turkije/cyprusjuni 1991 Peter Braam Op 11 juli j.l. bracht het vliegtuig me (in gezelschap van Wiel Poelmans en Frank Dorèl) wederom naar een zonnige bestemming; ditmaal naar Turkije, een land dat al enige tijd hoog op de verlanglijst stond. De problemen rond de Koerden in ZO-Turkije waren over het hoogtepunt, dus we achtten de tijd rijp voor een rondreis door dit uitgestrekte land. De situatie in het ZO was wel van belang, omdat ook die streek gepland was in de trip. We landden in Antalya aan de Middellandse Zeekust en volgden de richting Oost. In die tijd van het jaar was de soortenrijkdom gigantisch. Na enkele dagen relaxed vogelen prijkten al soorten als Griekse Spotvogel, Rouwmees, Turkse Boomklever, Rüppells Grasmus, Eleonora's Valk, Zwartkopgors, Maskerklauwier, Finsch Tapuit, Aziatische Kalanderleeuwerik. Bruinkeelortolaan, Sporenkievit Purperkoet, Woestijnplevier, Vorkstaartplevier en Gestreepte Prinia op de lijst! Een bezoek van 4 uur aan het Turkse deel van Cyprus (na een boottocht van 8 uur) leverde de twee lokale endemen (Cyprus Tapuit en Zwartborstgrasmus) op. Al snel bleek dat dit jaar velen een andere vakantiebestemming dan Turkije hadden gekozen: in alle hotels waren we absoluut de enige gasten. Dat Turkije naast hoogland ook flinke bergketens heeft, hebben we geweten: beklimmingen waar we trots op mogen zijn leverden Kaspisch SneeuwpatrijsRoodvoorhoofdkanarieRode Woestijnvink, Aziatisch Steenpatrijs en Steenheggemus op. Om het pad en de vogels te vinden was een lokale gids echter wel noodzakelijk. Geleidelijk aan gingen we redelijk Oostelijk en kwamen we langs de Syrische grens. De soorten die we zagen worden onderhand te veel om op te noemen, maar als besten staan me Smyrna Gors, Perzische Roodborst, Geelkeelrotsmus, Groene Bijeneter, Ménétries Zwartkop en Perzisch Zandpatrijs nog goed bij. De halve Heinzel was er echter bijna wel aanwezig! Het maken van een foto van een onbemande grenspost bracht nog enige spanning. Hij was dus niet onbemand. Ik weet niet of het de vogels of de vogelaars zijn, die iets(met grenzen hebben, maar ik weet wel dat je wat dat betreft in Turkije aan je trekken komt. We zetten dus de reis voor richting Oost op weg naar Tigris bij het drielandenpunt met Syrië/Irak (de plek voor de Indische Kievit)Onderweg konden we ons al goed voorbereiden op de lokale situatie: diverse militaire kolonnes kwamen ons tegemoet, sommige dorpjes waren compleet verlaten, controleposten doemden op. We tickende kievit in 2 minuten en verlaten het onrustige gebied weer door noordwaarts te rijden, richting Van-meer. Onderweg zagen we borden richting Silopi: ik mezelf suf zoeken in de verslagen van andere vogelaars, want die plaats kende ik toch ergens van! Het was echter geen vogelstek, maar hier werd het Nederlands tentenkamp t.b.v. de Koerden gebouwd. Van (met het gelijknamige meer) ligt op een groene hoogvlakte en 17 leverde soorten als Steenortolaan, Rose Spreeuw, Veldrietzanger en Witkopeend op. De stad ligt 50 km van Iran, maar oogt (inclusief de bevolking) redelijk Westers. Op doorreis naar de Pontische Alpen (richting Armeense grens) werden nog Jufferkraanvogels en Dwergaalscholvers op een klassieke stek aangedaan. - In de Pontische Alpen was het land het meest verstoken van Westerse invloeden, maar het heeft zo af en toe ook z'n bekoringen. Bovendien was het net offerfeest, waardoor bijna alles 4 dagen gesloten was. Verschillende zeldzame soorten konden we hier bijschrijven: Balkanvliegenvanger, Kaukasisch Korhoen, Bergtjiftjaf. Groene Fitis, e.d. Na dit deel van de reis zat het belangrijkste erop en restte ons nog een terugreis van 3500 km langs de Zwarte Zeekust en dwars door het binnenland, terug naar Antalya. Bovendien was de magische grens van 500 soorten in WP nu gepasseerd. Onderweg deden we nog een leuke delta, berggebieden en een meer aan Dunbekmeeuw JW De Kizi1innakdelta is nog een van de laatste bolwerken van de Kroeskoppelikaan. Afgezien van deze soort zagen we er vele reigers en rietsoorten. In de bergstreek ten noorden van Ankara bevindt zich een van de weinige Nationale Parken van Turkije. Dit was dan ook de enige plaats met meerdere gasten (hoofdzakelijke lokale bevolking uit Ankara) in het hotel. Het verblijf werd opgeluisterd door een Turks tortelduifje» waarvan ik bijna zeker weet dat ze op geen enkele wijze meer aanhanger was van het islamitisch geloof. Bovendien waren er óók nog eens een keer goede vogels, waaronder Monniksgier en Zwarte Ooievaar. Het Kulu-meer (een van de vele meren in Centraal-Turkije) tot slot bleek vol vogels te zitten; het was nog verdraaid hard werken, die laatste dagen! Dunbekmeeuw, Krooneend, Witkopeend, Woestijnplevier, Lannervalk en notabene 2 Steppenarenden (zeldzaam in Turkije) sloten de soortenlijst af. Al met al een trip door een fantastisch en vogelrijk land met een prima volk. Peter Braam, Starrenburglaan 161, 2241 ND WASSENAAR 18

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1991 | | pagina 10