VOORJAAR IN ISRAEL
Het is 28 maart 1993, half zes in de vroege ochtend. Ik loop
van het centrum van Ei lat richting Jordaanse grens. De zon is
net opgekomen en de eerste vogels laten zich al snel zien. In
een klein parkje, dat uit niet meer dan een paar bomen be
staat, flush ik een Dwergooruiltje uit een struik. Om me heen
klinkt het getèk van BraamsluipersBoven me trekken de eerste
Bruinkeelortolanen en Roodkeelpiepers over en een groep van
110 Zomertalingen komt verrassend laag overgevlogen. Het
belooft een mooi dagje te worden. In de grootste boom ontdek
ik het Hume's Bladkoninkje dat hier al enkele maanden rond
zwerft. Een echte Siberische dwaalgast zowaar.
Het is duidelijk dat er bij het ochtendgloren al veel is
ingevallen; de hoteltuinen zitten vol met kleine zangertjes.
Op een klein grasveldje tegen het strand scharrelt een grote
gemengde groep van Roodkeelpiepers, Balkankwikstaarten en
alweer Bruinkeelortolanen. De vogels hebben net honderden
kilometers woestijn achter de rug en zijn aangenaam tam. In de
Shulamit Gardens krijg ik een Kwartel als een Draaihals in één
kijkerbeeld. Voorts "vind" ik er nog 3 Orpheusgrasmussen,
enkele Hoppen, nög 2 Draaihalzen en een Bergfluiter. Het
struikgewas zit hier opnieuw weer helemaal vol met Zwartkop
pen, Braamsluipers, Tjiftjaffen en Karekieten.
Over het strand is het nog een kleine kilometer naar het
zeevogelkijkpunt op North Beach. Een paar fotografen proberen
twee verre Rifreigers vast te leggen. Vanaf North Beach gaat
de tocht verder over het pad langs de zoutpannen en via het
ringstation. Al snel heb ik m'n eerste nieuwe soort te pakken;
de Kleine Groene Bijeneter. Ik tel 4 exemplaren van dit schit
terend ding. Bij het ringstation is het nogal rustig, er
worden wat Rietzangers en Braamsluipers aan de bezoekers
getoond en ook een hele fraaie Blonde Tapuit. Van het ringsta
tion is het een kleine 200 meter naar de noordkant van de
zoutpannen, wat de beste steltloperplek schijnt te zijn. Vanaf
het kleine bruggetje over het afvoerkanaal spot ik zowel een
Kleinst Waterhoen als een Porceleinhoen en eenmaal op de dijk
gekomen, blijk ik met m'n neus in de boter te vallen met een
mannetje Citroenkwikstaart dat 10 meter voor me aan de water
lijn loopt. Deze wordt enkele seconden later gevolgd door een
laag overvliegende derdejaars Reuzenzwartkopmeeuw
Roofvogels zijn al zeer vroeg in de lucht en om 9 uur komt er
plots een ware golf van Steppebuizerds overgevlogen. Hoog in
de lucht zweven ze over de grens en tegen de Jordaanse kant
van de vallei thermieken ze weer omhoog. Het afzweven gebeurt
met een ontzettend hoge snelheid, wellicht zo'n 100 km per
uur. Gedurende 20 minuten hou ik samen met een paar engelsen
constant de lucht in de gaten en tussen de 4500 Steppebuizerds
17
zien we nog enkele Zwarte Wouwen, 4 Dwergarenden, 8 Steppea
renden en een onvolwassen Havikarend. Nadat de groep is gepas
seerd blijken we middenin een groep van 200 Steppebuizerds te
staan die zonder dat we er erg in hadden, zijn neergestreken.
Er zijn slechts weinig steltlopers; een groep Kemphanen en
Tureluurs, een Poelruiter en 8 Steltkluten. 2 Reuzensterns
zijn steeds in de lucht en 3 Grauwe Franjepoten fourageren in
een groep van 30 Dunbekmeeuwen.
Plots klinkt er een hard voetbalfluitje en er rennen mensen
met telescopen naar de dadelpalmplantage. Het wordt al snel
duidelijk dat een Siberische Boompieper zich kortstondig goed
liet bekijken. Helaas is de vogel niet terug te vinden. Dus
wordt er nog wat nagekeuveld over een vreemde leeuwerik bij de
Kibbutz Ei lot en over roofvogelspecialist Dick Forsman die een
Zwarte Arend over de Northern Fields had zien trekken.
Vogels kijken heeft hier wel wat weg van soortenjagen op
Texe1
Ik krijg een lift naar The Northerns Fields. Grote aantallen
Roodkeelpiepers en Kwikstaarten zijn hier te zien. In een
groepje Kortteenleeuweriken ontdekken we een al eerder gemelde
Aziatische Kalander1eeuwerikIn de enige twee bomen die daar
te vinden zijn zitten 6 Moabmussen. Ook hier is een zoutpan-
nencomplex en zonder veel moeite vinden we het groepje van 4
Woestijnplevieren terug wat hier enkele dagen geleden werd
ontdekt
De daglijst groeit in enkele uren dik aan met twee mannetjes
Steppekiekendief, Smyrna Ijsvogel, Woestijnleeuwerik, Rüppels
Grasmus, Zwartborstgrasmus, Arabische Zandpatrijs, Arabische
Grasmus, Aasgier, Middelste Jager, Lachstern, Witwangstern,
Visarend, Maskerklauwier, WitkoptapuitMonnikstapuitom er
maar eens enkele te noemen.
Een paar kilometer noordelijker zijn twee Duitse vogelaars per
ongeluk een mijnenveld ingelopen. Ze durven geen stap meer te
verzetten en zijn bijna hysterisch van angst. Met hulp van een
Israëlische patrouille lukt het ze om weer terug te komen.
Inmiddels is het flink warm geworden en ik ga snel terug naar
het hotel en vertrek naar het strand, waar een mooie hoogblon
de vikingsdochter al een uur probeert om met grote moeite een
groep opdringerige Israeli's van zich af te houden. Ik sla
mezelf voor de kop dat ik zo nodig de Aziatische Kalander
moest zien. Overduidelijk laat ik merken dat die Israëliërs
niet gewenst zijn en de rest van de dag brengen we ongestoord
aan het strand door. Eindelijk hebben we een vakantie van 3
weken kunnen opnemen na een paar maanden werk in de kibbutz.
De temperatuur loopt op tot om en nabij de 40 graden en om het
half uur is een frisse duik in de Rode Zee noodzakelijk.
Tegen de avond gaan we terug naar het zeer gezellige Max
Merrans Hostel en ik lach nog wat na met de twee duitsers over
het mijnenveld. Met z'n allen gaan we eten in het Hardrockcafé
18