Het voedsel van Nieuwlandse Kerkuilen'
SiSfcggjSP'cfc'
b
-: S.i ^V "1
Tijdens de controle van Kerkuilkasten
in het voorjaar van '35 bezocht ik ook
een boerenschuur nabij Nieuwland. In
de spaanplaten kast die daar op grote
hoogte op een balk is bevestigd was al
les in orde voor een genoeglijk samen
zijn van moeder uil en haar jongen.Een
dikke grijze, wat wollige matras bedek
te de boden) van de kast en bestond ge
heel uit botjes en een grote massa
haar.
Ofschoon de ladder die ik gebruikte om
bij de kast te komen, langzaam maar ze
ker steeds verder wegzakte in de strooien ondergrond waarop hij stond
en mijn avontuurtje dreigde te eindigen met een schitterende buiteling,
nam ik nog snel de gelegenheid te baat om de matras in een vuilniszak
te proppen en daalde daarna snel af naar de begane grond, ■lijn opruim
woede was bevredigd.Vele maanden later kon ik opnieuw genieten van de
intense geur die na enig gewroet uit de grijze massa opsteeg.
Wanneer een Kerkuil met een lamlendig gezicht de onverteerbare resten
van een prooi naar buiten werkt, produceert hij een zogeheten braak-
bal. Mijn vangst leek eerder op een braakmat, want het merendeel van
de ballen was reeds uiteengevallen. Prooien ter grootte, van een muis
worden door de Kerkuil in één keer ingeslikt en dank zij de niet al te
sterke maagsappen komen de botjes later weer toonbaar te voorschijn
wanneer die worden uitgebraakt.Gewoonlijk doodt de uil een prooi door
•m met de sterke klauwen dood te knijpen, soms wordt de schedel door
gebeten en volgens Bunn,Warburton Wilson (lit.l) komt het ook voor
dat bij grotere dieren (ratten) de kop achterover wordt getrokken
waardoor de nek breekt.
Vanwaar deze perverse belangstelling voor de behandeling van de prooi?
Of er een handleiding bestaat voor het op naam brengen van vogelsche
dels is mij niet bekend, maar voor de determinatie van zoogdierschedels
bestaan twee prima boekwerkjes (lit.2 en 3). Wanneer de diverse sche
dels uit het braaksel zijn gevist en in goede staat verkeren, zijn bij
de zoogdieren al snel verschillende typen te onderscheiden. Zo verschil
len de kaken van insecteneters en knaagdieren sterk van el kaar.De laat
ste hebben twee snijtanden, die ver vóór de overige tanden zijn ge
plaatst (fig.l a en b).
Fig. la Fig. lb
Schedel knaagdier Schedel insecteneter
'Er zijn knaagdieren met knobbelkiezen (vergelijkbaar met de onze) en
andere waarbij een patroon van vlakjes en driehoekjes te zien is, wan
neer je van boven op het kauwvlak kijkt. Met behulp van een loep zijn
nog meer verschillen te zien. Aan de hand van de grootte van de kaken,
de vorm van de tanden en bij spitsmuizen ook de kleur, is te achterha-