1
m
1
i
n |i
Cl
91
BI-U
\mU
III
Pi
li]
mlm\
Eenden
Vein de Wilde Eend werd het laagste aantal tot nu toe geteld. Ook in
jagerskringen was het opgevallen dat er dit jaar minder Wilde Eenden
waren. Voor de Tafeleend was 1994 met 200 ex een topjaar. De meeste waren
zoals gebruikelijk aanwezig op de kreek van Veere (111 ex), terwijl ruim
80 ex aanwezig waren op de spuikom van Ritthem. Ode de Kuif eend deed het
met 1900 ex weer goed. Minstens 1750 ex waren aanwezig op de kreek van
Veere en een veertigtal op de spuikom te Ritthem. De kreek van Westkapelle
en Rammekens scoorden voor deze soort erg laag; tesamen niet meer dan 30
ex. Opmerkelijk was het hoge aantal van 45 Toppereenden op de Veerse
kreek. Middelste zaaobekken werden alleen waargenomen op het Kanaal door
Walcheren. Wintertalingen verbleven voornamelijk op de kreek van Rammekens
en de spuikom te Ritthem.
Roofvogels
De Buizerd deed het met 23 ex verspreid over heel Walcheren weer goed.
In vergelijking met voorgaande zachte winters scoorde de Blauwe kiekendief
met 6 ex hoog. Het lijkt er op dat de Torenvalk iets aan het afnemen is,
mogelijk ten gevolge van het afnemen als broedvogel elders in Nederland.
Daarentegen vertoont het aantal overwinterende Sperwers een stijgen lijn.
Het verloop van de aantallen overwinterende roofvogels is nog eens weer
gegeven in fig.3.
Meerkoet; Zeker 1600 ex waren aanwezig op de dijken larxjs het kanaal door
Walcheren. Overige plaatsen met tientallen Meerkoeten: kreek van Westka-
pelle, Rammekenshoek en de spuikom te Ritthem.
roofvogels
üii
i|
Steltlopers
De vorstperiode van eind november zorgde er voor dat de Kieviten en
Goudplevieren massaal zuidwaarts trekken.^ De Wulp trok met 600 ex t.o.v de
laatste telling weer wat aan. De meesten Wulpen zijn te vinden in het
noorderlijk deel van Walcheren. Dit hangt mogelijk samen met de situering
van de slaapplaatsen welke zich rond het Veerse meer bevinden.
Meeuwen
Kekmeeuw: Van deze soort werden 915 ex geteld, vorige tellingen ruim 1500.
De meeste verbleven in de nabijheid van de zuiveringsinstallatie te Rit
them. Enkele honderden waren aanwezig op het Kanaal door Walcheren.
Slechts 172 Starmrmneeuwen werden waargenomen, doorgaans op de weilanden.
De Zilvermeeuw was met 519 ex binnendijks goed vertegenwoordigd. De meeste
verbleven tussen Vlissingen en Ritthem en in de weilanden langs de Wal-
cherse kust. Voorts werden nog 42 Grote - en 6 Kleine mantelmeeuwen
gezien.
Ekster/Patrijs
Ondanks het feit dat er (weer) geen sneeuw lag is getracht een beeld te
krijgen van de aanwezige Patrijzen. De getelde aantallen komen vrijwel
zeker niet overeen met de werkelijke aantallen. Er werden slechts 22 ex
gezien. Daarentegen is de Ekster wel goed te tellen; er werden 199 ex
waargenomen. De meeste werden gezien langs de binnenduinrand, de Veerse
kreken en aan beide zijden van het Kanaal door Walcheren.
Bijzondere waamemincren
Buitenom de reeds besproken soorten werden nog enkele minder algemene
wintergasten gezien. Één Indische gans. 14 Nijlqanzen. 2 Witqatjes. 3
Ijsvoqeltjes en 1 Oeverloper (Kanaal door Walcheren)De enige 2 opgemerk
te Houtsnippen legden het loodje in de omgeving van Kleverskerke.
Dankwoord
Een een woord van dank aan alle
tellers/telsters: F. Castel, L.
Burger, R. Sponselee, G. David-
se, T. Koppejan, M. Klootwijk,
C. Shit, J. Goedbloed, K. Min
naar, F. IVisk, J. Hengst, S.
Lilipaly, F. Arts, L. Persijn,
J. Willemse en A. R. Joosse.
Jos Tramper, Noordweg 78, 4353
AZ Serooskerke.
100
00
00
40
00
O
JllHO
iros
nsm
u
jssasJ
04 00 00 07 00 00 00 91 00 03 04
jaren
11111 .W.W- II lilïlrtmilrf F53
Bi takm ES3
fig.3
6
WTlECt AibnJO KUiV* HAUÏtLncÉCjLj hu
TC W*3TVAP?Li« s J
7