I te wijzigen. Indien zichtbaar, is bij adulte vogels de vorm van de middelste staartpennen kenmerkend. Vaak vertonen adulte Middelste jagers een duidelijke borstband en zijn ze op buik en flanken zwaarder gevlekt dan adulte Kleine jagers. Bij eerstejaars vogels - en het zijn juist deze die voor problemen kunnen zorgen- is het soms mogelijk om de volgende kenmerken te on derscheiden: - de onder-en bovenstaartdekveren van juveniele Middelste jagers zijn altijd duidelijk gestreept(Harrison 1983, Cramp Simmons 1983)? - de gehele onderzijde (buik,borst, flanken en ondervleugels) is bij de Middelste zwaar donker gestreept? een kenmerk wat bij ons overi gens slechts in enkele gevallen bruikbaar bleek te zijn? - de centrale staartveren zijn iets verlengd en afgerond bij de Mid delste, waar ze bij de Kleine eerder spits zijn (Oreel 1981)? - op zeer korte afstand is het soms mogelijk om te zien dat de Middel ste een zware,lichtgekleurde snavel heeft met een donkere top en de Kleine een wat fijnere en meer grijze snavel (Oreel 1981)? - de toppen van de handpennen en de tertials zijn bij juveniele Mid delste jagers meestal donker, waar ze bij onvolwassen Kleine jagers bruingeel gekleurd zijn (Johnson 1983, doch zie Blincow 1985)? - de genoemde verschillen in lichaamsbouw en vliegaktie blijven mani fest, ook bij juveniele en onvolwassen vogels. Verspreiding tijdens en buiten het broedselzoen In de zomer heeft de Middelste jager een circumpolaire verspreiding. Het broedgebied bevindt zich in de arctische toendra's die zich uit strekken oostelijk van het Kanirt-schiereiland in de USSR tot aan West Groenland. Op Oost-Groenland, IJsland, Spitsbergen en Frans Jozefland ont breekt de soort of komt er incidenteel tot broeden (Cramp fit Simmons 1983, con tra Tuck Heinzel 1978,Harrison 1983). Er bevinden zich overwinteringsgebieden in de Grote Oceaan bij noordelijk Nieuw Guinea, zuidoost Australië en langs de Amerikaanse kust van zuidelijk Califor- nië tot Peru. Ook in de Indische oceaan overwinteren veel Middelste jagers, nl. in de Perzische Golf, de Golf van Oman en de Arabische Zee.In het Atlantische gebied vindt men twee belangrijke ge bieden, waarvan het ene ligt vanaf de Caribische Zee, de Golf van Mexico en de Sargassozee, noordelijk tot Noord Carolina aan de oostkust van Noord-Ame rika. Een tweede belangrijke gebied be vindt zich langs de kust van West-Afri- ka, vanaf Namibië en Zuid-Afrika tot Senegal. Er zijn aanwijzingen dat som mige (onvolwassen)vogels oversteken van West-Afrika naar de Caribische Zee, maar de exacte trekroutes van deze soort zijn nog niet geheel bekend. De najaarstrek van de Middelste jager zou over het gehele Atlantische gebied plaatsvinden, waarbij aanzienlijke aan tallen van de Palearctische vogels eerst vanaf de Russische kust westwaarts vliegen om pas voorbij de Britse Eilan- onvolwassen Middelste jaqer (tek.J.Walhout) fig. 1 Broedgebieden (gearceerd) en overwinteringsgebieden van de Middelste jager De voornaamste trekroutes zijn met pijlen weergegeven (naar Tuck en Heinzel, l?78,Harr-Uffn en Qramp Sifons )?9?),__s den zuidwaarts af te bulgen. Door zeetrektelposten in het Noordzeegebied wordt zo slechts een beperkt deel van de populatie waargenomen. Een klein aantal vogels vliegt over land, rechtstreeks naar de overwinte ringsgebieden in de Indische Oceaan (Cramp fit Simmons 1983). Resultaten Van 1981 tot 1984 werden bij Westkapelle de volgende aantallen Middel ste jagers opgemerkt: 1981: 32 ex. in 93 waarnemingsuren tussen 13 september en 30 december 1982: 11 ex. in 82 waarnemingsuren tussen 22 augustus en 28 december 1983: 22 ex. in 153 waarnemingsuren tussen 13 augustus en 27 december 1984: 47 ex. in 163 waarnemingsuren tussen 25 juli en 20 december Praktisch al deze waarnemingen vonden plaats in de maanden september en oktober, resp. 5 en 93% van het totaal (n= 112). De Middelste jager werd vooral gezien bij harde tot stormachtige, aan- landige wind, vooral uit de west-noordwesthoek (Davidse, Ovaa Walhout 1985, fig. 2,3 en 4). fig.2.Gem.windrichting met trek Mid.jager.Uurgemiddel de per windrichting in 2e helft 1981-1983 fig.4.Gem.windrichting met'trek Mid.jager in tweede helft vanl984. fig.3.Gem.windkracht met trek Mid.jager.Uurgemid delde per windkracht in tweede helft 1981-1983.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1986 | | pagina 3