T! vlucht de lichte vleugelstreep op. Wi tooqeend De aanwezigheid van witte onderstaartdekveren zegt op zich niets. Zoals bekend hebben b ij zonder veel Kuifeenden die eveneens. Deze zijn echter zelden zo mooi afgegrensd als bij adulte Witoogeenden Verder is het van belang om op de nagel (het uiterste puntje van de snavel) te letten. Bij Witoogeenden is alleen dit uiterste punt je zwart en niet het gedeelte daarachter, zoals bij Tafeleenden. Qua kop- en snavelvorm lijkt een Witoogeend meer op een Tafeleend dan op een Kuifeend. Hij heeft een slanke snavel met een hoge basis, zodat er geen scherpe hoek tussen voorhoofd en snavel is. Verder hebben alleen zeer jonge Kuifeenden een donkere iris, terwijl eer ste jaar en vrouwtjes Witoogeenden alt ij d donkere ogen hebben. Grauwe Kiekendief Het vrouwtje Grauwe Kiekendief kan worden verward met een vrouwtje Blauwe Kiekendief, maar heeft naast een meer dansende vlucht drie duide lijk zichtbare grote slagpennen (vin gers) die in de vlucht de vorm van de vleugelpunt bepalen, terwijl dit er bij de Blauwe Kiekendief meestal vier zijn. Voorts zijn de donkere "bakkebaarden" van de Grauwe Kieken dief vaak erg opvallend. Deze lopen van het onderste kopgedeelte achter aan de oorstreek tot op de keel. Morinelplevier Het hele jaar door heeft de Morinelplevier een lichte scheidings lijn dwars over de borst lopen. Ook heeft de soort geen vleugel- streep en de schacht van de buitenste slagpen is opvallend licht. lemmincks Strandloper Hoewel de soort over het algemeen vrij grijs aandoet, zijn de boven delen in de zomer kleuriger dan in de meeste gidsen is aangegeven (grijze veren gemengd met veren met donkere centra en rossige ran den). De vergelijking met een "klein Oeverlopertje" is behulpzaam, mede vanwege de borsttekening (Oeverloper-krulletje). Franjepoten De plaats waar een Franjepoot wordt waargenomen hoeft niet diag nostisch te zijn voor de soortdeterminatie. Soms verschijnen Grauwe Franjepoten aan zee en Rosse Franjepoten in het binnenland. De sna velvorm blijft het meest solide kenmerk. In overgangskieden kunnen de soorten vaak verdacht veel op elkaar lijken. Een Rosse Franjepoot die niet geheel meer in zomerkleed is, kan door restanten zomer kleed op rug en schouders een niet egaal grijze indruk maken en daarmee wat op een Grauwe Franjepoot lijken (BB 82: 143- 176). Middelste Jager Voor volwassen exemplaren geldtdat niet elke adulte jager met een borst band een Middelste Jager hoeft te zijn De kopkap van een Middelste Jager loopt tot onder de snavel door. On volwassen en ook veel adulte exem plaren hebben op de onderhandv1euge1 twee lichte halve maantjes. De eerste wordt gevormd door de uitge breide lichte basis van de handpennen de tweede door die van de grote onderhanddekveren. Verder hebben Middelste Jagers op de bovenvleuge] een minder opvallende vlek aan dc basis van de handpennen dan op de ondervleugel (BB 77: 443-430). Vorkstaartmceuw Drieteenmeeuw en Dwergmeeuw hebben oppervlakkig gezien een vleugel patroon dat lijkt op dat van de VorkstaartmeeuwBeide eerstgenoem de soorten hebben in het eerste zomerkleed vaak een erg gesleten verenkleed (vooral Drieteenmeeuwen behouden hun eerstejaarsveren erg lang), waardoor de donkere middenbaan minder opvallend wordt. De omstandigheden waaronder Vorkstaartmeeuwen worden gemeld (storm, donker weer,regen), laten vaak geen uitgebreide waarneming toe. Een bijkomend kenmerk van deze soort is de donkere baan op de ondervleu gel, gevormd door de gr ij ze grote onderarmdekveren. Grote Burgemeester Fr bestaan verschillende vormen van leucistische Zi1vermeeuwenDe ze hebben echter in vrijwel alle onvolwassen kleden een grijze arm- penbaan en een gr ij ze eindband aan de staart als donkerste delen van de vogel. Bij burgemeesters zijn deze delen meestal lichter dan of even licht als de rest van het kleed. Verder hybridiseert de soort met Zilvermeeuwen. Gee lpootmeeuw Niet elke meeuw met gele poten is een Geelpootmeeuwvandaar dat een beschrijving wordt gevraagd. Noteer vooral de tekening van de vleugelpunt (verdeling zwart en wit), de kleur van de bovendelen en de kleur van de naakte lichaamsdelen (poten, snavel en oogrand). In het winterkleed heeft de soort een overwegend witte kop. Wi tvleuqelstern In de zit valt op dat de binnenste handpennen vaak lichter zijn dan de buitenste. De vogel heeft een dikkere kortere snavel en iets langere rode pootjes dan de Zwarte Stern. Ook de wat rondere kop doet de vogel een beetje aan een Dwergmeeuw denken. Van de zwarte onderdekveren blijven er bij ruiende adulte vogels vaak nog enige achter, hetgeen bij overvliegende vogels een handig kenmerk Papegaaiduiker Langsvliegende Papegaaiduikers kun nen verward worden met Alken. Alken hebben echter een witte vleugelach terrand en eenlange spitse staart. Papegaaiduikers missen een witte vleugelachterrand en hebben een afge ronde staart. Velduil Niet iedere uil die overdag boven open veld vliegt is een Velduil. Een Velduil heeft onderop een op vallende donkere punt aan de vleugel; mede omdat de rest van de vleugel licht is valt dit sterk op. De Velduil heeft vaak duidelij ke donkere banden op een geelbruine staart (bij Ransuil veel onop vallender, grijs op bruin) en een lichte v leuge 1 ach t e r rand Grote Pieper/Duinpieper Adulte Duinpiepers zijn onmiskenbaar licht zandkleurig met een don kere rij middelste vleugeldekveren. Grote Piepers zijn van juvenie le Duinpiepers te onderscheiden door het ontbreken van een donkere teugelstreep, de aanwezigheid van een in een grote zwarte driehoek uitlopende baardstreep en de opgerichte houding. Ook is de flank kan z i j n It»., i tiiu.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1990 | | pagina 9