xy Al doende, MTM7 Figuur 1 ^Figuur 2: Wulp 1985 Westkapelle Figuur 3 Ter voorbereiding op het 'echte werk' volgt hieronder een voorlopi ge (en beperkte) beschrijving van onze kennis over de Wulp. Straks zal dit soort besprekingen voor vele soorten moeten worden opgesteld voor het overzicht van de Walcherse vogelwereld. De voorhanden zijn de gegevens zijn niet grondig bewerkt. Er is meer gelet op de wijze van presenteren van de informatie en op eventuele leemtes in het ma teriaal. De bespreking wordt gevolgd door enkele suggesties over de verdere werkwijze. Wulp (Numenius arquata) Verklaring figuur 1: zie bij 'opmerkingen'. Voorkomen De Wulp is in alle maanden van het jaar op Walcheren waar te nemen. Broeden is niet vastge steld (ook de Avifauna van Wal cheren (1) noemt de soort niet als broedvogel). Doortrek vindt plaats van februari tot in april en van eind juni tot in november. Het aantal pleisterende Wulpen bereikt in december of januari een hoogtepunt, wanneer tot 1.0D0 vogels aanwezig zijn. In de vroege zo mer zijn de aantallen het laagst (max. enkele tientallen ex. in juni). De ligging van de voornaamste binnen- en bui tend ijk se foura- geergebieden en slaapplaatsen zijn weergegeven in figuur 2. De binnendijkse gebieden worden vanaf augustus door steeds meer Wulpen bezocht, tot in de cember of januari de aantallen een top bereiken (max. 500 - 1000 ex.). Bij aanhoudende vorst verlaat een aanzienlijk deel van de vogels de polder. In de Wes- terschelde stijgen dan juist de aantallen 2 Slaapplaatsen zijn gelegen langs de oevers van en op platen in het Veerse Meer: Caissonterrein (max. 600 ex. in april 1978 (3), in februari 1989) en in de Sloe- Overnachten op grasland nabij PLflffTS SLAAP - TREK. Haringvreter/poudplaat (max. 160 ex. haven (max. 150 ex. in januari 1989). Grijpskerke wordt vermoed. In de Sloehaven ligt een hoogwatervlucht- plaats die door maximaal enkele honderden Wulpen wordt gebruikt om te overtijen. Wanneer door verstoring of hoge waterstanden deze hvp ongeschikt is, wordt uitgeweken naar een nabijgelegen polder. Verplaatsingen Seizoentrek is waargenomen bij Westkapelle. De najaarstrek bereikt een top in augustus of september (figuur 3 en lit. 4,5,6), wanneer maximaal 15 vogels per uur de telpost passeren. In het voorjaar lig gen de aantallen lager. Op 14 maart 1986 werden op één dag echter 360 noordwaarts vliegende exemplaren geteld. In dat jaar kwam de voorjaarstrek als gevolg van ongunstige weersomstandigheden pas laat op gang (zie ook lit.7). In periode van vorst passeren tot gemiddeld 35 Wulpen per uur de telpost in zuidwaartse rich- ring (fig.3 januari en februari) M Slaaptrek vindt in twee hoofd- 5 richtingen plaats: van het mid dengebied van Walcheren in zuid oostelijke richting naar de Sloe- haven en in noord)oostelijke richting naar de platen in het Veerse Meer (300 ex. richting 3 noordoost Kleverskerkeseptem ber 1989). Smulders en Joosse (1) spraken ook reeds van slaap- 2 trek naar het toenmalige Veerse- gat-Zandkreekgebied en de Kaloot. Slaaptrek richting Noord-Beve- land is eveneens waargenomen (200 ex. in februari 1989). Of er sprake is van uitwisseling q tussen binnen- en buitendijks fouragerende Wulpen is onbekend. Biotoop Binnendijks wordt vooral gefourageerd op graslanden, zowel in de laaggelegen poelgebieden als op de kleiplaatgrondenDe oudere graslanden worden daarbij geprefereerd. Waarschijnlijk is een groter voedselaanbod in deze graslanden hiervan de oorzaak (8). De aantal len Wulpen op een lokatie zijn aan grote wisselingen onderhevig, vermoedelijk omdat het voedselaanbod ter plaatse varieert. Buiten dijks wordt gefourageerd op de slikken bij Fort Rammekens. Bijzonderheden Op 30 december 1984 werd een exemplaar met een slechts 3 cm. lange snavel waargenomen te Grijpskerke. Op 15 augustus 1986 vertoefde in het Sloegebied een Wulp waarvan de vier buitenste handpennen niet bruin maar wit waren. Literatuur (1) B.J.Smulders en A Joosse, 1969. Avifauna van Walcherén. Wet.Meded.no.82. KNNV Hoorn (2) J.Stuart, 1989. Vogeltellingen WesterscheldeVerslag RU Gent/RWS (in voor bereiding) (3) A.M.M.van Haperen W.C.Mullié, 1978. Oecologisch onderzoek buitendijks ter rein nabij jachthaven Oostwatering (Caissonterrein).Meded.nr.2. De Composiet 12: 48-52. (4) P.L.Meininger, 1981. Vogeltrek bij Westkapelle in het najaar van 1978, deel 1 Zeetrek. De Composiet 15 (3): 76-78. (5) G.A.DavJdse, 1984. Zeetrek bij Westkapelle najaar 1983. Verslag Middelburg. (6) G.A.Davidse, A.Ovaa J.Walhout, z.j. Zeetrek en landtrek te Westkapelle najaar 1984. Verslag Middelburg. (7) M.A.Buise 4 FLLTombeur1988. Vogels tussen Zwin en Saeftinghe. De Avi fauna van Zeeuws-VlaanderenMiddelburg: Stichting Natuur- en Recreatieinformatie (8) Mullié, W.C. 4 P.L.Meininger, 1978. De betekenis van 't Platte van Walche ren als pleisterplaats voor enkele karakteristieke vogelsoorten. Zeeuws Nieuws 4: 41-45. Qpmerkinaen Uitleg bij figuur 1: Dit idee is overgenomen uit de recentelijk ver- JFMAMJJASOND f

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1989 | | pagina 11