soort samenstelling in
n=11185
roofvogels
5 100
tt. hoon/m.ko«t
gonzen
8.1 j
plerier/wulp g
6.6
roofvogels i\
0.6
flg.2
Opmerking bij enkele soorten.
Futen/Duikers
Fuut: 30 ex werden geteld op
zich ook een Roodkeelduiker
bevonden.
Ganzen/zwanen
de kreek van Westkapelle, waar
en (op 15/01) een Parelduiker
Alle Ganzen werden waargenomen in de omgeving v/d Oude Veerse-
weg. Hier worden jaarlijks ganzen waargenomen, deels zal dit
te maken hebben met de korte afstand naar hun slaap gebieden
in het Veerse Meer. Knobbelzwaan: niet eerder werden er tij
dens een MWT zoveel geteld n.l. 134 ex. Een grote groep van
circa 60 ex verbleef wekenlang op de graslanden in de omgeving
van de Oude Veerseweg. Groepen met meer dan 10 ex verbleven te
Hoogelande en ten Noorden van Meliskerke (Plompert)Kleine
Zwaan: met 204 ex (waarvan slechts 10 juv.) een aantal wat
sinds de MWT van'87 niet meer is voor gekomen. De meeste exx.
werden gezien ten noorden van Middelburg, een kleine groep
verbleef enkele weken tussen Middelburg en Oost-Souburg. De
grootste groep verbleef te Hoogelande (165 ex). Allen werden
fouragerend in de weilanden waargenomen.
Eenden
Wilde eend: bijna 1100 werden er geteld, een aantal wat sinds
de telling van 1987 niet meer is voor gekomen. Gebieden met
hoge aantallen waren de kreek van Westkapelle (400 ex), de
Sloekreek in de Quarlespolder (200 ex), ten noorden van Melis
kerke (150 ex) en het Kanaal door Walcheren (100 ex)Kuifeen-
den verbleven in de kreken van Veere (900 ex), Westkapelle (30
ex) en Rammekens (50 ex)De Tafeleend was met 157 ex verte
genwoordigd; een constant aantal. Ze zijn meestal samen met
Kuifeenden te vinden op de kreken.
Roofvogels
Buizerd: minder dan het top jaar '92. Maar met 22 ex voor
Walcherse begrippen een aanzienlijk aantal. Dat er minder
14
Torenvalken werden gezien is hoogst waarschijnlijk te wijten
aan de harde wind. I.p.v. "biddend" hun prooi te bemachtigen
zullen ze nu wel een uitkijkpost in boom of iets dergelijks
gebruikt hebben waardoor ze gemakkelijk over het hoofd worden
gezien. Het verloop van de aantallen roofvogels in de ver
schillende winters is nog eens weer gegeven in fig.3.
t
B Aft
60 -
20 -
92
93
90 91
SB
87
jaren
E3 II bi Jd eken dief «ycnnj
butserd [£££3 tuenrtlk
fig. 3
Waterhoen: Het aantal loopt weer iets terug. Zoals gebruike
lijk werden de meeste waargenomen op erven van aan het water
liggende boerderijen. Ook bij de waterzuiveringsinstallatie te
Ritthem verbleven meer dan 100 ex.
Steltlopers
De vorst rond de jaarwisseling zorgde ervoor dat de nog over
winterende Kievitten en Goudplevieren zuidwaarts trokken.
Wulp: Vergeleken met andere jaren werden er wel erg weinig
gezien. Meestal blijft de soort tijdens een korte vorstperiode
wat langer aanwezig dan de twee voorgaande soorten.
Meeuwen
Voor de tweede maal werden deze tijdens een MWT geteld.
Kokmeeuw: Van deze soort werden 1510 ex waargenomen, de meeste
werden gezien in de nabijheid van het Kanaal door Walcheren
(700 ex) Ook de spuikom te Ritthem was goed voor enige honder
den ex. De overige zaten op de weilanden verspreid over heel
Walcheren. Stormmeeuw: Hiervan werden ruim 700 ex. geteld, de
meeste werden samen met fouragerende Kokmeeuwen waargenomen.
Zilvermeeuw: Hiervan werden ruim 766 ex geteld. Meer dan de
helft verbleef tussen Ritthem en Vlissingen (havens). De
overige zaten verspreid over heel Walcheren. Behalve voornoem
de soorten werden nog enkele Kleine en Grote Mantelmeeuwen
gezien.
Ekster
Voor het derde achtereenvolgende jaar werden deze soort in de
telling opgenomen. Ditmaal werden 214 ex geteld. Dat is ruim
50 ex meer dan vorig jaar. Door het zachte weer werden voorna
melijk op het platteland al territorium houdende exemplaren
15