n
,1q
het voorkomen
van de Grote Gele Kwikstaart op Walcheren
r-f~l—n r-1
In de hierna volgende discussie heeft de VWG gepleit voor verdere
terugdringing van de jacht op Ter Hooge. Het Zeeuwse Landschap,
voor wie het nut van de jacht op Ter Hooge ook niet duidelijk is,
maar het contractueel beperkt moet toestaan zegt toe, in overleg
met de eigenaar en de jachtgerechtigde de volgende maatregelen te
zullen nastreven:
tijdens de voorjaarsjacht op Houtduiven: de jacht beëindigen per
1 april (dit ter voorkoming van onnodig dierenleed, o.a. verhon
gerende jongen van afgeschoten exemplaren)
de mogelijkheid van een geheel jachtvrij gebied in Ter Hooge bekijken
tijdens van tevoren aangekondigde excursies niet jagen
indien er gejaagd wordt dit op een of andere, nog nader uit te
werken, manier bij de ingangen van het terrein kenbaar maken.
Daarmee werd het gesprek afgesloten. De heer Willems zei het
rechtstreekse gesprek zeer op prijs te hebben gesteld. Ook in de
toekomst staat het ZL open voor dergelijke rechtstreekse contacten
met de particuliere natuurbescherming.
Luud PersijnLandluststraat 14, 4337 KC Middelburg.
Van de drie op Walcheren waargenomen kwikstaartsoorten is de Grote
Gele Kwikstaart (GGK) de enige die niet als broedvogel is vastge
steld. Volgens de "Atlas van de Nederlandse vogels" komt deze soort
als broedvogel in Nederland vrijwel alleen voor van Zuid-Limburg
noordwaarts tot Twente. Het aantal broedparen werd in 1979 op 100
tot 140 geschat en in 1983/84 op zo'n 225 tot 275 paar. Als door
trekker wordt de GGK in het voorjaar in kleine aantallen gezien
in maart en april en in het najaar in grotere aantallen van half
september tot begin november (aldus de "Atlas van de Nederlandse
vogels")
De Avifauna van Walcheren
(1969) verstrekt slechts en
kele summiere gegevens over
het voorkomen van de GGK op
Walcheren en noemt de soort
een doortrekker in klein aan
tal in het najaar. De volgen
de waarnemingen worden genoemd
- 20 okt.1962: 1 vangst te
Souburg en later (na 1962)
meerdere waarnemingen al
daar (A.Joosse)
- 13 sept.1961: 1 ex. Zuid-
sloe (koning).
Van 1970 tot en met 1977 zijn weinig waarnemingen van de GGK bekend
voor Walcheren (n 5). In het najaar van 1978 werd vrijwel dagelijks
enkele uren vogeltrek geregistreerd te Westkapelle door P.L.Meinin-
ger, hetgeen opeens 49 doortrekkende GGK opleverde. In de daarop
volgende jaren waren de aantallen weer laag door het ontbreken van
tellingen. Pas vanaf 1982 worden jaarlijks enige tientallen GGK op
Walcheren vastgesteld, waarschijnlijk als gevolg van het feit dat
vanaf 1981 jaarlijks vele uren, voornamelijk in het najaar, te West
kapelle vogeltrek geteld wordt. Ook het toegenomen aantal waarne
mers en het meer bekend raken met de vliegroep van deze soort zal
hebben bijgedragen aan het hogere aantal waarnemingen.
70
65
60
55
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
I I I
j fmamjjasond
grafiek 1 Voorkomen van de Grote Gele Kwikstaart per decaden 1970 t/m 1986.
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86
grafiek 2 Jaarlijks voorkomen van de Grote
Kwikstaart 1970 t/m 1986
179
B
D
H I
Qrafiek 3 Verspreiding van de
Grote Gele Kwikstaart
1970 t/m 1986
A= Westkapelle
B= Valkenisse
C= Middelburg
D= Veersedam
E= Sloehaven/
Rammekens
F= Koudekerke
G= Spuikom Ritthem
H= Veere
1= Spuikom Vlissingen
J= overig Walcheren
Vlissingen(G.Davidse,J.Walhout)) In
Van 1970 t/m 1986
werden totaal 262
exemplaren van de
GGK op Walcheren
vastgesteld: jan(l);
feb(l)mrt7;april
(6); mei(l); sept(90)
okt (139);nov (14)
en dec (4).Zie ook
grafiek 1 voor de
verdeling per 10-
daagse periode.
De januari- en febru-
ariwaarnemingen heb
ben betrekking op
Gele een vogel die van 2
november 1983 tot en
met 17 februari 1984
overwinterde in de Heere
gracht te Middelburg. Behal
ve dit exemplaar en enkele
1-dagswaarnemingen in decem
ber zijn er geen overwinte-
ringsgevallen bekend op Wal
cheren.
In het voorjaar is de GGK een
zeer schaarse doortrekker op
Walcheren (1970 t/m 1986:
14 ex 1973( 1)1984(5)1985
(2) ,1986(6) .Bij het meren
deel van de waargenomen vo
gels ging het om ter plaatse
verblijvende exemplaren, veel
al in een kreekrestant
plasje of vijver.
De voorjaarsgevallen werden
vastgesteld tussen 5 maart
(5 maart 1985: 1 Klein Valke
nisse J Wi 1 1 emse en 22 mei
(19-22 mei 1984: 1 Spuikom
het najaar werden GGK opgemerkt