iffl
m.
breskens, voorjaar 1990
5-za
si3 s a is1s l 5
s - r, -
In het voorjaar van 1990 is voor het elfde achtereenvolgende jaar
de voorjaarstrek bij Breskens gevolgd.
Het is al vele jaren bekend dat langs de West-Zeeuwsvlaamse kust
sterk gestuwde trek kan worden waargenomen. Vrijwel alle vogel
soorten kunnen worden gezien; van typische zeevogels als Jan van
Gent en Noordse Stormvogel tot echte standvogels als Kuifmees en
Havik. De hoofdmoot bestaat echer uit zwaluwen, piepers en vink-
achtigen, terwijl soms ook indrukwekkende aantallen steltlopers
passeren.
Er wordt meestal geteld op de verhoogde zeedijk, ongeveer 200
meter ten oosten van de vuurtoren van Breskens. In januari 1991
heeft de vogelwerkgroep "'t Duumpje" 2 houten wanden laten plaat
sen, zodat er altijd uit de wind kan worden gestaan.
In 1990 werd 266 uur geteld (6 uur meer als in 1989). Het tellen
werd begonnen op 27 januari en geëindigd op 1 juni. In de maanden
januari, februari, maart, april, mei en juni is er respectievelijk
2, 25*4, 37*4, 78,119*4 en 3*4 uur geteld. 95* van de tellingen werd
door walcherse vogelaars verricht.
Voorjaar 1990 was qua waargenomen aantallen een topjaar; er werden
maar liefst 267.145 vogels geregistreerd (verdeeld over 189 soor
ten) wat neer komt op een gemiddelde van meer dan 1000 vogels per
uur. Het is onmogelijk om elke vogel te zien en te registreren.
Het werkelijke aantal vogels dat de telpost passeerde tijdens de
tellingen ligt waarschijnlijk nog veel hoger.
Roofvogels waren uitzonderlijk algemeen in het voorjaar van 1990.
Grote aantallen trokken in de eerste weken van mei langs. Op 2 en
3 mei werden respectievelijk 187 en 154 roofvogels geteld, de
meeste in de namiddag. Het meest talrijk was de Torenvalk, een
soort die niet bekend staat als een echte trekker; op 2 mei vlogen
zelfs 105 exemplaren van deze soort langs. Op de 2e plaats komt
de Bruine Kiekendief met 356 waargenomen exemplaren. Evenals in
voorgaande jaren trokken er weinig Buizerds langs. In het voorjaar
volgt deze soort kennelijk een oostelijker route; in Oost-Neder
land is het de algemeenst doortrekkende roofvogel. Te Breskens
komt de soort, met slechts 7 waargenomen exemplaren, op gelijke
gehoogte met de relatief veel zeldzamere Zwarte Wouw.
Een soort die in 1990 alle records brak is de Graspieper. Het
aantal van meer dan 150.000 getelde vogels is het hoogste dat
ooit in Nederland is vastgesteld in één seizoen. Op 22 april
vlogen maar liefst 41.000 exemplaren langs, terwijl de daaropvol
gende week dagelijks nog eens 10.000 tot 20.000 Graspiepers konden
worden geteld.
Het intensief tellen op een goede plek in het voorjaar levert
vaak een ontmoeting met minder algemene soorten op; in 1990 werden
bij Breskens aardig wat zeldzaamheden opgemerkt zoals Bijeneter,
Scharrelaar, Witkopgors, Kalanderleeuwerik en maar liefst 5
Roodstui tzwa1uwen
Hoewel reeds vanaf eind januari voorjaarstrek plaatsvindt, wordt
de meeste trek doorgaans van half april tot half mei waargenomen.
De grootste aantallen passeren in de eerste uren na zonsopgangvan
uitslapen is dus geen sprake!
Sander Lilipaly, Seisbolwerk 16, 4331 RD Middelburg. 01180-36455.
21
IU ID
fl fl
I ID lil
n ui ij
L t f ,11 ft u,
i y n ib U'
N IT
U) Tl 1 t
fj 3 n y
a.
CL
*P rf G *P 73 B IX (0 li c m -f,
2
m
ai
A
ra
X' ffl n ui «n -h t a r
*2tr j ra rr ra d cc ra
ra«g t o d c c
5 c* rr cr
li s q
U* UI nJ o*
'3.-,
o- la rj w ►-
i ra ro ra
ra -8 -8 -8 o
t ra ra o, ra u
i Ij j. !il M o |i },i vj9 5ni <12 M o Sti
la t J mi *1 -Ü C I (U o UJ 'Ij O- 43 t- li ijl lü O I» 1» to •- IJ 10
Lnujwti2j5o2i3hj!)lÖyL'ltjfo^rarj(
H 3' "Q G1 'Z PI X 31 "0 HQ-
I J •- I* 0 (U 4*
22
f