Houtduif - 26-28 broedparen Holendulf - 10-11 broedparen De terretorla zijn eat name aan de oost- rand soos moeilijk van elkaar te onder schelden. Ten aanzien van de Jaren 1980-82 ls een vooruitgang zichtbaar. In totaal werden tenminste 11 terretorla geteld. Sinds 1980-82, toen sprake was van enkele broedparen, de soort sterk toegeno men. Heggemus - 2-3 broedparen Hoewel op vier plaatsen een zingende Hegge mus ls gehoord, ls het aantal broedparen waarschijnlijk Iets lager. Winterkoning - 24-26 broedparen Terretorla waren soms moeilijk van elkaar te schelden. De beraming ls mogelijk zelfs wat aan de lage kent. Een duidelijke toe name sinds de Jaren 1980-82. Roodborst - 8 broedparen Acht zekere terretorla zijn gekarteerd. Zingende exemplaren zijn pas vanaf half april meegerekend. Ransuil - 3-4 broedparen Zowel ln maart als ln april werden ln de vroege avond op tenminste drie plaatsen ge regeld een roepende ransuil gehoord. Fltls 3-5 broedparen. Alleen ln de Jonge bospercelen zijn terretorla van de Fltls aangetroffen. Tjiftjaf - 9-12 broedparen De terretorla zijn soms moeilijk van elkaar te schelden. De soort lijkt ten aanzien van 1980-82 wat ln aantal vooruit te zijn gegaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1989 | | pagina 7