RESULTATEN BROEDVOGELINVENTARISATIE OUDE VEERSEWEG 1993
Inleiding
Gedurende het afgelopen seizoen werd voor de tiende maal op
rij geïnventariseerd in het akkerweidegebied aan de Oude
Veerseweg. De inventarisatie is onze bijdrage aan het lande
lijke Broedvogel Monitoring Projekt, het BMP, van SOVON. In
Zwelmpje nummer 7(1) van 1992 staat beschreven wat het projekt
beoogt en hoe we te werk gaan. Per abuis is bij dat artikel
het kaartje met de ligging van het monitoringgebied weggeval
len. Daarom wordt het hieronder alsnog gegeven (figuur 1).
Figuur 1
Ook dit jaar werd het veldwerk weer uitgevoerd door Luud
Persijn, Co Smit, Jos Tramper en ondergetekende.
Een nieuwe beheerder
Inmiddels is een gedeelte van de graslanden in het gebied
verworven door de Stichting het Zeeuwse Landschap. Dat de
nieuwe eigenaar ook een ander beheer voert was dit jaar goed
te zien.- de hoogte en kleur van het gras weken duidelijk af
van dat op de omringende percelen. Grenzend aan de noordkant,
maar buiten ons BMP-gebied heeft de Stichting ook nog een
klein stuk grasland in bezit. Ofschoon het niet meedoet in het
officiële BMP-programmanemen we dat stuk tijdens onze bezoe
ken toch mee. Of er, als gevolg van het nieuwe beheer, een
aanwijsbare verandering in de broedvogelbevolking op gaat
treden is nog de vraag. Door de geringe omvang van de geïnven
tariseerde gebieden zullen aantalsveranderingen waarschijnlijk
nauwelijks opvallen.
5
Nieuwtjes van SOVON
Dit jaar kon voor het eerst gebruik gemaakt worden van enkele
computerprogramma's die door SOJ/ON/CBS beschikbaar zijn ge
steld. Voor het maken van overzichten van de gegevens blijken
deze gereedschappen zeker welkom.
Uiteraard blijft het merendeel van
de gegevensverwerking een geduldig
werkje voor hand en hoofd.
Dit seizoen werd tevens een nieuwe
handleiding verspreid waarin de
voorschriften voor de interpretatie
van de veldgegevens zijn opgenomen.
Bij dit soort projekten is
standaardisatie een zeer belangrij
ke factor om vergelijkingen tussen
jaren mogelijk te maken. In dat
verband is het opvallend dat bij
het merendeel van de vogelsoorten
die in ons BMP-gebied broeden met
ingang van dit jaar gewerkt wordt
met, weliswaar kleine, wijzigingen
van normen voor het al of niet ac
cepteren van een broedgeval
Broedresultaten 1993
Voor de meest algemene soorten is
het aardig om het aantal paren dat
in 1993 werd vastgesteld te vergelijken met het hoogste en
laagste aantal uit de negen jaar daarvóór. Het resultaat van
die vergelijking zien we in figuur 2. Voor de Bergeend,
Scholekster. Kievit, Tureluur, Veldleeuwerik, Merel en Kleine
karekiet blijkt 1993 geen succesvol jaar te zijn geweest. Voor
het steltloper-trio Scholekster, Kievit en Tureluur moeten we
vaststellen dat er dit jaar wel erg slecht 'geboerd' werd.
Zeker sinds 1988 (voor het eerst sinds drie jaar niet vooraf
gegaan door een strenge winter) is het aantal broedparen sterk
afgenomen (figuur 3)
Resultaten door de jaren heen
Alle soorten bij elkaar genomen schommelt het aantal broedpa
ren in ons gebied rond de 100 (figuur 4)Het startjaar (1984)
blijkt een uitzonderlijk goed jaar geweest te zijn, met 135
territoria. Een hernieuwde blik op de wijze waarop toen het
interpreteren van de veldgegevens gebeurde leidt niet tot
andere conclusies: er konden in dat jaar inderdaad opvallend
Score 19931
Aantal paar
0 8
Bergeend
10 15 20
mh. 1993 max.
Wilde eend
Kievit
Houtduif
Graspieper