titb.' *»'V. Ctfr.' ET
De najaarstrek in 1985
In 1985 bleek de situatie duidelijk anders te zijn. Tot eind september
bleven de aantallen laag, terwijl de maand oktober zich zelfs onder
scheidde door een absolute absentie van de soort. Het was pas op 2 no
vember dat er ongekend veel Middelste jagers passeerden, waarna deze
vogel tot diep in de winter op een groot deel van de teldagen werd ge
zien (fig.5).
fig.5.trekpatroon Mid.jager voor Mestkapèllë in 1985;aantallen
betreffen uurgemid.per decade(n.tot.=344).Boven de x-as betreft
noordwaarts vliegende vogels;onder de x-as zuidwaarts vliegende.
Het presentiepercentage was opmerkelijk hoog in november en december
(fig.6).
fig.7.Gem.windrichting met trek fig.8. Gem.windkracht met trek van
van de Mid.jager.najaar 1985. de Mid.jager, najaar 1985.
fig.6.Presentiepercentage van
de Mid.jager voor Westkapelle
in 1985.Aantal dagen/uren waar
op de soort gezien werd als
percentage van het totaal aantal
waarnemingsdagen/uren.
Er werden de volgende verbanden met de weersomstandigheden gevonden
(fig.7 en 8). ^1l(
De hoogste aantallen werden waargenomen op de volgende dagen»
2 nov. 76 Z in 9 uur (NW 8)
6 nov. 21 Z in 5,5 uur (W 7)
7 nov. 44 Z in 1,5 uur (W 7)
10 nov. 64 Z en 6 N in 9 uur (ZW NW 9)
11 nov. 5 Z en 36 N in 4,5 uur (WNW 7)
Discussie
Het moge duidelijk zijn dat er in het najaar van 1985 uitzonderlijk
veel Middelste jagers onze kust gepasseerd moeten zijn. Het Westka-
pelse najaarstotaal van 342 ex. steekt bijvoorbeeld sterk af tegen de
eerder geregistreerde totalen van de gehele Nederlandse kust (Wadden
eilanden Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland) tussen 1974 en 1983
(Camphuyzen Van Dijk 1983, C.V.Z. 1980-1983);
1974; 43 ex. 1975; 61 ex. 1976; 135 ex. 1977:99 ex. 1978: 111 ex.
1979; 105 ex. 1980:107 ex. 1981: 75 ex. 1982:135ex. 1983: 207 ex.
De weersomstandigheden
De~maand oktober gaf~veel mistig weer te zien met regelmatig nevelige
dagen en overwegend zwakke, veelal aflandige winden. In de tweede
helft van de maand ontwikkelde zich een hogedrukgebied boven Oost-Eu
ropa, wat de depressie-activiteit op de Atlantische Oceaan op een af
stand hield.
Begin november was er sprake van een reeks uitdiepende stormdepressies
die vana# Groenlan4/IJsland via Schotland en Denemarken verder ooster-
lijk koersten. De Noordwestelijke stroming aan de achterrand van deze
depressies zorgde in Zeeland en Zuid-Holland enkele malen voor harde
wind tot storm, welke in het Waddengebied tot zware storm en in Dene
marken tot orkaankracht aanwakkerde (fig.9).
Het is waarschijnlijk dat een
groot aantal Middelste jagers
bij deze zware stormen de
Noordzee is ingestuwd. Tevens
zijn het juist deze weersom
standigheden die gunstig hlij-
ken te zijn voor het waarne
men van deze soort voor West
kapelle (fig.2, 3 en 4).De uit
werkingen van het najaar 1985
(fig.7 en 8) laten zich hier
goed mee vergelijken.
Herkomst
Verschillende berichten wij
zen er op dat er in de perio
de honderden, wellicht duizen
den vogels zijn doorgetrokken
J.dei Ouden mond.med.British
Birds 78 I.e.).
Alleen daarom al lijkt het
meer aannemelijk om te veron
derstellen dat het hier vogels
betreft die normaal westelijk
om de Britse Eilanden heen
trekken, dan dat deze invasie
zou bestaan uit de relatief
weiniop vogels die anders de
zuidelijke route naar de In
dische Oceaan volgen.
Lee ft ij dsverdeling
De trek van adulte Middelste
fig.9.Verloop van een depressie van IJs
land naar Noord-Duitsland.De pijlen ge
ven de harde NW-wind aan de achterrand
van de depressie weer(naar Elkins1983)