Strandtellingen Excursie nachtzwaluwen a - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Algemeen Op verzoek van de Club voor Zeetrekwaarnemers (CvZ^ werd bet- afgelopen winterseizoen het Walcherse strand weer enkele malen bij fccuig water ge- te ld. De CvZ organiseert deze strandtellingen voor de gehele Nederlandse kust, inclusief de Waddeneilanden.Het Walcherse strand werd geteld over 7 trajecten. De telmethode is zeer eenvoudig: informatie werd gevraagd van alle aan de kust gebonden vogels, zowel oo het strand als oo het wa ter. Ook v.'erd er onderscheid gemaakt lussen volwassen en juveniele meeuwen Resultaten Hoewel de telling voor Walcheren geslaagd kan worden genoemd is het niet altijd eenvoudig om aan de hand van de aantallen conclusies te trekken. Immers: de aantallen waargenomen vogels kunnen door het weer en tij wor den beinvloed. Vooral bij stormachtig weer worden er weinig vogels op zee waargenomen.Bij hoog water kunnen vogels binnendijks verblijven en worden zodoende niet opgemerkt. Bij enkele soorten is toch wel sprake van een duidelijke verschuiving; zo zien we dat de Wilde eend in maart, niet rneer oo zee wordt waargenomenDeze vogel verblijft dan reeds in het broedgebied. De talrijkste steltlopers waren Scholeksters,Drieteenstrandlopers en Steenlopers.De scholekster vertoont een toe name in januari; dit geldt voor het gehele Deltagebied.In de periode tussen december en februari worden ook daar de hoogste aantallen bereikt.Na februari vindt er afname nlaats, do rdat de vogels naar hun br ïedgebied trek ken 1 it.1.1nkele malen werden gekleurring- de Scholeksters waargenomen, voornamelijk met witte ringen; deze vogels zijn afkomstig uit het westelijk deel van de osterschelde. Steenloners geven een afname te zien in maart, hetgeen ook weer te ver klaren is door wegtrek naar de broedgebieden. Dat de Drieteenstrandlo pers overwinteraars zijn van zandige kusten is goed te zien aan de aan tallen in januari-maart. In de >is ter-en Westerschelde bereikt deze soort zijn maximum in september (ca 1800), terwijl er in januari nog geen 200 worden geteld (lit.1). Bij de btormmeeuw zien we een piek in januari, hetgeen wellicht wordt veroorzaakt door de aankomst van vogels uit Noordelijke gebiedenen weg trek uit het binnen!and1it.11De telling van maart leverde weinig Zil vermeeuwen op, waarschijnlijk zijn ook deze dan reeds naar hun broedge bied teruggekeerd. Dat de Kleine mantelmeeuw een typische trekvogel is, die overwintert tot aan de Afrikaanse kusten, is goed te zien aan de ge telde aantallen. De meeste werden in oktober gezien, terwijl er in janu- gj-i ga.j-j maart slechts enkele werden gezien. De Grote mantelmeeuw geeft on geveer hetzelfde beeld te zien; de meeste weer in oktober. Hoewel deze soort overwintert aan de Noordzeekusten van West—Europa werden er in ja nuari slechts enkele tientallen geteld, logelijk trekken ze in de loop van de winter met de Zilvermeeuw mee naar de vuilnisbelten. giot nog iets ^ver het voork imen per traject.Behalve Drieteentjes worden de minste vogels geteld >p het traject Vlissingen- Zoute lande. >p enkele na bevonden zich op de zeedijk van Westkapelle alle Paarse strand- lopers. De laatste telling leverde daar mch Steenlooers, noch Paarse strand) pers >p. I gelijk zaten ze binnendijks --f hadden ze zich voor het st machtige weer tussen de stenen verschil en. De meeste vogels werden geteld tussen vmstkaoelle en de st-rnvloedkering. Dit h )udt zeker verband met de zandbank die zich voor de Veersegaldan be- 45 vindt en die tijdens laag water door h' nderden steltl pers en meeuwen wt rdt bezocht.Zodra de plaat onder water looot verspreiden de vogels zich over het naburige strand.Dat verklaart tevens de grote groen Bon te strandlopers en Zilverplevieren die op dat traject werden gezien. Zodra het verslag van de gehele Nederlandse kust gereed is zal het aan onderstaande tellers worden toegezonden.Zij worden hierbij alvast be dankt voor hun inzet: B.Smulders; J.Willemse; R.v.Ouwerkerk; J.Hengst; G.van Zuylen; A. van Haperen; P.Dieleman;K.Minnaar en de samensteller van dit verslag J.Tramper. Literatuur Meininqer,P.;H.Baptist G.Slob,Voqeltollinqen in het Deltagebied 1975/ 76 - 1979/8H. Jos Tramper,Noordweq 78, 4353 AZ Perooskerke. Tel01189-1867. OVERZICHT STRANDTELLINGEN WALCHERSE KUST (VLIGSINGE N-G TOR WLQEDKER ING) het weer: 26/27 okt.1985 11/12 jan.1986 29/30 rnrt.1986 zicht matig/slecht goed goed wind NO 1-3 W-NW 5-7 W 5-7 teldata: I 26/27 okt.1985 II 11/12 jan.1986 III 29/30 mrt. 1936 teldatum I II III teldatum I II III getelde km. 24, 7 32 32 getelde km. 24, 7 32 32 soort soort roodkeelduiker 1 4 rotgans 25 parelduiker 1 zeekoet 2 duiker onged. 4 eend onged. 120 kuifduiker 1 scholekster 362 712 592 roodhalsfuut 1 zilverplev. 25 244 1 fuut 35 9 2 wulp 1 aalscholver 4 4 6 rosse grutto 7 4 bergeend 24 tureluur 3 wilde eend 241 254 steenloper 224 262 179 wintertaling 3 drieteenstr1 243 545 434 pijlstaart 1 paarse str.l 13 151 6 smient 14 537 bonte str.l 596 2 toppereend 85 strand1.onged. 15 brilduiker 18 1 jager onged. 1 eidereend 15 5 stormmeeuw 72 220 101 zwarte zeeeend 24 1 zilvermeeuw 4932 2323 858 grote zeeëend 1 29 klmantelm. 264 3 5 midd.zaagbek 2 89 gr.mantelm. 343 40 1 kokmeeuw 283 180 66 Deze oo verzoek van enige studerende VWG-leden geprolongeerde ex cursie wordt op vrijdagavond 4 juli as. gehouden.De excursie plus napraten in de boswachterswoning duurt tot ca 24.00 uur.Aangezien er geen nachtboten varen overnachten we in een boerenschuur te Koe wacht. Wat eten en drinken betreft:voor koffie (thee) x^ordt gezorgd; voor ontbijt e.d. niet. De vroege vogels onder de excursiegangers kunnen de volgende och tend nog een wandeling langs het Pereboomsgat maken, waar allicht enkele Blauwborstjes te zien of te horen zullen zijn.De kosten van deelname liggen rond de 13,-; er kunnen maximaal 15 oersonen mee. Opgeven voor 1 juli bij Luud Persijn (01180- 35997).

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1986 | | pagina 8