ting van 65 Het onderzoek beperkte zich alleen tot de kasten
welke door de VWG werden geplaatst en kasten elders waarvan de
aanwezige jongen werden geringd. Geschat wordt dat buitenom deze
kasten een minstens even groot aantal kasten elders bij parti
culieren op Walcheren hangt. Het gaat dan voornamelijk om
plaatsen als Boerderijen, boomgaarden en (2 ha) buitenplaatsen.
Buitenom het broeden in kasten en natuurlijke nestgelegenheden is
broeden vastgesteld in (reserve)sluisdeuren en in nissen van de
Grote Kerk te Veere en van de "Lange Jan" te Middelburg en op
Fort Rammekens. Geschat wordt dat er jaarlijks minimaal 25 paar
Torenvalken op Walcheren broeden. Een broedvogelinventarisatie
door de PPD op Walcheren in de jaren '83 -'89 leverde een schat
ting van 15 tot 25 paar op.
Met dank aan de mensen die het mogelijk maakten op hun terrein
nestkasten te plaatsen en waarbij we jaarlijks controles uit
mochten voeren. Ook de beide ringers, dhr. Schaap en Adri Joosse,
welke hun ringgegevens ter beschikking stelden worden hierbij
bedankt
VerwiIzinqen
1) Onderzoeksmededelingen 1981 no 6, 1982 no 6, 1983 no 2 en 1984
no 1. Uitgave Vogelwerkgroep Walcheren.
Jos Tramper, Noordweg 78, 4353 AZ Serooskerke (met medewerking
van Koos Minnaar)
KOKMEEUW MET AFWIJKENDE POTEN.
Via dhr. Visser ben ik in
bezit gekomen van een Kokmeeuw
met afwijkende poten. De vogel
is dood gevonden in de tuin
van dhr. Visser in Vlissingen.
Het bijzondere aan de poten is
dat aan de voorkant van het
kniegewricht, aan beide poten,
een extra teen zit van 32 mm.
Aan de rechterpoot zit zelfs
nog een tweede extra teen van
11 mm.zoals op bijgaande
foto is te zien. Verder waren
aan de vogel geen afwijkingen
zichtbaar
Hierbij mijn vraag of er meer
van deze afwijkingen bekend
zijn en hoe deze vergroeiingen
kunnen ontstaan. Voor
eventuele inlichtingen hou ik
mij aanbevolen.
Jan Meulmeester,
Westerscheldestraat 31, 4388
i VC Oost-Souburg.
7
MAROKKO 1990/1991
Voorjaar 1990 besloten Gido Davidse, Hans Vrolijk en ik de
kerstvakantie 1990/91 nuttig te besteden door een vogelvakantie
naar Marokko te plannen. Na verloop van tijd kwamen er
verschillende mensen bij (Arjan Ovaa, Edward van IJzendoorn,
Remco Hofland) zodat we niet alleen twee auto's (met elk drie
man) hadden, maar ook een gezelschap dat in alle opzichten niet
bonter kon! Eén ding hadden we echter allemaal gemeen:
gedrevenheid in het zien van interessante vogelsoorten en mooie
landschappen
In Marokko konden we wat dat betreft ons hart ophalen: op
vogelgebied is het land hard op weg één van de minst originele
wintervakantiebestemmingen te worden. Naast de mondiaal
uitstervende vogelsoorten die Marokko (nog) te bieden heeft
(Dunbekwulp en Heremietibis) zijn er tal van Afrikaanse
specialiteiten (Woestijnmus, Dubbelspoorfrankolijn etc.) en
enkele families zijn er buitengewoon goed vertegenwoordigd, b.v.
de leeuwerikken en tapuiten. Verder treft men er de Europese
overwinteraars
Na een goede voorbereiding aan de hand van reisverslagen van
eerdere trips door andere groepen zagen we ons op 23 december
verenigd op het vliegveld van Brussel. Vijf uur later stonden we
klaar voor de start in Casablanca. De in Nederland betaalde
huurauto stond klaar, maar moest nog een keer betaald worden (een
slordige 1200 gulden). We lieten ons niet uit het veld slaan door
deze eerste kennismaking met een (nog) inheemse Marokkaan.
De planning voor de twee weken stond scherp: over een afstand van
(naar later bleek) 4000 kilometer stonden de 'nieuwe soorten' per
8