veertje Roodkeelpieper bij Westkapelle 3 Op aandringen van mijn kinderen heb ik deze winter eindelijk een voedertafeltje gemaakt voor de hongerige vogeltjes. Ook een beetje voor mezelf, want ik heb het dicht bij 't raam gezet, zodat ik ein delijk eens een Huismus van dichtbij kan fotograferenOp de tafel kwam een rotte peer, wat duivenvoer, brood en een sliert pinda's. De opkomst was prima en zonder schuiltent kon ik allerlei vogeltjes fotograferenOp een goeie morgen vond ik onder de tafel een mooie bruine veer met een witte ronde vlek aan de punt. Van mijn kippen en dui ven kon die niet afkomstig zijn. Een Note- kraker! Dat kon niet missen!!! Het veertje werd netjes in een doosje op geborgen. De Camera werd klaargelegd en vrouwlief en kinderen werden verzocht goed uit te kijken naar een forse gespikkelde vogel met la n- ge snavel.Ik heb nog nooit een Notekraker mogen zien, maar had wel eens gelezen dat hij prachtig is, niet schuw en ook wel op voederta fels verschijnt. Toen ik na 't werk thuiskwam vertelde mijn zoon opgewonden dat hij en kele gespikkelde vogels had gezien die groter waren dan een Spreeuw! Een foto had hij net niet kunnen maken want ze werden verstoord. Het kon dus niet missen. Tot ik 's avonds het vogelveertje nog eens zat te bewonderen en mijn dochtertje van acht jaar bij me kwam staan. Ze riep: "Geef mijn veer terug, die was ik kwijt!". Ze had enkele veren meegBBomen van de kinderboerderij en was die ene verloren. 't Waren dus toch Spreeuwen geweestA Niek Klaasse, Middelburg. JjL Op 20 oktober 1987, een rustige en bewolkte dag, fietsten Erik San ders en ik over de pas geasfalteerde nieuwe zeedijk richting West kapelle, nadat we de golfbaan van Domburg op piepers en andere zangvogels hadden gecontroleerd. Dit intensieve zoeken naar zeld zaamheden had echter niets opgeleverd. Maar dit veranderde spoedig toen we een hoog en ijl roepje hoorden, wat ons gelijk aan een Rood keelpieper deed denken. Met dat de vogel dichterbij kwam werd het ons duidelijk dat het hier inderdaad om deze soort (Anthus cervinus) ging. We zagen de vogel uit de richting Domburg aankomen en tot on ze grote vreugd ging hij vlak bij ons zitten, op de modderhopen die daar in verband met de werkzaamheden waren gedeponeerd. De pieper vloog vrijwel direct weer op, om een flink stukje verder weer neer te strijken, samen met een drietal graspiepersWe zijn de vogels ui terst voorzichtig genaderd om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van deze zeldzame doortrekker, maar desondanks vlogen de vogels op voordat we ze hadden zien zitten. Ze landden nu ter hoogte van het vuurtorentje, aan de andere kant van de hoofdweg. Nu konden we, na even gezocht te hebben, de Roodkeelpieper goed zien. Zeker door de telescoop die inmiddels was opgezet om ook de essentiële determina- tiekenmerken te kunnen vaststellen. De Roodkeelpieper is opvallender gecontrasteerd dan de Graspieper. Helaas had de vogel geen rood meer op de keel, zodat dit exemplaar zijn naam geen eer aandeed. De rug was donker gestreept, afgewisseld met lichtere stre pen, hetgeen het contrast veroor zaakte. De donke re centra van de vleugeldekveren staken ook beter af tegen de lich te omzoming dan bij de Graspieper het geval is. Bo vendien was te zien dat de slag pennen niet onder de tertails uit staken, wat ook een kenmerk is voor de Roodkeel pieper.De keel was wit-beige, de baardstreep donker, op de zijkant van de hals een donkere vlek vormend. De lichte mondstreep contrasteerde evenveel met de baardstreep als de keel met de baardstreep contrasteerde, terwijl de mondstreep bij de Graspieper veel minder afstekend is. De borst was krachtig gestreept en op de flanken liepen de strepen in dezelfde mate van sterkte bijna ononderbroken door. De borst en flanken hadden een enigszins beige tint en de buik was wit. We hebben de Roodkeelpieper ongeveer tien minuten goed kunnen be kijken; af en toe verdween hij daarbij tussen de vegetatie. Vanwege een nijpende behoefte aan rust vertrokken de piepers naar de ijsbaan, waar nog meer vogels aan het fourageren waren en ook wij verhuisden in die richting. Niet vanwege een behoefte aan rust, maar om ons on bedwingbare verlangen de Roodkeelpieper terug te vinden, te bevredi gen. Het viel echter niet mee om in de overvloedig met grassoorten be groeide ijsbaan een klein zangvogeltje als een pieper terug te vin den, zeker niet als het hele gebiedje er vol mee zit. En mede dank zij de "perfecte" medewerking van een overvliegende Torenvalk is het ons dan ook niet gelukt de Roodkeelpieper terug te vinden. De hele groep piepers vloog op en daarmee ook onze Roodkeel, die luid roe pend wegvloog in de richting waaruit hij gekomen was. We hebben hem daarna niet meer gezien. Dit was de eerste waarneming van een Roodkeelpieper op Walcheren waarbij de vogel zittend werd waargenomen. Een eerdere waarneming betrof een overvliegend exemplaar, eveneens te Westkapelle, op 8 mei 1986. De waarneming van 24 oktober 1987 betrof ook een langsvliegend exem plaar en mogelijk was dit dezelfde vogel als die van 20 oktober. Aan gezien er ook de komende jaren weer veel zangvogels Walcheren zullen passeren kunnen we ons wellicht ook weer verheugen op de komst van enkele zeldzamere soorten, zoals deze Roodkeelpieper. Paul van Tuil, Evertsenstraat 12, 4371 BE Koudekerke.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1988 | | pagina 3