NIET NAAR NESTKAPELLE. VOORJAARSTREK TE DRESKENS IN 1991. 14 Op vrijdagavond 18 oktober laat in de avond met de trein uit Arnhem aangekomen en na een zware tentamenweek had ik flink de behoefte om weer eens naar buiten te gaan. De weersvooruitzichten voor de zaterdag waren goed; harde noordwestenwind, kracht 7 tot 8. wisselend bewolkt met felle buien er tussen door. De keuze was voor mij simpel, morgen zou ik gaan zeetrekken op Westkapelle. Het pakte echter anders uit. Ik versliep me grandioos en werd om negen uur wakker door vogelgeluiden in de tuin. Ik keek naar buiten en zag nog juist een groep van 30 koperwieken overkomen." Leuk, zo midden in de stad" dacht ik en bleef rustig liggen. Nog geen minuut later hoorde ik opnieuw van die hoge ijle roepjes. Ik keek naar buiten en zag opnieuw een losse hoge groep, zo'n 200 vogels sterk. Het schoot door me heen dat er hier iets goed mis zat. Dit kon gewoon niet, hoewel ik wist dat het zo was. Ik pro beerde mezelf zo goed mogelijk in zo kort mogelijke tijd te prepareren en zat vijf minuten later op de fiets, naar de Nolledijk, want daar zou het zich moeten afspelen. Onderweg bleek mijn vermoeden al waar te zijn. Duizenden koperwieken en kramsvogels joeg ik onderweg naar Vlissingen voor me uit met vele "near misses' van vooral merels. In de lucht waren aan een stuk door grote groepen te zien. En passant zag ik in het Nollebos werkelijk heel veel lijsters. In de miezerigste bosjes zaten er honderden Op de Nolledijk trof ik een uitgelaten Arjen aan die het in z'n eentje nauwelijks bij kon houden. Het ging met duizen den koperwieken en vele honderden kramsvogels per kwartier. Kepen deden het in groepen tot zo'n 40 exemplaren stukken beter als vinken en de rest van de nederlandse avifauna liet zich vrijwel niet zien en na enige uren stonden we echt vreemd te kijken toen er een groepje van 11 spreeuwen overkwam 'Bestonden die ook nog?. De grote stroom bleef maar doorgaan. De ene golf was nog niet weg of de volgende diende zich al aan. Op de spreeuwen na vloog alles naar het westen toe, richting Valkenisse en vermoedelijk ergens bij Westkapelle de zee op. Rob kwam om elf uur nog even langs, op doorreis naar Westkapelle. hij gaf toch de voorkeur aan de mogelijkheid van een leuke zeevogel. Pim, die voor Westkapelle gekozen had en die van Rob gehoord had dat er veel lijstertrek op de Nolle was. arriveerde om een uur of vier (nadat de trek geluwd was) en sloeg (letterlijk) steil achterover bij het aanhoren van enthousiaste verhalen over 9000 koperwieken per kwartier. Westkapelle was leuk geweest met wat middelste jagers en grauwe pijlen (en ook een stormvogeltje en vorkstaartmeeuw door Rutger en Christiaan), maar er was daar geen lijstertrek van betekenis geweest Vermoedelijk zijn vrijwel alle vogels ergens tussen Dishoek en Westkapelle de Noordzee opgevlogen. De volgende dag arriveerden er grote aantallen aan de Engelse Oostkust met o.a. 20.000 invallende koperwieken in Kent ZO-Enge1andVerdere navraag bracht ook aan het licht dat de radarbeelden boven Nederland in de nacht van 18 op 19 oktober helemaal zwart zagen van massale nachttrek boven geheel Nederland. Doordat de 19e toevallig een landelijke simultaantrekteldag van de LWVT was. is deze massale golf in heel Nederland gevolgd. Verdere resultaten zijn mij niet bekend, maar zover ik weet is er geen een die boven de 60021 koperwieken en 17338 kramsvogels uit is gekomen Sander Lilipaly Seisbolwerk 16/18 4331 RD Middelburg 13 In het voorjaar van 1991 is er nu al weer voor het twaalfde achtereenvolgende jaar de voorjaarstrek systematisch geteld op de trektelpost langs de Panoramaweg ten westen van Breskens. Deze plaats behoort eigenlijk niet tot het werkgebied van onze vogelwerkgroepmaar toch zeker wel tot die van de Walcherse vogelaars. Zonder deze groep zou het totaal aantal teluren waarschijnlijk niet boven de 50 uit zijn gekomen. Dit jaar werd het recordaantal van 392 uren bijeen geteld. Er werd begonnen op 28 januari en geëindigd op 10 juni. Hoewel voor de meeste soorten nieuwe records werden gevestigd, was 1991 een matig trekjaar. De grote boosdoener waren de weersomstandigheden, die vooral in mei zeer veel roet in het eten gooiden. De beste trekperiodes waren de periodes 27 - 30 maart. 10 - 13 april en 24 - 27 april, steeds bij oostenwind. De langdurige westelijke stromingen mochten dan wel rampzalig zijn voor de aantallen zang- en roofvogels, voor het waarnemen van steltlopertrek was mei zo slecht nog niet. Alles bij elkaar genomen vlogen er 42606 steltlopers voorbij. Vooral kanoet, rosse grutto, tureluur en witgatje waren opmerkelijk talrijk. Steltlopers die bij voorkeur tijdens oostenwind trekken waren logischerwijs schaars, vooral voor bosruiter en oeverloper gaat dit op. Van bijna alle in mei trekkende soorten zang- en roofvo gels werden lage aantallen geteld, zo was het uurgemiddelde van de boerenzwaluw ruim twee keer zo laag als normaal en soorten als wielewaal, tortelduif en koekoek deden het nog veel slechter. De enige uitzondering uit deze groep is het smelleken. Deze valk trok het sterkst in mei en bereikte via een jaartotaal van 83 exemplaren een twee maal zo hoog uurgemiddelde als normaal. Eveneens verassend was dat het jaarrecord aan graspiepers met 22000 ex verbeterd werd en die van de kneu met 7000. Uiteraard werd ook menig dagrecord verbroken, enkele interes sante zijn bijvoorbeeld: 1098 aalscholvers (29/3), 25 purper reigers (25/4), 984 zwarte zeeeenden (26/5), 1751 kneuen (13/4), 2091 kanoeten (26/5). 2614 rosse grutto's (7/5) en 60 witgatjes op 25/4. Er was ook geen gebrek aan zeldzaamheden, getuige de waarne mingen van 1 rotszwaluw, 1 citroenkwikstaart, 3 roodstuitzwa- luwen. 2 witwangsterns6 bijeneters, 1 poelruiter. 1 breed- bekstrandloper, 4 reuzensterns en de jaarlijkse lachsterns, zwarte en rode wouwen, roodkeelpiepers, visarenden, roodpoot- valken, ortolanen en een grote lading europese kanaries. Het aantal langsvliegende soorten bedroeg 185. topdag was 27 april met 92 soorten. Nieuw voor de post waren: citroenkwik staart. rotszwaluw, witwangstern, breedbekstrandloper, houtsnip, boomkruiper, braamsluiperlachduif, casarca en zwarte zwaan. Tenslotte wil ik alle tellers bedanken die meegeholpen hebben aan de tellingen. Een lijst met koude cijfers is leuk en aardig om door te lezen maar het zegt natuurlijk niets over de sfeer en de gezelligheid op de post en ook die was goed. Sander Lilipaly, Seisbolwerk 16-18 4331 RD Middelburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1992 | | pagina 8