Blauwe Reiger terug op Ter Hooge 3 Vogels in nood Na een mislukte puqinq in I9RR is het twee paar Rlauwe Reiqers dan toch eindeli'k weer qelukt om op Ter Honqe te hrneden en junqen qroot tp brenqen. Voriq jaar bleek een nest eieren te bevatten, waar al spoediq al leen de schalen van werden f e - ruqqevonden. De Rlauwe Reiger is een kolonie- voqel; er komen jaarliiks echter meerdere solitaire broedqeva.l.len voor die tot kolonies kunnen ui taroe i en De hooo was dus qevestjqd op 1 9R9 en het 1inkerqedeelte van het bos, rond de waterpartij (de Voqe 1.vijver 1 werd tot qeheel verboden qeb.ied verklaard. Op het moment, dat ik dit uittyp (4 juni) ziin er twee nesten. De (drie) jnnqen uit hel" eerste nest zi<n al behoorlijk qroot, scharre len wat rond in de huurt van het nest en het zal niet lanq meer duren nf ze vlieqen uit. Het tweede nest beval" nok drie ioncien die enkele weken later ziin uitqekomen. De Rlauwe Reiqer is qedee1 he J iik t.rekvoqel, maar het qehele jaar door worden er op Ter Honqe Rlauwe Reiqers waaroenomen in wisselende aan tallen. Rroedvooels uit Noord- en Oost-Europa verlaten hun hroedoe- hied qeheel. Rroedvooels uit andere delen van Europa trekken maar qedeeltelijk weq, meestal over vrii korte afstanden. Snmmiqe voqels trekken vrii ver en passeren zelfs de Sahara. Vanaf juni nemen de aantallen in het Deltaqebied sterk toe, met een piek in september/ oktober, wanneer de uitqevloqen jonqen qaan zwerven en andere vo qels (door)trekken. Het broeden beqint meestal al in januarifehruari als de bomen non kaal ziin. Tn de jaren 1973- 1977 schommelde het aantal hroeriparen in Nederland rond de 9 n n f) - in.nnn in iets meer dan 2 R n v e s t i. q i n - qen. tipt broedbestand in J.9R6 werd qeschat op R.nnn - 9.onO paar. In West-Europa broeden ca 30.000 paar. Tn het broedsei zoen is de Blauwe Reiqer afhankplük van vis, maar daarbuiten is hii wein.iq kies keur;iq. Het. .landqoed met het rjmli. qqen- de qebied voldoet qoed aan ziin biotoop-eis. Slechts 3fl?n broedt in de eiqen qpboortekolonie en onqeveer 4 3 van de kolonies is qeves tjqd op landqoederen en boerderiien. Sinds hun volledige beschenninq in 1963 zi'n ze zich meer qaan aanpassen aan de mens. Net als in de ons omringende landen werd de soort vroeqer heviq en hardnekkiq vervolqd Een duik in de qeschiedenis leert ons dat in I q 7 3 één paar Rlauwe Reiqers op Ter Hooqe heeft oebroed (dat jaar een kolonie van 13 3 paar in Nieuwland!). Daarvoor ziin van Ter Hooqe qeen aantallen he kend. De "Ter Hooqe-ko) onie" bereikte ziin hoogtepunt tiidens de i nundatie. Op 23 april 1943 werden 76 nesten qeteld plus noq I? in aanbouw, zodat het aantal op 3R werd qpschatOp 3 juni 1943 telde de kolonie zeker meer dan 30 nesten. Rij de tellinq in 1949 bleek echter deze kol onie, al s qevolq van het drooqval .1 en van Walcheren, qeheel verlaten te ziin. Dat jaar restte noq alleen de kolonie van Nieuw en St.Joosland (Hof "Nieuwlanrisrust") die tot 1963 (met. ca 8 paar) in stand bleef. De Blauwe Reiqer verdween daarna als broed- voqe.l van Walcheren. Het tijde 1 iik qeheel afsluiten van het westelijk deel van het bos door het Zeeuwse Landschap is een goede zaak geweest. Het is zeker niet voor niets gebeurd! Koos Minnaar. Schoutstraat 22, 4336 HR Middelburg Li teratuur Meininger, P.L.,(1973 t/m 1977). Verspreiding en aantallen van de broedvogels in Zeeland. MeiningerP Le.a. 1975-1985). Vogeltellingen in het Deltagebied. MeiningerPLe.a. (1980-1987). Vogeltellingen in het Zuideliik Deltagebied. Smulders, B.J. 4 JoosseA1969)Avifauna van Walcheren. Teixeira, R.M. (1979). Atlas van de Nederlandse Broedvogels. 50V0N (1987), Atlas van de Nederlandse vogels. Vorige keer schreef ik iets over een gebeurtenis langs het strand. Dit keer wil ik iets vertellen over een belevenis bii de Schorer polder. Het is ook al weer enkele jaren qeleden, maar het is zo leuk wanneer je een vogel kunt helpen dat ik jullie dat niet wil onthouden. Lanqs de rand van het schor lopend zie ik door miin verrekijker een Bonte strandloper zitten. Vreemd, zo alleen midden op het schor! Even op onderzoek uit. Toelopend op de vogel probeert hji op te vlieqen, maar het lijkt wel of ziin kop topzwaar is. Hii komt dan ook niet erg van de grond. Wat kan dit ziin? Door de verrekiiker zie ik dat er iets rond de snavel zit, het bliikt een hele grote kokkel te zijn. Via een omweq probeer ik achter de vo gel te komen, wat me ook lukt. Hii vliegt naar het kleine dijkje van het schor. Je kunt qoed merken dat hii totaal is uitqeput: vlieqen kost enorm vee), moeite. Maar ik heb 'm bijna te pakken. Nog eenmaaJ probeert hii weg te vlieqen maar de topzware kop duikt in het qras van de dijk. Nu kan hij niet meer weq. Voorzichtiq zet ik mijn mes tussen de sluitspier van de kokkel, zo dat deze loslaat. Nu merk ik pas hoe zacht die snavel eiqenliik is. De Bonte strandloper heb ik nu, bevrijd van de kokkel, op mijn hand. Hii kiikt wat verdwaasd in het rond maar zodra ik mijn armen de lucht insteek vlieqt hij luidroepend weq. Gelukkig weer een vogel gered. Was het Bontje door de winter iets te qulziq of werd hij verrast door de kracht van de kokkel? Jan MeulmeesterWesterscheldestraat 31, 438B VC Oost-Souburg f

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1989 | | pagina 3