AFWIJKENDE KLEINE MANIELMEEUW TE WESIKAPELLE Qp 13 maart 1994 stond er een stevige zuidwesten wind (7 Bft.) en dat leek ons reden te meer au maar weer eens naar Westkapelle te gaan. Maart roert zijn staart, zeker ook wat de vogels betreft en dus zou het best eens leuk kunnen worden. Helaas, in een uur tijd vlogen er nog geen 50 vogels langs de telpost, waarvan 4 Jan van Genten het hoogtepunt vormden. Om 8:30 uur viel Paul's oog op een toch wel eigenaardig uitziende Kleine Mantelmeeuw, welke in noordelijke richting langsvlocg. De vleugelpunten en de vleugel achterrand waren geheel wit. De vleugelachterrand hoort normaal ook wit te zijn, maar in dit geval was de witte rand veel breder. Het overige kleed was geheel volgens het boekje. Albinisme komt regelmatig voor bij meeuwen, maar dit was voor ons de eerste keer dat we een Kleine Mantelmeeuw met een dergelijk patroon zagen. Wel zijn ons gevallen bekend van Zilvermeeuwen met een dergelijk kleed, waarbij je goed uit moet kijken voor verwarring met Grote en Kleine Burgemeester. Erik Sanders, Jchan van Reigersbergstraat 267, 4336 XH Middelburg Paul van Tuil, Evertsenstraat 12, 4371 BE Koudekerke HYBRIDE HUISMUS X RINGMUS IN KOUDEKERKE De afgelopen maanden was mijn oog al enkele malen gevallen op een wat afwijkende Huismus, die in een tuin in Koudekerke tussen soortgenoten fcurageerde. Met het blote oog op afstand leek de vogel zelfs meer op een Ringmus dan op een Huismus. Reden genoeg om de vogel, toen ik hem op 12 april 1994 weer zag. eens beter te bekijken en te beschrijven. Globale beschrijving: Viel tussen Huismussen redelijk snel op door de kleinere, meer gedrongen bouw t.o.v. Huismus; het postuur was meer als dat van Ringmus. De kopkap was kastanjebruin van kleur, als bij Ringmus, met alleen de kruin grijs. Deze grijze kruin was vrij smal in het midden en iets breder boven de snavel. Boven één oog zat een wit vlekje, boven het andere oog was wel een vlekje zichtbaar, maar dit was onopvallend. De zwarte kin was iets groter dan bij de Ringmus (enkele donkere vlekjes extra) en duidelijk kleiner dan bij Huismus. Alleen onder goede lichtval was een donker vlekje zichtbaar op de overig spierwitte wargen. De vogel had een wit nekbandje, wat niet geheel doorliep in de nek. Vleugels (met één vleugelstreepje) en bovendelen kwamen sterk overeen met die van Huis mus, maar leken meer contrasterend. De stuit was licht beigehruin. Onder delen en flanken waren vuilwit, meer beigehruin gekleurd dan bij Huismus. Poten, snavel en oog waren zwart. Deze (vermoedelijke) hybride bevond zich tussen meerdere (10-55) Huismus sen. In gedrag was de vogel niet anders en hij zonderde zich niet van het groepje af. Voor mij was dit de eerste keer dat ik een dergelijke vogel in het vizier had en tot op heden is er nog niet veel documentatie over bekend. Mogelijk dat hybridisatie tussen Huis- en Ringmussen vaker voor komt, maar eenvoudig over het hoofd wordt gezien. Erik Sanders. Johan van Reigersbergstraat 267, 4336 XH Middelburg. 8 INVENTARISATIE VAN DE HUISZWALUW CP WALCHEREN IN 1993 In 1993 is door leden van de vogel werkgroep een integrale huiszwaluwinven- tarisatie uitgevoerd. Hiervoor werd Walcheren opgedeeld in 12 telgebieden (Bijlage 1). Door het groot aantal medewerkers was het mogelijk om een zeer goed beeld te verkrijgen van de verspreiding van de Huiszwaluw op Walcheren. De resultaten zijn weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Aantal hroedparen van de Huiszwaluw per woonplaats. Plaats 1992 1993 Aagtekerke 24 32 Amemuiden 79 84 Biggekerke 12 19 Domburg 13 35 Gapinge 16 39 Grijpskerke 10 36 Kleverskerke 8 2 Koudekerke 14 12 Meliskerke 7 13 Middelburg 58 63 Midde lburg/Brigdamme 40 43 Nieuw- en St Joosland 59 54 Oost-Souburg 34 35 Oostkapelle 46 64 Oudedorp 1 - Ritthem 20 13 Serooskerke 26 6 St Janskerk 3 3 St Laurens 7 9 Veere 86 89 Vlissingen 30 32 Vrouwenpolder 45 73 West-Souburg 22 12 Westkapelle 44 46 Zanddijk 36 43 Zanddijk/Middelburg 6 Zoutelande 22 26 Totaal 762 889 Er is een flinke toename van het aantal hroedparen. De toename is echter niet zo sterk als de getallen weergeven. Waarschijnlijk is in 1992 het aantal hroedparen onderschat. In 1993 is er veel intensiever naar nesten 9

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1994 | | pagina 6