zien we bij de kolonie aan de boerderij in de Oranjepolder, na
een stijging begin jaren '80 schommelt het aantal nu rond de
25 paar. Hieruit blijkt dat er grote lokale verschillen zijn
in de populatiegroei
Samenvatting.
De stand van de Huiszwaluw op Walcheren heeft zich na een
sterke afname, ergens tussen 1969 en 1982, gestabiliseerd. Uit
de aantalsontwikkelingen van twee kolonies blijkt dat de
stabilisatie niet op kolonieniveau geldt. Het lijkt erop dat
in de stedelijke gebieden een afname plaatsvindt en dat de
kleine landelijke plaatsen worden gekoloniseerd. Uit het
broeden in de nieuwbouwwijken blijkt dat de Huiszwaluw in
staat is nieuwe kolonies te stichten. Dit oppertunistische
gedrag lijkt de redding voor de Huiszwaluw op Walcheren. Een
verdere analyse van de historische gegevens is nodig om deze
bewering te staven.
Waarom Huiszwaluwen blijven tellen?
De Huiszwaluw is juist zo1n interessante soort omdat de
Huiszwaluw zeer kritisch is ten opzichte van z'n leefomgeving.
De broedpopulatie is met relatief weinig inspanning goed te
volgen. Om deze redenen is de Huiszwaluw een goede
"indicatorsoort". De Huiszwaluw kan een soort signaalfunctie
vervullen. Sluipende veranderingen in het milieu die in eerste
instantie van geen belang lijken te zijn kunnen door middel
van het volgen van de Huiszwaluwpopulatie vroegtijdig worden
opgemerkt. Bovendien worden de gegevens landelijk verzameld en
geanalyseerd, dat geeft de mogelijkheid de situatie op
Walcheren te relateren aan de rest van Nederland.
Dankwoord
Zonder het beschikbaar stellen en aanleveren van historische
gegevens van Jan Meulmeester, Luud Persijn, Fred Twisk, Jos
Tramper en Jan-Willem Vergeer was dit artikel alleen maar een
opsomming geweest van de resultaten van 1992.
Literatuur.
- Enkelaar H., 1969. De Huiszwaluw (Delichon Urbica) als
broedvogel in Zeeland in 1969. De Composiet 3: 3-16.
- Leys H.N. Jonkers D.A., 1991. Inventarisatie van de
Huiszwaluw in 1989 en 1990 in Nederland. Vogeljr 39: 61
67.
- Leys H.N. Jonkers D.A., 1992. Inventarisatie van de
Huiszwaluw in 1991. Vogeljaar 40: 122-125.
- Philippona J., 1974. De Huiszaluw Delichon urbica).
Aantallen en verspreiding in Nederland. De Levende Natuur
77: 34-43.
- SOVON, 1887. Atlas van de Nederlandse Vogels.
- Tramper J., 1986. De Huiszwaluw als broedvogel in 1986. 't
Zwelmpje 1(4): 1-2.
- Tramper J., 1988. De Huiszwaluw als broedvogel in 1987. 't
Zwelmpje 3(1): 15-16.
- Van Noordwijk F., 1982. Inventarisatie van de Huiszwaluw
op Walcheren in 1982. KNNV-Vogelwerkgroep Walcheren.
Onderzoeksmededelingen 1982, 5:1-3.
Floor Arts, VIissingsesingel 38, 4335 GA Middelburg.
24
CAP GRIZ NEZ
Op 9 april jongstleden rezen mijn vader en ik voor de 4e keer
af naar Noord-Frankrijk; we wilden het toch nog eens op Cap
Griz Nez proberen. Onderweg besloten we nog even een kijkje
bij Oye Plage te nemen; hier staat een grote vogelhut met
uitzicht op een meertje en wat bosjes. Deze stop leverde ons
meteen al wat leuke soorten op waaronder 4 Grauwe Gorzen, 6
Engelse Gele Kwikstaarten, 1 Oeverzwaluw en 1 Ooievaar. Ons
bezoek aan het strrand van Les Hemmes was minder geslaagd; de
complete vloedlijn bestond daar uit hulzen van kogels. Jagen
schijnt daar een zeer geliefde sport te zijn. Het strand zelf
is ook een prima jachtplek voor degene die er geen moeite mee
heeft om alles te schieten wat er over vliegt. Na ons bezoek
aan dit strand vervolgden we onze tocht naar Camping de la
Muséé. Vervolgens trachtten we onze tent op te zetten op een
windstille plek, hetgeen achteraf goed bleek gelukt.
We besloten eens een leuke wandeling te gaan maken richting de
Cap en nog geen 5 minuten vanaf de camping verscheen een
soort, waar ik op had gehoopt deze eens mooi te zien: de
Geelgors. We zagen maar liefst 12 exemplaren bij elkaar.
Verder passeerden ook enkel Boerenzwaluwen, Boompiepers,
Roodborsttapuiten. Tapuiten, Grauwe Gorzen en een Grote Stern
de revue.
Teruggekomen op de camping bleek de tent inderdaad goed te
staan, maar we bleven voorzichtig, want een vervroegde
thuiskomst stond niet echt op het programma. De zang van de
Geelgors en de roep van de Koekoek wekten ons de volgende
morgen. We nuttigden ons ontbijt (heerlijk vers stokbrood) en
rukten op naar Le Portel. Deze plaats, onder Boulogne sur Mer,
huisvest een groot aanatl Zwartkopmeeuwen; het hoogste aantal
daar geteld is 660 exemplaren!Nu bleken 180 vogels
aanwezig, waar wij in ieder geval dik tevreden mee waren.
Verder zaten er slechts 5 Kokmeeuwen, 12 Grote Sterns en een
Dwergmeeuw. Van de Zwartkopmeeuw was elk kleed te bezichtigen,
doch vogels in 2e-zomerkleed en adult zomerkleed waren in de
mederheid.
Vervolgens trokken we naar de bossen van Hardelout wat 2
Europese Kanaries. 1 Nachtegaal, 1 Matkop en nog wat andere
(gewone) bossoorten opleverde. Jammer is dat er in deze streek
van Frankrijk geen enkele onvervuilde plek is te vinden,-
overal ligt huisafval en schroot. Ook hier waren de tekenen
van de jacht duidelijk aanwezig.
De volgende morgen bezochten we Cap Griz Nez om te kijken of
er enige trek was. Trek was er wel degelijk: Leuke soorten
waren Noordse Stormvogel; 6 trekkend en 2 ter plaatse. Jan van
Gent (8), Drieteenmeeuw (1), Kuifaalscholver (3), Visdief
(33), Grote Stern (22) en Aalscholver (12). Ook "Boertjes",
Witte- en Engelse Gele Kwikstaarten, Boom- en Graspiepers,
Kneutjes, Putters en Vinken trokken door. Dezelfde dag
bezochten we ook Les Courtes Dunes waar we verrast werden door
een groepje van 6 Oeverzwaluweneen Koekoek, een Nachtegaal
en een Rietzanger.
De volgende dag stonden we wederom op de Cap, waar ook toen
flink wat zee- en landvogels langstrokken, 's Middags reden we
nog even naar Le Portel (wat nog 150 Zwartkopmeeuwen en twee
Kokmeeuwen opleverde) om vervolgens richting Zeeland te
vertrekken
Dit keer was de tent heel gebleven, we hadden vrij goed weer
gehad en veel leuke dingen gezien; kortom een leuke vakantie.
Koen Kuypers, de Wolfstraat 1, 4364 BG Grijpskerke.
25