Resultaten: Hoewel de inventarisatie geslaagd mag worden genoemd, bleven er toch nog enkele plaatsen liggen, zoals ontoegangkelijke gebieden in de duinen en de Manteling op plaatsen waar fietsen verboden is. Er werden 97 zekere en 22 waarschijnlijke broedgevallen vastgesteld (fig.2). In aanmerking genomen dat met name de binnenduinrand ondertelt is wordt aangenomen dat het werkelijk aantal broedparen voor 1992 tussen 125 en 165 heeft gelegen. Evenals in voorgaande jaren bevonden zich ook nu de meeste broedgevallen in de binnenduinrand. Vooral de kuststrook tussen Vlissingen en Westkapelle herbergde vele 10-tallen broedparen. Tenminste 6 broedgevallen werden vast gesteld in de groenstrook langs de autoweg naar het sloegebied. Deze in de jaren 70 geplantte groengordel biedt pas sinds kort nestgelegenheid aan de soort. De vogels doen zich te goed aan de vele verkeer- en draad- slachtoffers. Buiten deze gebieden broedt de soort langs de boarder van het Veerse meer en in de kreekgebieden van Veere, Ritthem en Westkapelle. Op midden Walcheren wordt de soort vooral aan getroffen in windsingels rond boerderijen en boomgaarden. Vergelijken we de beide figuren dan zien we dat de soort ten opzichte van voorgaande jaren opvallend is afgenomen op Midden Walcheren. Samenvatting: De afname van het aantal Eksters tijdens de PTT—tel 1ingen en het geringe aantal exemplaren wat tijdens de Midwintertelling van 1992 werd waargenomen was aanleiding voor deze inventarisatie. Het vermoeden dat de soort als broedvogei zou zijn afgenomen wordt hiermee bevestigd. De soort blijkt sinds de laatste inventarisatie in de periode '83-'89 met ca 25% te zijn afgenomen! Het mag duidelijk zijn dat vernietiging van het (broed)biotoop hier niet schuldig aan is. Immers zowel erf- als wegbeplanting en struwelen worden hoger en daar door aantrekkelijker als broedplaats. De oorzaak van deze achteruitgang moet dus gezocht worden in het feit dat de soort sinds jaar en dag vervolgt wordt door de mens (denk aan de overkapping van het nest). Zeker het vangen met behulp van een vangkooi met lokvogel zorgt er voor dat hele gebieden ontvolkt raken. Tenslotte dient opgemerkt te worden dat de oude nesten weer dienst doen als broedplaats voor Ransuil en Torenvalk zodat ook deze soorten de dupe worden van de hetze tegen de Ekster. 5 Dankwoord Met dank aan de volgende personen van welke ik gegevens mocht ontvangen: Jaco Walhout, Koos Minnaar en Fred Twisk. Literatuur: (1) Tramper J., 1991. Ekster vervolging meetbaar? Zwelmpje 6:3, augustus 1991. (2) Tramper J., 1992. Midwintertelling 1992. Zwelmpje 7:2, mei 1992. (3) Twisk F., 1991. Systematische voge1te 11ingen op Walcheren '80-'83. Zwelmpje 6:3, augustus 1991. (4) Wantij, 1990. Uitgave Zeeuwse Milieu Federatie. Wantij 7 december 1990. (5) Smulders B.J. Joosse A., 1969. Avifauna van Walcheren, wetenschappelijke mededelingen KNNV no 82, Hoogwoud. (6) Meininger P.L., 1981. Inventarisatie van 10 soorten broedvogels op Walcheren in 1981. Onaerzoeksmedede1ingen no 5, VWG Walcheren. (7) Zuylen G.J.C. van Vergeer J.W.1991. Broedvoge1 onderzoek Zeeland, deelgebied Walcheren. Provinciale Planologische Dienst Zeeland. Jos Tramper, Noordweg 78, 4353 AZ, Serooskerke CAP GRIS NEZOKTOBER 1992 Reeds in "net voorjaar op de telpost Breskens ontstond bij ons het plan om in de herfstvakantie naar Cap Griz Nez te gaan. Van veel vogelaars hadden we gehoord dat de zeevogeltrek er in september en oktober spectaculair is. Omdat ik zelf nog nooit op een andere zeetrektelpost dan Westkapelle had gestaan was deze uitdaging totaal nieuw voor mij. Koen was er al twee keer eerder September 1992; het najaar was niet te stoppen en nog steeds had ik op Westkapelle niet de soorten gezien die ik zo graag had willen zien. Het "Vaaltjes"- en "Vorkstaartmeeuwensyndroom" achtervolgde mij al lange tijd en ook dit jaar leek het er op dat ik het niet zou kwijt raken. Gelukkig was Koen zo aardig om de Vale Stormvogeltjes op 5 september al op grote afstand op te sporen, zodat ik zonder al te veel moeite de soort aan mijn lijst kon toevoegen. Eindelijk was er weer een zeevogelmisser weggewerkt. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1993 | | pagina 4