Terugmeldingen van geringde vogels' o, 4 A o, n o, n -- len tot welke soort de overledem heeft behoord. Nadat een deel van de bij Nieuw!and verzamelde mat minitieus was door zocht en de diverse schedels bekeken, kon een overzichtje gemaakt wor den van de verhouding waarin de verschillende soorten werden aangetrof fen (tabel 1Omdat niet van elke soort evenveel boven-en onderkaken werden gevonden, zijn deze apart vermeld. Met een variatie op een bekend Nederlands gezegde geldt voor de Kerk uil: de gelegenheid maakt de maaltijd.Algemene soorten als Veldmuis en Bosspitsmuis prijken dan ook hoog op het lijstje. De Bosmuis is 'even eens een algemene soort maar wordt door de Kerkuil minder gevangen, om dat dit knaagdier vooral in dichte begroeiingen vertoeft. Kerkuilen jagen hoofdzakelijk in open terrein. Door de gunstige verhouding van vleugeloppervlak en gewicht zijn ze in staat om zich veel langzamer dan bijvoorbeeld een Velduil door de lucht te bewegen. Daarbij kunnen ze de bewegingen van een potentieel slachtoffer enige tijd nauwkeurig volgen. )mdat geen zware vleugelslagen nodig zijn en de veren van ge luiddempende aangroeisels voorzien zijn, kan de uil zich vrijwel ge- luis loos voortbewegen.Daarbij wordt vaak keer oo keer een favoriete route gevolgd. Huisspitsmuizen leven in zogenaamde overhoekjes bij boerderijen en ook de mussen en ratten zijn dicht bij de schuur te vinden. Erg talrijk zijn de ratten niet in de etensresten net als de kleine soorten muizen.Hun vermoedelijk lage aantal en minder goede vangbaarheid zullen daar debet aan zijn. Kerkuilen zijn, behoudens sommige gespecialiseerde exemplaren, geen echte vogelvangersOfschoon op kor te vluchten wel snelheden tot 80 kiy^u werden geme ten is de trage vlucht minder geschikt voor de jacht op vogels. Wel is bekend dat Kerkuilen soms met op zet een slaapplaats van mussen of spreeuwen in beroe ring brengen door met de vleugels tegen het geblader- aardmuis te te slaan« Aardig is de aanwezigheid van Aardmuis- schedels: voor het eerst in 1981 stelde Bert van de Hoef vast, dat deze soort op Walcheren voorkomt (lit.4).Hij vond de schedels in braakballen van Ransuilen bij Fort Rammekens en ving er twee exemplaren. De Aardmuis is vooral te vinden in vochtig terrein met bijvoorbeeld een begroeiing van hoog, ruig gras. Wellicht jaagt "onze uil" bij gelegenheid dan ook bij het Fort. Overigens is de bouw van een Kerkuil zodanig, dat lange vluchten min der vaak gemaakt worden. De vleugels die een langzame en stille vlucht mogelijk maken betekenen tegelijkertijd een minder efficiënte vliegwij- ze wanneer snelheid en afstand een rol gaan spelen. In verband daarmee is een Kerkuilenterritorium dan ook niet groot. Kaken boven Li onder Re-onder Veldmuis 42, 3% 43,6% 43, 6% Huisspitsmuis 30, 6 22, 1 25, 2 Bosspitsmuis 18, 2 15, 1 11,7 Aardmuis 4, 9 9, 7 8, 6 Bosmuis 2, 9 4, 0 7, 9 Huismuis 0, 3 1, 0 1,5 Dwergmuis 0, 0 0, 7 0, 4 Zwarte rat 0, 3 0, 7 Dwergspitsmuis 0, 3 0, 0 0, 0 Waterspitsmuis 0, 0 9,4 Woelrat 0, 0 0, 4 'lus 13 boven- en 9 onderkaken aantal kaken: boven 3 07 Li-onder 298 Re-onder 266 3 De weinig kieskeurigs houding waar het het voedselaanb>d betreft in de vorm van zoogdieren, de niet al te sterke maagsappen en de geringe reikwijdte van het fourageergebied naken de Kerkuil tot favoriet wan neer v/e een indruk willen krijgen van de verschillende so nrben kleine zoogdieren in een bepaald gebied.De gegevens van deze braakbalanalyse zijn daarom geschikt oni bij te dragen aan de versnreidingsatlas voor Nederlandse zoogdieren waaraan thans gewerkt wordt. Tellen we hierbij op dat we iets rneer te weten zijn gekomen over zowel de jager (de Kerk uil) als over de bejaagde vogels, dan kun je zeggen dat het braakbal- mes zelfs aan drie kanten snijdt. De knaagdieren onder de muizen zijn groter van formaat dan de insecten etende spitsmuizen. Het is voor de uil dus interessanter >n de knagers te vangen. Gebleken is dan ook, dat wanneer voldoende knagers v >orhan- den zijn, deze het grootste deel van de maaltijd vullen. In tijden waar in er weinig knaagdieren aanwezig zijn, moeten de Kerkuilen zich "behel pen" met de kleinere spitsmuizen. Wanneer regelmatig de menu-samenstel ling van de uilen wordt onderzocht moet het dan ^ok-mogel ijk zijn een indruk te krijgen van het mei en wee, op voedselgebied althans, van deze Kat-üultjes Literatuur: 1! Bunn.D.S.A.B.Warburton R.D.S.Wil son, 1932. The Barn Ml 2^ Husson,A. 4.1962.Het determineren van schedel resten van zoogdieren in braakballen van uilen. 31 ftraeten. E.van der, 1978.Tabel voor braakballenonderzoek. 4) -laasP.1933.Een onderzoek naar het voorkomen van muizen ip Walcheren. Fred Twisk, Minaret in, 4336 JB middelburg, tel. r118"- 2373|i. Kanoetstrandloper (calidris canutus) 1. K-7 92.581 - 2kj 120286 Arnhem 27 0236 JT 1 km. Kokmeeuw (Larus ridibundus 1. 3.050.200 - pull. 220663 Arnhem 030186 JM 221 km 2. 3.178.0C0 Arnhem JM 38 km - pull. 170L77 110186 De Slurf, Wilhelminadorp Slikken van Kats dood gevonden, vers Posthuiswad, Vlieland Kerncentrale Borssele dood gevonden, vers Saeftinge,Zeeuwsch-Vlaanderen Schorerpolder, Vlissingen-Oost dood gevonden, niet vers Scholekster (Haematopus ostralegus) In de afgelopen winter zijn vooral onder deze soort veel slachtoffers gevallen. Bij de opstelling van dit overzicht waren van 37 dood gevon den geringle Scholeksters de gegevens binnen. 26 waren er geringd door de Ringgroep van het Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek in Yerseke.Deze ringgroep houdt zich bezig met een onderzoek naar de ver plaatsingen van steltlopers binnen het Deltagebied, dit in het kader van een onderzoek naar de gevolgen van de afsluiting van de "los terschei - de d.m.v. een "open" dam.Sainengevat geven de ringgegevens van deze 2t het volgende beeld. 18 vogels werden binnen een jaar teruggemeld en 8 binnen twee jaar. Be afstand van ringplaats tot vindplaats bedroeg ge middeld 14 km.Welke leeftijd hadden de vogels op de vinddatum bereikt? Drie vogels waren nog geen jaar oud, de overige varieerden in leeftijd van na het tweede kalenderjaar tot na het vierde kalenderjaar. De volgende elf Scholeksters waren alle ouder dan één jaar;enkele bereik ten een zeer respectabele leeftijd.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1986 | | pagina 3