zz
Forsters stern bij Ritthem
23
Op 1 november 1986 bracht ik omstreeks 13.30 uur een bezoek aan de
Sloehaven bij Ritthem om de daar aanwezige hoogwatervluchtplaats te
bekijken.Het afzoeken van de haven leverde naast enkele Wilde eenden
en Futen ook een late onvolwassen Visdief op. Zo'n vijf minuten later
zag ik een tweede stern,die boven de haven vloog. Deze vogel viel
op door zijn lichte verenkleed(de vleugels deden aan die van een adul-
te Zwartkopmeeuw denken) en zijn lange staart. Aangezien de stern op
eennpaal in de andere hoek van de Sloehaven landdefietste ik even
terug om dit vreemde exemplaar te bekijken. De stern was nog present;
in het daarop volgende half uur werd de vogel beschreven. In zit was
het opvallendste kenmerk de koptekening: grotendeels wit met een
zwarte oorstreek en enkele grijze streepjes in de nek.Verder had de
vogel oranjerode poten en een lange zwarte snavel. Uit deze combina
tie van kenmerken bleek duidelijk dat dit een Forsters Stern moest
zijn.Om 14.00 uur probeerde ik enkele personen in te lichten; om
16.15 uur werd de waarneming bevestigd door Paul van Tuil, die te
vens de eerste foto's mankteDiezeifde middag werd de Forsters stern
nog gezien door Jaco Walhout en Peter Braam.De volgende ochtend wa
ren de fanatiekste vogelaars al een uur voor zonsopgang bij de Sloe
haven; om 07.30 uur werd de stern herontdektzittend op de slikken
in de haven.Daar, en op een nabijgelegen strand, kon hij de gehele
dag worden gezien, 's middags ook in gezelschap van een Grote stern.
Enkele honderden vogelaars hebben hem op 2 november aan hun soorten
lijst toegevoegdOndanks goed zoeken op 3 november werd de vogel
toen niet meer teruggezienDe onderstaande beschrijving maakte ik a<an
de hand van op 1 novembfer gemaakte notities, aangevuld met van foto's
afkomstige kenmerken.
Grootte en bouw ikleiner dan Kokmeeuw en Grote stern;vooral in zit
erg compact gebouwd door de schijnbaar korte lichaamslengte en het
relatief dikke lijfHierdoor leek deze stern forser dan de Visdief.
De staartpennen staken duidelijk voorbij de vleugelpuntenStaart was
diep gevorktSnavel langer dan bij Visdief, met dikke basis, wat een
typische snavelvorm veroorzaaktedie het meest deed denken aan die
van een Dougalls stern.Poten langer dan bij Visdief.
Naakte delen: poten opvallend oranjeroodsnavel geheel zwart,oog
zwart
Verenkleed: kop grotendeels wit,iets zwart voor het oog,gehele oor
streek zwart,scherp afgegrensd van de rest van de kop, enkele grijze
streepjes en vlpkjes in de nek.Rest van de nek wit. Keel,borst,
buik en -onderstaartdekveren wit. Ondervleugeldekveren lichtgrijs,
donkerder dan bovenzijde van de vleugelsDe randen van de 6 of 7 bui
tenste handpennen waren donkergrijs, het centrum van deze veren was
lichtgrijs als rest ondervleugelDoor deze donkere randen leek de
punt van de ondervleugels geheel donkerBovenvleugel zeer licht-
grijs;de hand-en armpennen grijswit, lichter dan de rest van de vleu
gel,waardoor de vleugels een brede,lichte achterrand vertoonden.
Mantel zeer lichtgrijsStaart lichtgrijs buitenrand staart wit.Onder
kant staart niet gezien.
Gedrag: de stern bracht de meeste tijd door, zittend op het strand/
slik of op paaltjes. Af en toe viste hij door middel van stootduiken
zoals de Visdief. Zijn vleugelslag was ondieper en langzamex dan die
van de Visdief.
Geluid: overwegend zwijgzaam. Toen een Stormmeeuw de stern op 1 novem
ber van een paaltje trachtte te verdrijvenliet hij een schel "kiet-
kiet-kiet-kiet" horen.
Determinatie
Op grond van de geheel lichte staart en bovenvleugels ging het dui
delijk om een vogel in adult kleed. Forsters sterns in eerste win-
terkleed hebben namelijk een smal zwart randje langs de binnenkant
van de staartvork. Tevens zijn hun vleugels niet egaal lichtgrijs,
maar hebben ze meestal een bruine tekening op hun tertials(l2,3)
Twee kenmerken vielen op bij de Forsters stern in de Sloehaven: de
vleugelkleur en de staartlengteDeze stern had opvallend lichte
bovenvleugels. Op de meeste in de literatuur gevonden foto's(4,5)
hebben Forsters sterns een duidelijke donkere hoek in de vleugel-
punt, die veroorzaakt wordt door donkere randen aan de bovenzijde
van de handpennen. De lichte bovenvleugels van dit exemplaar kun
nen met behulp van het ruipatroon worden verklaard. De handpennen
worden van eind augustus tot begin november van binnen naar buiten
geruid. De nieuwe veren kunnen zeer licht zijn (3).Dit was duidelijk
bij dit individu het geval. De rui bij deze Forsters stern was trou
wens nog niet helemaal voltooid, zijn buitenste handpen was nog niet
geheel uitgegroeid. Dit ondersteunt de gevonden literatuur. De leng
te van de staartpennen kan eveneens door de rui worden verklaard.
Evenals de buitenste handpennen worden deze zeer laat geruid. Een
Forsters stern in volledig winterkleed krijgt dan een korte staart
(1,3).
De determinatie van deze stern is vrij simpel.Het koppatroon van
deze soort komt verder alleen bij de Lachstern ep de Trudeaus stern
voor. Tevens is er in Engeland éénmaal een Noordse stern met een
afwijkend koppatroon gesignaleerd(6De Lachstern kan op grond van
de grootte (groter dan" Forsters stern) ,de snavel(kort en dik te
genover lang), de "pootkleur zwart tegenover oranjerood) en nog
enkele kenmerken worden uitgesloten.
De Trudeaus stern lijkt meer op een Forsters stern. De eerste heeft
in winterkleed echter een duidelijke gele punt aan de overigens
zwarte snavel. In zomerkleed zou de Trudeaus stern een vrijwel ge
heel gele snavel hebben met iets zwart bij de top.Het voorkomen van
een Trudeaus stern in Europa lijkt echter zeer onwaarschijnlijk. Het
is namelijk een zuidamerikaanse soort (2). Een vreemde Noordse
stern kan altijd worden herkend aan de snavelvorm en de pootlengte.
Een Noordse stern heeft zelfs kortere pootjes dan een Visdiefter
wijl een Forsters stern juist erg lange poten heeft. De snavel van
een Noordse stern is kort in tegenstelling tot die van een Forsters
stern
Voorkomen
Dit was het eerste geval va-n de Forsters stern voor Nederland en
het vasteland van Europa. Er zijn wel gevallen bekend van IJsland
(1 vangst) en de Britse eilanden (11 tot en met 1985).Hierna is
een overzichtje van die waarnemingen opgenomenOpvallend hierbij
zijn de vele winterwaarnemingenzelfs duidelijk overwinterende
exemplaren zijn in West-Europa gesignaleerdVaak betreft het on
ervaren vogels in hun eerste levensjaar, die door een verkeerde