MIDWINTH7TELLING 1994 Inleiding Alweer voor de elfde achtereenvolgende maal werd op Walcheren de midwin tertelling gehouden. In Nederland wordt deze telling sinds 1967 gehouden onder auspiciën van het International Waterfowl Research Bureau (IWHB) Sinds 1993 is SOVQN de landelijke coördinator. Evenals de twee voorgaande jaren werden ode dit keer de in het binnenland verblijvende meeuwen geteld. Dit ter completering van een algehele telling van deze soort in heel het Deltagebied. Geheel binnendijks Walcheren werd omstreeks het weekeinde van 15 en 16 januari geteld. Doordat niet door iedereen op dezelfde dag werd geteld is het mogenlijk dat soorten welke zich veelvul dig verplaatsen dubbel zijn geteld. Het weer In de laatste decade van november kregen we in heel Nederland te maken met een korte maar strenge vorst periode. Even leek het er op dat we een lange en strenge winter tegemoet gingen. De koude was echter maar van korte duur. Vanaf december tot aan de telling hadden we te maken met één grote plensbui met veel, sons stormachtige, wind. De gemiddelde dagtemperatuur was in deze periode 5C. Resultaten Tot aan de telling hadden we voor het zevende achtereenvolgende jaar te maken met een zachte winter. Dit resulteerde in aantallen vogels welke voor dit soort winters bij ons gebruikelijk zijn (zie fig.l). In figuur 2 aantal getelde vogels is te zien welke vogelgroep het talrijkste voorkant. De Waterhoen en de Meerkoet zijn het talrijkst met 30.6%. Deze beide soorten zijn vooral te vinden in de weilanden, terwijl de laatste soort ook belangrijk aanwezig is op de dijken langs het kanaal door Walcheren. De eenden vormen met 26% een belangrijk deel van de bij ons overwinterende vogels. De grootste aan tallen zijn meestal te vinden op de kreken, en in mindere mate op het ka naal door Walcheren. Ook voor de kust pleisteren overdag enkele honderden Wilde Eenden welke 's nachts het binnenland in trekken om te fourageren. Opmerkincr bii enkele soorten. Ganzen/Zwanen Een groep van ruim 1200 Kolcranzen werd four agerend waargenomen in de Zand- voortseweg. Zoals gewoonlijk waren de Rotganzen (300 ex) weer aanwezig in de omgeving van Veere. Een record aantal van 140 Knobbelzwanen werd geteld. Vrij grote aantallen bevonden zich te Hoogelande, langs de CUde- veerseweg, langs de Zandvoortseweg en tussen Melis- en Aagtekerke. Kleine Zwaan; behalve een kleine groep overvliegende ex werden er evenals de maanden voorafgaande aan de telling nauwelijks Kleine Zwanen gezien. Het begint er op te lijken dat Walcheren zijn belangrijke rol verliest als overwinteringsgèbied voor deze soort. In het verleden was de soort meestal te vinden op de weilanden. De laatste jaren zijn Kleine Zwanen echter steeds meer overgegaan op het eten van aardappel- en bietenresten. Deze voedselbron is in ruime mate aanwezig ten noorden van Walcheren. Vooral Schouwen en N-Beveland herbergen tegenwoordig grote aantallen KI. Zwanen, met name het afgelopen najaar toen vanwege het natte weer de oogstresten weken lang op het land lagen voordat het werd ondergeploegd (vroeger diende dit als veevoer en werd het direct van het land afgevoerd) soort samenstelling in n= 11210 (uitgezonderd meeuwen/eksters) H*1 4 flg.8 5

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1994 | | pagina 4