m
udïbtüJllM
Graspieper
Figui
iur z.
Figuur3.
12 en 13 uur i.v.m. eerder genoemde onderbreking van de tellingen.
Lensink (1) deed vergelijkbare tellingen rond de vliegbasis Twente in de
periode 14-21 oktober 1984. Een gedetailleerd beeld van de trekintensiteit
over de dag van
de Ringmus geeft
hij niet, maar
uit zijn gegevens
kunnen we wel
afleiden. dat
ook bij hem de
trek aanvankelijk
snel op gang
kwam om daarna
geleidelijk weer
af te nemen. Om
het verloop van
de doortrek over
een dag beknopt
te kunnen weer
geven hanteert
Lensink zogenaam
de 'kengetallen'.
Een van die
getallen is het
tijdstip waarop
de helft van
alle exemplaren,
die van de be
treffende soort
op die dag zijn
gezien, de telpost is gepasseerd. In figuur 4 is voor Ringmus, Vink en Gras
pieper te zien op welk moment dat het geval was in de tellingen bij Dishoek.
Dat moment noemen we het 'mediane tijdstip'.
Toelichting bij figuur 4: weergegeven is het percentage van het totaal aantal
Aantal per kwartier 12 okt 1°P 12 oktober) getel
de vogels van een
soort dat op elk
moment van de dag de
telpost reeds was
gepasseerdAan het
begin van de telling
is uiteraard 0%
gepasseerd en aan het
eind van de dag 100%.
Bij de Ringmus was
omstreeks 8 uur de
helft van alle exem
plaren die op die dag
bij Dishoek gezien
zijn de telpost gepas
seerd.
In het verhaal van
Lensink viel het
tellingen werden ook
Grote Gele Kwikstaart
Jaco Walhout
100
80
60
40
20
Koopduin Nolledijk
s
a
9
10
11
12
Tijd
15
16
17
18
mediane tijdstip voor de Ringmus rond 9.30 uur. In zijn
11
's middags nog trekkende Ringmussen gezien, zij het in minimale aantallen.
In zijn waarnemingen is voor de Graspieper, net als bij Dishoek, een ochtend
en namiddagpiek vonden. Deze namiddagpiek schijnt alleen voor te komen op
dagen met mooi weer en de schrijver oppert de veronderstelling dat het verga
ren van voedsel op dergelijke dagen minder tijd in beslag zou nemen, zodat
aan het eind van de dag nog een stukje getrokken kan worden. Bepalen we ook
voor deze soort het mediane tijdstip, dan is dat voor Dishoek ongeveer 11.30
uur. Lensink vermeldt ongeveer het zelfde tijdstip.
Voor Vink (samengevoegd met de Keep) geeft Lensink een gedetailleerd beeld
van het verloop van de treksterkte over de dag. Omstreeks 2 uur na zonsopgang
(d.w.z. om ongeveer 9.00 uur) bereikte de doortrek in Twente z'n maximale
intensiteit. Daarop volgde een vrij snelle terugval en tenslotte een lange
uitloper van geleidelijk afnemende trekintensiteit in de middag. Het mediane
tijdstip werd omstreeks 8.30 uur bereikt. Bij Dishoek werd op 12 oktober pas
tegen elven dat mediane tijdstip bereikt, een latertje dus.
Bovengenoemde auteur waagt zich niet aan een verklaring voor de waargenomen
doortrekpatronen. Hij wijst wel op de soms grote overeenkomsten tussen de
resultaten van tellingen op verschillende plaatsen.
In de figuren 1 tot en met 3 zijn ook de aantallen weergegeven die door Sander
Lilipaly zijn waargenomen vanaf de Nolledijk bij Vlissingen (hemelsbreed
ongeveer 3 km zuidoostelijk van de Kaapduinen). De volgende verschillen sprin
gen in het oog:
- het aantalsverloop bij de Ringmus is aanmerkelijk grilliger. Enerzijds
zullen door de grotere aantallen (zie ook de andere soorten) meer tel
fouten voorkomen, anderzijds lijkt het erop dat er óf groepen worüen
gemist (getelde gebied minder overzichtelijk dan bij Dishoek) óf dat
(i.v.m. de naderende oversteek van de Westerschelde?) de vogels zich in
grotere groepen verzamelen voordat de vlucht over het water begint.
- omdat de telling op de Nolledijk kort na elf uur is gestaakt zijn waar
schijnlijk veel Graspiepers gemist. De doortrekgolven die op de Kaapdui
nen zijn geregistreerd zijn in de tellingen bij Vlissingen niet te zien.
- er is een bijna 'dramatisch' verschil tussen de aantallen Vinken die de
Kaapduinen zijn gepasseerd en die welke bij de Nolledijk zijn geteld.
Ofschoon bij Dishoek op de overgang van binnenduin naar agrarisch gebied
een smalle bos [Aantal per kwartier
strook voorkant, I 500
lijkt het mij
12 okt
onwaarschijn
lijk dat de
aantallen Vinken
die Dishoek zijn
gepasseerd veel
hoger zijn dan
hier is aangege
ven. Deze vogels
hebben zich
kennelijk niet
langs de zuid
westkust laten
stuwen (althans
niet tot boven
Dishoek) maar
zijn waar
schijnlijk vooral
400
300
Koop du in
Nolledijk
irfiVnl
200 -
100 -
uit de zone
14
Tijd
Kbudekerke-Rammekens
afkomstig.
i
12