Parelduiker langs de Polredijk en had een Buizerd gezien die qua tekening sterk op een Visarend leek. Joop nam grote groe pen Kramsvogels waar en daarnaast een Blauwe Kiekendief en een Groene Specht langs de ProoyensewegDolf had 20-25 Sijsjes in Toorenvliet. Een Grote Jager die hij had geringd werd losgela ten te Ritthem. Een Bosuil werd gehoord in Berkenbosch. Marcel had twee Blauwe Kiekendieven en twee Baardmannetjes gezien en Gerwin en Vuurgoudhaantje in Grijpskerke. Lenie zag een Goud vink in de duinen en Francien nam een Velduil waar bij de Flauwersinlagen en een Groene Specht bij huis. Jan M. meldde dat er op 4 februari bij Groot Valkenisse 7 Zeekoeten naast elkaar lagen die allemaal op dezelfde manier waren opengesne den. Later bleek dat het om eem priveonderzoek ging van Pim met als doel leeftijd, geslacht en doodsoorzaak vast te stel len van de vele aangespoelde dode Zeekoeten (zonder olie 44 gecontroleerde vogels bleken alle onvolwassen te zijn en verhongerd. De gegevens gaan naar Rijkswaterstaat en de gesne den vogels zullen voortaan worden opgeruimd. Jan gaf verder aan regelmatig vogels zonder kop of vleugels of met afgeknipte vleugels te vinden en vindt het walgelijk en luguber dat deze vogels op het strand blijven liggen. Hij verzoekt een ieder de geheel vogel mee te nemen of te begraven boven de vloedlijn, zodat niemand zich meer kan storen. Jan-Willem (spreker) komt nog even terug op de geslaagde Zeeuwse Vogelaarsdag die was georganiseerd door de KNNV-Vogelwerkgroep Zuid-BevelandOp deze dag werden duizenden Kolganzen gezien, waaronder een met een halsband (ontdekt door Jos)Jos meldde dat deze vogel afkomstig was uit Siberië. Verder werden er veel Grauwe Ganzen verspreid over Walcheren waargenomen. Pim meldde ook dat er tijdens de afgelopen vorstperioden veel Koperwieken en Krams vogels waren. Verder gaf hij aan dat broedgevallen van de Heggemus, Patrijs, Steenuil, Ekster en Blauwe Reiger reeds in maart geteld moeten worden, omdat dit later in het seizoen veel moeilijker en onvollediger wordt. Hij vroeg om de Storro- meeuw vooral in de duinstreek en in het Sloegebied op een kaartje te zetten. Erik is al druk bezig met trektellen te Breskens. De landelijke jaarlijkse telling voor stookolie slachtoffers tenslotte vond op 27/28 februari plaats. Mededelingen Donderdag 18 maart is het Zeeuws Vogelaarsoverleg in Goes. Jos is afgevaardigde. De vogelbescherming organiseerd op 30 maart een regioavond in Middelburg. Op 23 maart is het ledenvergadering van de ZMFEr worden uit de regio drie nieuwe bestuursleden gezocht. Er zijn deze avond drie nieuwe leden aanwezig: Gert-jan Bos uit Middelburg en Marcel Kloot wijk en Gerwin Geerse uit Grijpskerke. Welkom bij de VWG Napauzeprogramma Jan-Willem Vergeer deed verslag van nieuw ontwikkelingen bij SOVON. Fred zette de hoofdpunten voor u op een rijtje: De opzet van het Bijzondere Soorten Projekt voor broedvogels is veranderd: de oorspronkelijke doelen waren - van schaarse soorten een beeld te krijgen van de aantal sontwikkelingen - idem van zeldzame soorten - van kolonievogels een kompleet beeld van de aantallen te vormen 6 Nu het projekt een aantal jaren heeft gedraaid is gebleken dat de eerder gestelde doelen gedeeltelijk moeten worden losgela ten. Zo werd door de inventariseerders veelal gekozen om alleen die soorten te volgen welke in de eigen regio zeldzaam of schaars zijn, terwijl soorten die in de eigen regio niet, maar landelijk wel schaars zijn werden overgeslagen. Door deze aanpak zijn de gegevens niet goed bruikbaar voor SOVON. De nieuwe opzet richt zich nu op 1 monitoring volgen aantalsontwikkeling door de jaren heen) 2 onderzoek ruimtelijke verspreiding Om de ruimtelijke verspreiding van soorten in kaart te brengen zijn (net als voorheen) alle waarnemingen van broedgevallen van schaarse en zeldzame soorten bruikbaar. Om welke soorten het gaat is te zien op de BSP-jaarkaartwaarop deze soorten worden opgesomd in de categorieën schaars, zeldzaam en kolo nie Jan Willem maakt meteen melding van de plannen bij SOVON om in 1995 te beginnen met een projekt dat een nieuwe Nederlandse Broedvoqel Atlas moet opleveren. In tegenstelling tot het verspreidingsonderzoek is voor het monitoring-onderzoek noodzakelijk dat het onderzochte gebied jaar op jaar hetzelfde is (en de werkwijze eveneens). Verder speelt mee dat in de uitgekozen gebieden ook werkelijk schaar se en/of zeldzame en/of kolonievogels moeten broeden. Om de inventarisaties jaren achtereen uit te kunnen voeren is het verstandig niet te veel hooi op de vork te nemen. Tenslotte wordt opgemerkt dat het van belang is dat de inventarisaties ook al interessante gegevens op moeten leveren, zonder dat de gegevens uit gebieden elders in het land daarbij betrokken worden Besloten wordt dat in 1993 een BSP-inventarisatie van Ter Hooge zal worden georganiseerd om te zien hoeveel werk het is. Koos Minnaar en Jan Willem Vergeer zullen een en ander coördi neren. Wellicht kan Ter Hooge daarna als BSP-gebied van de Vogelwerkgroep op het veldwerkprogramma gezet worden. VERSLAG LEDENVERGADERING 31 MAART 1993 Aanwezig: 22 leden. Afwezig met kennisgeving: Dhr J. Smit, Leni Burger en Francien Caste 1 Veldwerk Tijdens de laatste Ganzen- en Kleine Zwanentelling werden geen Kleine Zwanen aangetroffen. Dit seizoen is de soort vrijwel uitsluitend in janüari gezien, terwijl normaal de soort vanaf november tot in maart aanwezig is. Ook het aantal onvolwassen vogels lag dit jaar beneden het gemiddelde. De laatste telling leverde wel 60 Grauwe ganzen, 7 Nijlganzen en 7 Rotganzen op. In het weekend van 3/4 maart begint men met de eerste ronde in het broedvogelmonitoringgebied langs de Oude Veerse Weg. Floor heeft een intekenlijst voor het inventariseren van de Huiszwaluw. Hij coördineert heel Zeeland. Het aantal paren Blauwe Reigers op Ter Hooge is toegenomen tot 28-30. SOVON komt met een Gierzwaluw- en Boerenzwaluwbroedvogelonderzoek. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1993 | | pagina 5