
laatste vier jaren de basis vormt. Tevens zullen enkele achtergron
den belicht worden, van waaruit geconstateerde verschijningspatro
nen van deze soort verklaard kunnen worden.
Methode
Het zogenoemde Noorderhoofd bij Westkapelle, vormt een uitstekende
plaats voor het waarnemen van vogeltrek. Al in het verleden zijn er
diverse waarnemingen verricht (zie o.a. Club van Zeetrekwaarnemers
1978-1981, verslag 14-18).
Vanaf 1981 werd hier door ondergetekende elk najaar de trek van met
name zeevogels gevolgd en geregistreerd. Pas vanaf half januari *85
is begonnen met frequente tellingen in winter, voorjaar en zomer.
Resultaten
Tot de herfst van 1984 werden er bij Westkapelle weinig Nsv gezien:
van 1981-1983 resp.
0, 4 en 6 ex. in 73,
82 en 153 waarnemings
uren tussen september
en december.
Echter op 8 september
1984 werd een voor
ons sensationele door
trek geconstateerd:in
6 uren trokken maar
liefst 331 ex.langs!
In het eerste half
jaar van 1985 werd
de soort op een groot
aantal dagen waarge
nomen, zij het meest
al in bescheiden aan
tallen (januari t/m
augustus 1985: 61 ex.
in 231 uur).Zie ook
figuur 1 op de volgen
de pagina.
£vT7/; -.''.'i#*
w