Schoolbezoek
Uit de oude doos
Vaak hoor je of lees je van onderwijzend personeel met kennis van
de natuur dat het heel leuk is om iets met kinderen in de natuur
te doen. Maar deze mensen hebben voor het lesgeven een opleiding
gehad en vaak moet je er zelf niet aan denken om als leek wat les
geven betreft voor een Has te moeten gaan staan.
Totdat mijn collega Piet Wijkhuys uit Biggekerke en ik werden gevraagd
eens met een groepje "Streekschool Zeeland"-leerlingen er op uit te
trekken voor het vak "maatschappelijke begeleiding" met als thema "na
tuur en milieu". Het eerste jaar bezochten we het Waterwingebied
Oranjezon, ieder twee a drie keer die week met telkens een groep
van 15 tot 25 leerlingen van een leeftijd tussen de 16 en 18 jaar.
Het tweede jaar deden we Westhove aan en eerlijk gezegd viel het
beide keren wel wat tegen. Een matige belangstelling, dus maar kor
te tijd de aandacht (ca 3 kwartier) en dan bleef er eigenlijk niet
meer over dan een enkeling met echte belangstelling. Voor de ande
ren was het meer een wandeling, wat op zich best leuk kan zijn, maar
zelf wil je toch wat meer kwijt.Omdat we beiden kinderen op de basis
school in Biggekerke en Zoutelande hadden, dachten we misschien op
die scholen ook wat over onze hobby
kwijt te kunnen, maar hoe?
De schoolleiding eerst eens gepolst,
deze mensen waren enthousiast en er
is altijd ruimte te maken voor een
aanvullend stukje biologie.Het Bio
logisch Museum leende ons (uit hun
uitleencollectie) een aantal opge
zette vogels, waarvoor wel een borg
som moest worden betaald en een ver
zekering moest worden afges lotenWe
namen de meest bekende vogels met
uiterlijk duidelijke kenmerken en ver
schillen, o.a. om het verschil in
snavelvorm te laten zien en de functie hiervan. Het ging om de vol
gende vogels: Torenvalk, Blauwe reiger, Roodborstje, Scholekster,
Spreeuw, Wilde eend, Vink en Wulp.Om het verschil in pootvorm en
lengte te laten zien konden we deze soorten ook goed gebruiken.
Voor de vorm van de vleugels namen we een Zwaluw en een Merel en
een paar echte zwevers, zoals Buizerd en ZilvermeeuwVoor de schut
kleur gebruikten we het mannetje en vrouwtje van de Wilde eend;
de Houtsnip en de Bergeend zetten we naast elkaar. We vertelden
iets over het gezichtsveld in verband met de stand van de ogen in
de kop; hiervoor gebruikten we de Ransuil en de Houtsnip.
De zang probeerden we met bekende geluiden op een bandje uit te
leggen; we vertelden over nestbouw (alleen, in kolonie, holenbroe-
ders, vogels die onze huizen opzoeken); iets over de schutkleur van
eieren; het verschil tussen nestvlieders en nestblijvers en natuur
lijk over de vogeltrek en het ringen van vogels.
We lieten de kinderen gidsjes inzien, door onze verrekijkers kijken
en de kleine lettertjes op een vogelt ij dschrift aan de andere kant
van het lokaal door de telescoop lezen.
Dit alles gebeurde in groepen, de eerste middag groep 3,4 en 5; de
tweede middag de groepen 6,7 en 8. Op Biggekerke deden we ook de
kleuters (groepen 1 en 2) maar we vonden zelf dat we weinig reac
ties kregen, dus deze hebben we in Zoutelande niet "meegenomen".
Er is bij de andere groepen een grote belangstelling voor vogels,
dus ook veel vragen en verhalen over vogels die ze zelf gezien heb
ben. In Biggekerke hebben we gevraagd of ze eens wilden nagaan hoe
veel nestjes van de Huiszwaluw er in het dorp waren (ze kregen een
lijstje mee om in te vullen). Op beide scholen deden we het verzoek
doodgevonden vogels in te leveren bij één van ons. De eerste weken
nadien zat er dan ook prompt een paar keer per week een delegatie
leerlingen met gewonde vogels (Turkse tortels, een Merel, Spreeuw,
doodgevlogen of -gereden vogels als GierzwaluwKerkuiltwee keer
een Sperwer en later stookolie-of winterslachtoffers)Ook de groot
ste schofjes blijken dan de natuur een warm hart toe te dragen.
Dergelijke middagen kosten natuurlijk wat inspanning en vrije tijd, maar
de voldoening en de kontakten die je er aan overhoudt zijn de moeite
waard. Zo is voor een excursie op duin en strand door de basisschool
Zoutelande om onze medewerking gevraagd, omdat volgens de leerkrach
ten de leerlingen meer en langer geboeid zijn door deze vorm van bio
logie. Ondertussen hebben we ook voor de Streekschool weer enkele
excursies in V/alkenisse verzorgd; deze waren gecombineerd met foto
grafie, zodat zowel wij als de leerlingen een opdracht hadden. We
probeerden de effecten van recreatie en vervuiling op de natuur te
laten zien, de leerlingen moesten dit vastleggen op de foto en uit
werken. In deze vorm liep het veel beter en het is zeker voor herha
ling vatbaar.
Tot zover enkele van mijn ervaringen. Misschien zijn ze voor de lezers
bruikbaar. Voor eventuele vragen kan men natuurlijk altijd bij mij
terecht!
Jan Hengst Zwinstraat 15, 4374 BS Zoutelande.
Een aantal jaren geleden heeft drsGRHeerebout uit Kloetinge de
stoffige eierenverzameling van het Zeeuws Genootschap der Wetenschap
pen "op naam gebracht". De niet zo uitgebreide verzameling (Heere
bout noemt zelf de waarde "betrekkelijk") is beschreven in Archief
1982, een uitgave van het GenootschapHet belang van de verzameling
is vooral gelegen in het feit, dat zij bewijsmateriaal bevat van het
voorkomen als broedvogel van een aantal vogelsoorten in het Zeeland
van de tweede helft van de vorige eeuw.
Eigenlijk zijn er wat Walcheren betreft maar drie soorten interessant
omdat daarvan nu het bewijs voorhanden is dat die op ons eiland ge
broed hebben: de Ooievaar, de Wintertaling en de Raaf.
Van de Ooievaar zijn drie eieren aanwezig.
Eén van Walcheren met als datum 15-4-1881
maar zonder precieze vindplaats. Verder
één ei uit 1894 van het Hof Bouwmanslust
(legaat H.Goemans), en één ei zonder jaar
tal, van het Hof Werend ijkeZoutelande
Dit ei is vergezeld van de volgende toe
lichting: "Van de hofstede Werendijke in
Walcherenook deze vogel is later niet
meer teruggekeerdOoi jevaars zijn in Wal
cheren zeer zeldzaam geworden: men zegt
doordat de daken van de boerenschuren
zijn veranderd en doordat de Arnemuijde-
naars minder visch naar Middelburg bren
gen en zij den afval niet meer werpen op