-DE ZWARTE ROODSTAART ALS BROEDVOGEL OP WALCHEREN In het voorjaar van 1989 werden op initiatief van ondergetekende door leden van de Vogelwerkgroep Walcheren zingende Zwarte Roodstaarten geteld op Walcheren. Elk geschikt biotoop werd minimaal 1 keer bezocht tussen 30 april en 2 juni. Alvorens de resultaten te bespreken wil ik eerst het voorkomen in Nederland en specifiek Zeeland kort bespreken, waarna ik het voorkomen van de soort op Walcheren vóór 1989 samenvat. Sinds de zestiger jaren is de Zwarte Roodstaart als broedvogel sterk toegenomen in Nederland. In de periode '70-'78 werd het aantal broedparen in Nederland op 3000-4000 paar geschat (SOVON 1979) terwijl het aantal paren anno 1983 op maar liefst 20.000 tot 28.000 paar werd geschat (SOVON 1987). Het aantal Zeeuwse broedparen werd eind jaren 70 op 50 tot 100 paren geschat, waarbij de zwaartepunten in Zeeuws-Vlaanderen en centraal Zuid-Beveland lagen (zie figuur 1). De meest recente gepubliceerde gegevens zijn: West- en Oost Zeeuws-Vlaanderen respectievelijk 35-50 en 250-300 paar (avifauna ZV1en Schouwen en Duiveland 6-12 paar (avifauna Sch&Dui). Van Tholen en de beide Bevelanden zijn mij geen gegevens bekend. Het eerst bekende broedgeval van de Zwarte Roodstaart in Zeeland was in 1936 te Middelburg (Haverschmidt 1942). Sinds de zestiger jaren is er sprake van een gestadige toename, parallel aan de toename in vele andere delen van Nederland. Smulders Joosse (1969) noemen de soort een schaarse broedvogel (6-20 paar) Eind jaren zestig en in de zeventiger jaren werden (vrijwel) jaarlijks broedgevallen geconstateerd in het vlissingse havengebied, op het terrein van de PZEM te Vlissingen en in de binnenstad van Middelburg (archief Dhr Weds de Swart) Uit figuur 1 blijkt dat de soort anno 1979 vooral in Vlissingen en in het ha vengebied van Vlissingen voorkwam, ter wijl slechts één broedgeval voor West kapel le en één mogelijk broedgeval voor Middelburg wordt aangegeven. Vermeldenswaardig tenslotte zijn broed geval len van een paartje in Middelburg Zuid in 1968 (J. Vlieger) en in de Gre- velingenstraat (nabij lage flats, gele gen in een "nieuwe wijk" aan de oostrand van Middelburg (P.L.Meininger) De volgende gebieden werden tijdens twee tot vijf maal (m.u.v. het Binnenhavengebied Vlissingen grondig afgechecked op de aanwezigheid van Zwarte Roodstaarten: 1) geheel Middelburg, inclusief het industriegebied; 2) de binnenstad, de Boulevard, het industieterrein en het binnen- en buitenhavepgeMecl van Vlissingen; 3) het havengebied VIissingen-Oost (Sloehaven. ScheldepoortBijlevelthaven, Quarleshaven)4) Westkapelle. Buiten bovengenoemde gebieden werden tijdens toevallige bezoeken ook Veere, Domburg, St. Laurens. Nieuw en Sint Joost land. Serooskerke, Grijpskerke en Dishoeck en Ritthem gecontroleerd. 21 In vrijwel alle gevallen waren zingende vogels tijdens elk bezoek in hetzelfde territorium aanwezig. Vogels die slechts éénmaal werden waargenomen zijn niet als broedvogel meegeteld. Een uit zondering is gemaakt voor de territoria in het binnenhavengebied van Vlissingen. welk gebied maar éénmaal bezocht werd (30-4-89) Totaal werden 34 zangposten geregistreerd, die als volgt over Walcheren verdeeld waren: Middelburg: (binnenstad 3. industrie—terreinen 6, oude wijken 1). Vlissingen: (boulevard 1, binnen-havengebied (inclusief Vissers-haven) 6, buitenhavengebied 2, voormalig terrein PZEM 1)Ritthem:l zangpost (woonwagenkamp) Vlissingen Oost: 10 zangposten (Scheldepoort 1, Sloehaventerrein 7. Bijlevelthaven 2). Westkapelle: 2 zangposten (kleine bedrijven). Dishoek:l zangpost (open luchtkerk) Twee zangposten in de binnenstad van Middelburg lagen dermate dicht bijelkaar dat niet uitgesloten kan worden dat het om dezelfde vogel ging. De vogel te Dishoek werd slechts tweemaal aangetroffen en daarna niet meer. Het aantal territoria wordt daarom op 32 tot 34 geschat (zie ook figuur 2) Mostert (1989) noemt voor Middelburg een schatting van 12 tot 13 broedparen. Waarschijnlijk gaat het hier om een vergissing omdat Kees Mostert voor zijn verslag de door de VWG verzamelde gegevens gebruikte (9-10 zangposten) en de verspreidingskaart ook slechts 9 zangposten aangeeft. Alle tellers wil ik hierbij danken voor hun medewerking. Dit zijn in willekeurige volgorde: K. Mostert, G. Davidse, L. Persijn, t Twisk, S. Lilipaly en R. Sponselee literatuur: - Buise m.a. en Tombeur t.1.1. 1988, Vogels tussen Zwin en Saeftinge. De avifauna van Zeeuws Vlaanderen. - Meininger P.L. 1977, Verspreiding en aantallen van de broedvogels in Zeeland. Middelburg. - Mostert K. 1989. Broedvogelinventarisatie van Middelburg in 1989. - Smulders B.J. e& Joosse A. 1969. Avifauna van Walcheren. Wetenschappelijke mededelingen K.N.N.V. nr 82, Hooghout - SOVON 1979, Atlas van de Nederlandse Broedvogels, Deventer. - SOVON 1987, Atlas van de Nederlandse Vogels, Almelo. Werkgroep Avifauna Natuur- en Vogelwacht Scouwen en Duiveland, Zierikzee Jaco Walhout, Verwerijstraat 25, 4331 TA Middelburg. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1992 | | pagina 12