de Aalscholver weer broedvqgel in Zeeland HO 11 Voorkomen in Nederland In Europa wordt het voorkomen van de Aal scholver voornamelijk bepaald door vervol ging en verontrusting op de broedplaatsen. In de meeste landen is de soort sterk in aantal achteruitgegaan of verdwenenOok in ons land is de Aalscholver vervolgd als predator van vissen en als vervuiler van bossen door mest en het afbreken van takken voor de nestbouw. In 1940 was er een zestal kolonies met in totaal 4000 nestenSindsdien is de stand geleidelijk achteruitgegaan, onder andere als gevolg van bestrijdingsmaatregelen inpolderin gen en verontreiniging van de grote ri vieren. Het aantal broedparen bereikte in Nederland met 800 paar in 1962 een dieptepunt (Rooth en Jonkers, 1972ANadat in 1965 de soort geheel werd beschermd is de stand weer langzaam toegenomenhetgeen samenhahgt met het feit dat de vo gels pas na vier of vijf jaar geslachtsrijp zijn. t In het Naardermeer-bevindt zich de grootste kolonie van Nederland, daar broeden tegenwoordig zo'n 5000-5500 paar. In 1978 vestigden zo'n 100 paar zich in de Oostvaardersplassennu broeden daar naar schat ting zo'n 5000 paar.Ook op andere plaatsen breiden de kolonies zich uit. De kolonie in De Wieden steeg van zo'n 50 paar in de jaren '70 tot circa 700 paar nu.Parallel aan de aantalstoename nam ook het aan tal broedplaatsen toe van twee in 1977 tot circa 15 tegenwoordig. De meest spectaculaire ontwikkeling doet zich voor de in de kolonie van Voorne's Duin. De soort broedde daar voor het eerst in 1984 met cir ca twintig paar; in 1986 waren er ca 560 broedparen en dit jaar wordt het aantgl geschat op 900 paarmondelinge mededeling Peter Meininger), Aangezien de kolonie zich in het Naardermeer stabiliseert (de "baker mat" van de Nederlandse Aalscholvers) mag worden aangenomen dat de vo gels van de nu ontstane kolonies daarvan afkomstig zijn. Voorkomen in het Deltagebied In het noordelijk Deltagebied zijn vroeger op diverse plaatsen Aalschol verkolonies geweest, o.a. bij Lekkerkerk(1938 1200 nesten,verdwenen in 1960) en in de Biesbosch (1937 420 nesten, verdwenen in 1959). Sinds 1978 is er in de Biesbosch weer een kleine kolonie met 160 nes ten in 1985, en de reeds eerdergenoemde vestiging in Voorne's Duin. Ook in Zeeland waren vroeger op diverse plaatsen kleine Aalscholver kolonies, met name in Oost Zeeuwsch-VlaanderenDaar was de soort tot 1943 eeji jaarlijkse broedvogel in één of meer kolonies (Sponselee Buise, 1975 (B)). Het verdwijnen werd vooral veroorzaakt door het kappen van nestbomen en -in enige mate- door vervolgingOp Schouwen Duiveland was de soort vroeger waarschijnlijk een regelmatige broedvo- gel, de laatste verdween rond 1915. Tijdens de oorlogsinundaties in 1945 nestelden er ca 250 paar te Ellemeet en ca 500 paar in Ooster- land (De Vogels van Schouwen, 1986(C)).Ook op Walcheren vestigden zich tijdens de inundatie in de volkomen dode bomen van "Ter Hooge" een kleine kolonie van 30 paar.Met het droogvallen van Walfcheren is deze weer verdwenen (Smulders Joosse (D)). In 1982 vond een broed- poging plaats op een basaltblokken talud langs de Westerschelde ter hoogte van Terneuzen (E.Marteijn, 1983). Voorkomen op het Veerse Meer Het Veerse Meer neemt gezien het toenemend aantal vogels een steeds belangrijker plaats in als doortrekgebied voor deze soort. Werden er in de jaren 70 maximaal 77 geteld(sept. '78), tegenwoordig zijn het er al tussen de 150 en 200 (PMeiningerHBaptist en G.Slob (E)).De hoogste aantallen worden waargenomen in de late nazomer, het gaat om vogels die het broedseizoen achter de rug hebben en samen met nng onvolwassen exemplaren weer terugkeren naar hun overwinteringsgebied rond de Middellandse zee en Noord-AfrikaIn de maanden dec/jan/feb werden bij strenge vorst op enkele exemplaren na geen Aalscholvers meer waargenomen. Alleen in milde winters kunnen er tientallen ach terblijven. Tijdens de terugtrek in febr/mrt wordt het gebied nauwelijks bezocht, wel worden noordoostwaarts overvliegende vogels waargenomen. In mei, juni en juli worden voor het eerst weer zo'n 50 tot 100 ex. waargenomen. Bijna al deze vogels zijn in die periode dan nog in hun onvolwassen kleed. In de daarop volgende maanden neemt het aantal weer toe. Dat we niet alleen te doen hebben met Nederlandse vogels blijkt uit ringgegevens welke verkregen zijn door het aflezen van ge- kleurringde exemplaren. Zo werden in de maanden okt/nov vijf ex. waargenomen die als nestjnng in Denemarken waren geringd. Een twee tal in oktober waargenomen vogels waren als nestjong in de Oostvaar dersplassen geringd. Voorkomen als broedvoqel op de Middelplaten De Aalscholver broedt graag in ge boomte, in de buurt van helder vis rijk water. De Nederlandse Aalschol vers broeden in takkennesten in bo men in kolonies. De Middelplaten, eigendom van Domeinen en in beheer bij Natuurmonumenten, zijn ontstaan na de afsluiting van het Veerse Gat en de Zandkreek in 1961.Ze be staan uit een aantal oude, aan de noordkust van Zujd-Beveland gelegen schorren, en een tweetal oorspron kelijke eilandenVoor het beheer is het gebied in drie zones verdeeld. Op het vasteland bestaat het beheer uit beweiding;de zogenoemde Grote Middelplaat wordt jaarlijks gemaaid en op het Kleine eiland bestaat het beheer uit "bewust niets doen". Door het ongemoeid laten van dit eiland kon het zich ontwikkelen tot wat het nu is. Het bestaat voornamelijk uit opslag van Wilgen, Vlier,Els en DuindoornstruwelenOp sommige plaatsen bestaat de oe ver uit een ca twee meter brede rietkraagDit nu is het eiland waar zich dit jaar voor het eerst Aalsrholvers vestigden om te broeden. Vanaf februari keren de eerste Aalscholvers uit hun overwinterings gebied naar de broedkolonies terug en: in maart leggen ze de eerste eieren. Het broeden duurt een maand, zodat begin mei de meeste jongen zijn uitgekomenNa 50 dagen zijn die vliegvlug maar worden dan nog 40 tot 50 dagen door de ouden gevoerdTijdens een bezoek op 11 mei zag ik vanaf de Muidenweg, vanwaar de broedlokatie met kijker/ telescoop redelijk is te zien, 24 exemplaren. Geen van alle droeg het volwassen kleed (witte kop en dijvlek). Op 19 mei bezocht ik het gebied nogmaals, er waren toen ca 64 exemplaren aanwezig, waaronder vier volwassen vogels. Voor het eerst was toen te zien dat op ca 2 meter boven de grond in een wilg een nest was gebouwd, waarop zich een adult exemplaar bevond. De partner was nog volop bezig met het afbouwen van het nest. Bij een bezoek op 22 mei waren ca 100 exem plaren aanwezig, waaronder zes volwassen.Eén broedende vogel was

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1987 | | pagina 7