_l 1 1 1 1 ll lil 11. 7 patrijs 89/90 1 patrijs winter 89/90 groepsgrootte n -cqz Resultaten Er werden totaal 313 Patrijzen geteld, enkele malen werden dezelfde groepen waargenomen. Gezien het weer, moet 1989 een goed broedseizoen voor de Patrijs zijn geweest. Fig.l laat de verspreiding van de waar genomen ex. zien. De soort werd in 37 van de 163 voor de soort geschikte km hokken waargenomen. In 3 gevallen verbleven er 2 groepjes in een hok. Voorzichtig zou men kunnen stellen dat slechts een kwart van de aanwezige Patrijzen is geteld. Als dat zo zou zijn, dan zou het totaal voor Walcheren op ca 1250 ex uitkomen. meer ex. Groepsgrootte Omtrent het totaal aantal ex. voor heel Walcheren kunnen we slechts gissen. Wel kan er iets verteld worden over de groepsgrootte van de waargenomen exemplaren. In fig.2 is te zien, totaal aantal, aantal groepen en gemiddelde groepsgrootte per maand. Hoewel het aantal waargenomen ex. per maand afneemt, blijft de gemiddelde groepsgrootte ongeveer gelijk.Van Dijk Van Os geven als gemiddelde groepsgrootte over de periode 1970-1980 een waarde van 7,5,waarbij ze opmerken, dat na een droge zomer de gemiddelde groepsgrootte hoger ligt dan na een natte zomer,resp.8.5 en 6.7). aantal In november zitten we op gem. 7.5 ex/groep,de maand waarin de meeste Patrijzen nog uit een paar met jongen bestaat. Later in het jaar worden grotere 'kluchten' gevormd welke kunnen bestaan uit ongepaarde ex of paren welke zonder succes hebben gebroed, of door de jacht sterk uitgedunde families. Ook kunnen enkele onvol ledige of zelfs complete fam.groepen samengaan (Ruitenbeek)We zien in fig.l dat het gemiddelde aantal ex in Januari het laagst is, dit wordt veroorzaakt door o.a. wintersterfte en afschot. Als men de jagers op Walcheren moet geloven, dan wordt op de Patijs slechts door een enk eling gejaagd. Een in Januari 1985 gehouden simultaantelling in een met sneeuw bedekt land schap in West-Zeeuws-Vlaanderen,leverde een gemiddeld aantal ex/groep van 7.9 +3.4 N=211 (Marteijn)De frequentie verdeling v/d groepsgrootte (fig.3) is vrijwel identiek aan die van West-Zeeuws-Vlaanderen.Ook daar bestonden de meeste groepen uit 5,6 en 7 exerolaren. to taai. I tMU/flMp E3 MUUMl «L Samenvatting. Uit voorgaande blijkt dat het een goed Patrijzenjaar moet zijn geweest. Daar winterse omstandigheden ook na Januari zijn uitgebleven, en mede door het mooie voorjaar, kan het niet anders of ook dit jaar is het wederom een goed jaar voor deze soort. Echter om een uitspraak te kunnen doen over de omvang v/d winter- populatie is een simultaantelling van geheel Walcheren nodig.En als het even kan met sneeuw. 0 r o a P a n i s 4 7 i tonatiHtitiff«Moraam aantal ax/groap Met dank aan de mensen welke hun waarnemingen instuurden: Fred Twisk, Luud Persijn, Koos Minnaar, Jan Goedbloed, D.Schaap, A.Joosse, F.Castel en L.Burger. Literatuur Dijk,A.J.van B.L.van Os,1982 Vogels van Drenthe. Ruitenbeek,W.1983Patrijzen, sterk bedreigd, doch bejaagd. Argus 8 (3) Marteijn,E. Wintertelling v/d Patrijs in West-Zeeuws-Vlaanderen 1985. Vogeljaar 34(2) 1986.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1990 | | pagina 6