INLEIDING In dit overvolle nummer vindt u een verscheidenheid aan arti kelen met uiteenlopende inhoud. Mijn inziens is 't Zwelmpje hard op weg het best lopende regionale vogelwerkgroepblaadje te worden hetgeen uiteraard verheugend is. Ook voor het komen de nummer verwacht ik weer veel copy te krijgen. Uw bijdrage dient omstreeks 25 juli in mijn bezit te zijn, indien mogelijk op floppy in WP 5.1.. Allen die een artikel voor dit nummer verzorgden worden bedankti NOTEER IN UW AGENDA Woensdag 26 mei: Excursie in de omgeving van Dishoek (dus geen vergadering). Start om 19.15 uur van af Ellebooglaan 12 in Dishoek (nabij de toeristenkerk)Zie kaartje Woensdag 30 juni: Algemene ledenvergadering met na de pauze een dialezing door Erik Sanders over de natuur, vogels en cultuur van Luxemburg. De ledenvergadering begint om 19.30 uur en vindt plaats in de zaal van het bejaardenhuis "Bachtenpoorte" aan het Oranjeplein in Oost-Souburg. ILLUSTRATIES De tekeningen in dit nummer werden gemaakt door: Koen Kuypers: Witte Kwikstaart (blz 30). Sander Lilipaly: Bijeneter (blz 17) en Roodpootvalk (blz 19). Erik Sanders: Boomklever en Kleine Bonte Specht (blz 4). Jaco Walhout: Bosuil (blz 3), Korhoen (blz 4), Tafel- x Kuif- eend (blz 10)Kleine Zilverreiger (blz 27) 2 SFEERVOL AVONDJE MET DE BOSUIL BIJ OOSTKAPELLE De heer Schaap kwam op de voge1werkgroepvergadering van 24 februari j.l. met het verheugende nieuws dat hij de dag daar voor een Bosuil had horen roepen in het berkenbos bij Oostka pel le. De avond daarop zijn Erik, Jaco en ik direkt op zoek gegaan. De weersomstandigheden waren ideaal; weinig wind en een glasheldere avond. Rond een uur of half negen parkeerden we de auto en met het uitvallen van de koplampen vielen de duisternis en stilte van het bos over ons heen. Net na het dichtvallen van de portieren hoorden we tot onze vreugde de Bosuil al roepen op vrij korte afstand. De uil bleek verba zend makkelijk te lokaliseren, want na een korte wandeling bleek hij niet ver naast een bospad te zitten aan de parkeer plaats nabij de duinovergang 'de Lage Duintjes'. Het luide, vérdragende 'Ooeeeh, OehOehOe-Ooeehwaarvan de eerste let tergreep langgerekter en rauwer klonk, bracht samen met de koude, vochtige avond en het heldere maantje dat door de takken heen scheen, een mysterieuze sfeer met zich mee. Het is ons, dankzij de heldere avond, zelfs gelukt om het mannetje Bosuil in de oude, met klimop begroeide boom te zien zitten, al was het dan niet meer dan een schim. Nadat we ruim twintig minuten hadden genoten van de Bosuil en de sfeer van de avond daaromheen, was het de uil die hier een einde aan maakte door als een schaduw geruisloos in de nacht te verdwijnen. We hadden de smaak te pakken en zijn langs camping Oranjezon naar de plek gereden waar we Steenuiltjes verwachtten. Ditmaal hadden we minder succes. We moesten genoegen nemen met een flits van een mogelijk Steenuiltje dat in het licht van de koplampen uit een knotwilgje wegvloog. Toen we daar aan dat dijkje stonden te luisteren in de hoop de Steenuil nog te horen, hoorden we in plaats daarvan heel in de verte weer een Bosuil roepen. Omdat 'onze' uil was weggevlogen in deze rich ting en het geluid vérdragend is, hielden we het op één en dezelfde Bosuil. De week daarna bleken er wel degelijk twee mannetjes te zitten en is er zelfs een vrouwtje gehoord, de laatste toch onmisbaar voor het vormen van een paartje. Wie weet komen de Bosuilen zelfs tot broeden, nu alle middelen voor het bouwen van een nestje aanwezig zijn. Nadat de Bosuil zijn verspreidingsgebied in Nederland heeft uitgebreid en in de tachtiger jaren het westen van Noord Brabant heeft bereikt, lijkt deze bosvogel bij uitstek het voorbeeld van de Boomklever, welke enige jaren geleden Walche ren als broedplaats heeft ontdekt, te gaan volgen. Wellicht kunnen in de nabije toekomst andere bosvogelsoorten zoals Zwarte Specht, Kleine Bonte Specht, Mat- en Glanskopmees en Kuifmees eveneens voet (of zal ik zeggen 'poot') aan de grond krijgen op Walcheren. Paul van Tuil, Evertsenstraat 12, 4371 BE Koudekerke. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1993 | | pagina 3