GREECE 1993 Omdat de reeds jaren geplande vogelfotografeervakantie in de pyreneén me voor de tweede keer ontnomen werd (m'n vader werd ook dit jaar geen vakantie gegund) besloot ik wraak te nemen en met 2 vogelvrienden, Vincent Stork en Sjoerd Lubbers uit Doetinchem, naar Griekenland te gaan. Daar zouden we na zorg vuldige voorbereidingen (o.a. een heuse boslooptocht met zware bepakking door de Kruisberg, met daar aan vast een nacht op een achterhoekse camping, waar Bennie Jolink van "Normaal" overigens de beheerder is) alle echte "griekse soorten" tic ken. Enfin, begin juli vertrokken we dus vanuit Arnhem naar Duis burg om daar de nachttrein naar Rome te pakken. Diezelfde avond zien we de met vele duizenden lichtjes versierde bergen, omringd door zwarte meren, waar onze trein zich in weerkaatst. Oeff, Zwitser land bij nacht is onbeschrijfelijk mooi. Nog voor we dit land uit zijn val ik in slaap om bij het ochtendgloren bij Milaan uit te stappen. Na nog eens honderden treinkilometers halen we net de boot in de italiaanse havenstad Brindisi, vanwaar de reis wordt voort gezet naar Griekenland. Ook de boottocht wordt door ons ge bruikt om te slapen; wat wil je? hij vertrok pas om half twaalf 's nachts. Wakker worden ging ietwat moeilijker deze vakantie; mijn slaapmatje is een kleine 4 cm "dik", dus mijn ruggewervels moesten elke ochtend geordend worden. Hoe dan ook, vogels kregen we genoeg te zien, namelijk Grauwe- Klauwieren, Hoppen, Kleine Klapekster, Rode Wouw en Kleine Zwartkop tickten we allen vanuit de trein. Vanaf de boot werden tientallen Alpengierzwaluwen en 2 Kuhls Pijlstormvogels gezien. Bij de tussenhaven op Corfu (een bekend grieks toeris teneiland) viel een groot gedeelte van de "interrailers" af om daar te gaan feesten en zonnen. Wij "hardcore-railers" bleven over om de in totaal 18 uur durende bootreis af te maken. 's Avonds kwamen we in Portras aan waar we direct doorstoomden naar de hoofdstad Athene. Na een monsterlijke non-stop 19 trein/boot/treinreis van circa 57 uur waren we doodmoe en vuil, dus het eerste wat we bij aankomst in ons hotel deden was onder een koude douche kruipen om vervolgens een krappe tien uurtjes te kunnen pitten. We moesten immers verder naar Thessaloniki. Deze treinreis leverde aanmerkelijk meer soorten op dan de eerste, want na een 4-tal uren gaf de locomotief het op. De motor bleek doorgedraaid, iets wat ik overigens een uur daarvoor al had voorspeld, want de trein reed veel te hard en floot zoveel dat ik reeds vermoedde dat er teveel druk op de ketel zat. Tijdens deze ongeplande stop van 1,5 uur zagen we in de "middle of nowhere" Roodkopklauwieren, Slangenaren den, Roodstuitzwaluwen en Bijeneters. Later vanuit de trein nog een adulte Aasgier. Na s nachts te zijn vertrokken uit Thessaloniki kwamen we de volgende morgen eindelijk op onze eindbestemming aan: Alexand- ropolis. Dit is een vrij groot stadje, wat tot 1912 van de Turken was. De omgeving is er nogal ruig met hoge bergen en kloven, maar ook eindeloos grote delta's (Evros delta is een uurtje rijden)De vogels rondom het stadje en op de camping zijn bijzonder talrijk. We noteren 15 Vale Spotvogels, die makkelijker te determineren waren dan we aanvankelijk dachten, Syrische Bonte Spechten, Vale Gierzwaluwen, Zwartkopgors en een 9 Baardgrasmus die zich skulkend moeilijk liet bekijken. Diezelfde avond gingen we met de bus (lekker zwartrijden) naar de bekende Avaskloof. Een prachtig berggebied met Cirlgorzen, Beigfluiters, Rotszwaluwen, Kleine Zwartkoppen, Blauwe Rots lijsters en ook 2 Griekse Landschildpadden. Het zeetrektellen leverde ons 's morgens vroeg circa 100 Vale Pijlstormvogels op die helaas te ver vlogen om ze goed te zien. De Evros-delta daarentegen bood ons meer; 3 Balkansper wers (waarvan l op een kleine 20 meter langsvloog)4 Isabel- 20

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1994 | | pagina 11