verslag excursie neeltjejans,29mei™»^*^^
verslag ledenvergadering26 juni
Van deze soort zijn in één telling maximaal bijna 1800 vogels
gezien (november 1981). Andere hoge aantallen zijn: november 1980
(1600), februari 1981 (1400), oktober 1981 (1300), december 1981
(1200) en januari 1982 (ongeveer 1600 ex.). Lage aantallen zijn
geteld in april en september (omstreeks 300 vogels). Door de
groepsvorming die buiten de broedtijd optreedt en de
verplaatsingen van die groepen is moeilijk een goed beeld van de
aantallen te verkrijgen. Daarbij komt nog dat in tellingen die
later op de dag verricht zijn groepen Kauwen zijn waargenomen die
zich in de buurt van de slaapplaats verzamelden. In vijf
gebieden die, met uitzondering van juni, juli en augustus, van
november 1980 tot en met maart 1982 maandelijks geteld zijn, ziet
het aantalsverloop eruit als in figuur 89. Voor elke maand (juni-
augustus uitgezonderd) zijn de aantallen vogels in de volgende
gebieden gesommeerd: Gil omgeving Vrouwenpolder, G19 omgeving
Ter Hooge, G93 Welzinge, G94 - tussen Nieuwland en Arnemuiden,
G97 - omgeving Ritthem. Direct is al te zien dat de periode
november tot en met maart in 1980/81 aanmerkelijk lagere
aantallen te zien geeft dan in 1981/82. Wanneer we wat beter naar
de figuur kijken zien we bovendien dat geregeld aantallen van
honderden vogels in bepaalde gebieden 'verschijnen en
verdwijnen'. U begrijpt dat het verspreidingskaartje van figuur
90 met de nodige voorzichtigheid moet worden gelezen. Weergegeven
zijn de maximale aantallen per telgebied. De verspreiding zal
voortkomen uit zowel de ligging van de slaapplaatsen (Ter Hooge,
Middelburg, Haringvreter, Oranjebos, Rammekens) als het voorkomen
van geschikt fourageergebied (o.a. graslanden). Gerichte
tellingen kunnen m.i. een aardig beeld geven van de verspreiding
gedurende het winterhalfjaar en de keuze van fourageergebieden
waarbij onderscheid gemaakt zou moeten worden tussen fouragerende
en niet fouragerende vogels.
(1) P.P.D. Zeeland, 1986. Broedvoge1 inventarisatie in
waterwingebied Oranjezon 1983. Middelburg.
(2) G.J.C. van Zuijlen J.W. Vergeer, 1991. Broedvoge1onderzoek
Zeeland: deelgebied Walcheren. Middelburg.
(3) K.Mostert, 1989. Broedvogelinventarisatie van Middelburg in
1989. Delft.
Aanwezig 17 leden.
Afmelding ontvangen van dhr. Smit uit Vlissingen.
Er was deze avond géén huishoudelijk gedeelte. Er werd gelopen
langs de nieuw aangelegde duintjes en er werd gekeken in de
schuilhut
Er werden behalve de bekende vogels ook een paar niet alledaagse
vogels gezien: een Paapje, een Eidereend ^ïet 3 pul li en een
IJseend. De laatste zorgde voor enige discussie omdat de één zei
dat het een IJseend was, terwijl de ander de vogel determineerde
als een raar getekend onvolwassen Eidereend-mannetje
Helaas was de vogel later op de avond niet meer te zien, dus de
ware identiteit zal altijd een vraagteken blijven. Al met al was
het zeker een zeer geslaagde excursie onder begeleiding van Jos
15
Aanwezig 7 leden
Afmelding ontvangen van Co Smit,
dhr. Smit uit Vlissingen.
Veldwerk
Adrie Joosse, Jaco Walhout en
Met het broeden van de Torenvalken gaat het goed, maar met de
zangvogels en de wilde eenden minder goed.
Op Walcheren zijn er tot nu toe 6 paartjes Kerkuilen tot broeden
gekomen. Van de Steenuil is helaas maar 1 broedsel bekend.
Het is nu tijd om de Kuifeenden te inventariseren. Verder werden
er veel Spreeuwen gezien (voedseltrek)Ook de Kieviten komen
langzamerhand weer terug.
Van 10 tot 24 augustus zijn er bij de Nolledijk trektellingen van
de 1.w.v.t
Het verslag van februari, maart en april wordt goedgekeurd en
vastgesteld met een rectificatie. Deze is als volgt:
"Bij de rondvraag van het verslag ledenvergadering 27 maart 1991
staat dat Koos had gezegd dat er een stukje bos bij Ter Hooge zou
gaan verdwijnen. Dit moet zijn: Bij het plan Ruilverkaveling op
Walcheren zou bij Ter Hooge een stukje bos aangeplant worden. De
stichting "Het Zeeuwse Landschap" ziet hier liever een
heggegebiedjeDus meer heggegebied dan bos."
Mededelinaen
Nieuw lid is Pim Wolf, Van Bossestraat 78. Vlissingen.
Er zijn plannen voor het bergen van baggerspecie in het gebied
Rammekens-buitendijksDe Z.M.F. gaat een bezwaarbrief opstellen.
Wij kunnen dit protest ondertekenen.
Jan Willem Vergeer (PPD) wil een broedvogelatlas van Zeeland
samenstellen. Hij doet een beroep op alle vogelaars om gegevens.
Cursusaanbod Zomeruniversiteit 26 t/m 30 augustus 1991.
"Hebben wij veel toeristen?". Hiernaar wordt een onderzoek
gedaan. Concrete voorbeelden kunnen we doorgeven aan Fred Twisk.
Avifauna loopt aardig. Een groepje van circa 5 mensen werkt
momenteel aan de soortsbeschrijvingen die worden geschreven aan
de hand van verzamelde gegevens en met behulp van literatuur.
Ieder schrijft voor elke soort steeds dezelfde rubriek
(bijvoorbeeld "biotoop" of "verspreiding), terwijl Fred alles op
harde schijf zet.
Er worden 10 soorten per maand geschreven. Inmiddels zijn de
eerste 20 soorten al verwerkt. Wat wel opviel was dat er bij de
V.W.G. weinig wordt ingeleverd over de Blauwe Reiger en andere
algemene soorten.
Rondvraag
Fred heeft ongeveer 200 Gierzwaluwen fouragerend boven de duinen
gezien. Sander gaat in verband met studie naar Arnhem verhuizen.
De kaartjes voor het waarnemingsarchief kunnen het beste
ingeleverd worden bij Jaco Walhout of bij Jan Meulrneester op de
vergaderingen. Sander blijft de overzichten schrijven.
16