Casarca. alweer een Poel- ruiter, twee Geoorde Riten, twintig Smienten en twee Zomertalingen. Het aantal van vijf Kleine Zilverrei gers op de slikken te Bom— menede valt, gezien eerdere berichten van zeventien exemplaren, wat tegen maar betekent voor een aantal personen wel een verdubbe ling vein hun totaalscore in Nederland. Na Bommenede stevenen we af op ons laat ste doel; de Maasvlakte. Onder de rook van Europoort gooit een gloednieuwe BMW echter roet in het eten door op een kruising Jan's Fiësta in de kont te bijten. Gedeukt plaatwerk en een verwoeste bumper zijn het gevolg, terwijl de BMW, hoe onrechtvaar dig, geen schrammetje heeft. Desondanks huilt bestuurster Eefje. die met een zwik je vrienden in pa's auto op stap blijkt te zijn, hete tranen en staat ze er in eerste instantie op dat er politie bij komt. Nadat we haar hebben overtuigd dat het invullen van een schadeformulier afdoende moet zijn arriveert er toch politie omdat honderd meter verderop ook oen bot sing, met aanzienlijk meer schade, heeft plaatsgevonden. Uiteindelijk is alles in kannen en kruiken en arriveren we dan toch op de Maasvlakte. Op de vlakte onder de vuurtoren ontwaren we diverse vogelaars. Na een blik door de kijker weten we ook waarom: groepjes Morinellen rijzen als padde stoelen uit de grond. Totaal tellen we maar liefst 27 exemplaren. Helaas hebben we het terrein nog maar net betreden of er klinkt van alle kanten gepiep. Het blijkt niet om Veldmuizen te gaan maar om de semafoonmelding van een Woestijnplevier op het autostrand van Voorne. Na ampel overleg wordt op basis van consensus besloten af te reizen naar deze nabijgelegen lokatie. Het enige wat we hier aan treffen is een aantal bekende vogelaars elders uit den lande (Hans. Klaas, Dirk. Lammert) maar geen Woestijnple vier. Gelukkig zien we nog wel één van de drie aldaar aanwezige Poelrui- ters. zodat de tocht toch niet helemaal tevergeefs is. Enig zoekwerk in de omgeving levert nog een Kleine Zilverreiger in het Brielse Meer op. Daarna wordt besloten terug te keren naar de Vuurtoren, waar we omringd door Morinelplevieren het ornithologische deel van de dag waardig afsluiten. In het nabijgelegen koffiehuis wordt besloten naast al dan niet alcoholische versnaperingen ook een maaltijd te nuttigen. Rob ziet de schamele uurtjes slaap die hij nog in het vooruitzicht heeft, alvorens de nachtdienst in te gaan. in rook opgaan en wij daarbij zijn goede humeur. Zijn humeur bereikt een dieptepunt als bij het bellen van zijn ega tot tweemaal toe de hoorn op de haak wordt gegooid. Gelukkig lukt het even later wel een verbinding tot staan te brengen zodat het eten uiteindelijk toch nog smaakt. Lichame lijk en geestelijk voldaan wordt uiteindelijk koers naar Walcheren gezet en de waarneming van 17 Nijlganzen bij Brie 11e kan het gevoel een geslaag de dag achter de rug te hebben niet meer wegnemen. Jaco Walhout, Verweri jstraat 25, 4331 TA Middelburg. 21 "WING-TAGGED" KOKMEEUW CP WALCHEREN Op 6 januari 1994 zag Jos Tramper een Kokmeeuw met gele vleugelmerken nabij Borsele, op 3 maart 1994 werd ditzelfde exemplaar bij de Arnebrug waargenomen (Erik Sanders) en op 4 april 1994 werd deze vogel voor het laatst waargenomen langs de Moeringweg in Welzinge (Peter Meininger, Erik Sanders)Leuk bij de laatste waarneming is dat de vogel vergezeld werd door o.a. twee adulte Zwartkopmeeuwen en een adulte Dwergmeeuw. "Onze" vogel is op 30 januari 1993 in Colmenar viejo (Madrid, Spanje) voorzien van twee identieke gele vleugelmerken en een metalen ring. Vanaf de winter van 1992/93 worden Kokmeeuwen op deze manier gemerkt, met als doel het verkrijgen van meer informatie over de herkomstbewegingen en verblijf in de overvinteringcgebieden van de verschillende Europese populaties. De vleugelmerken die gebruikt warden zijn geel met zwarte cijfers/letters, wit met zwarte cijfers/letters of blauw met witte cijfers/letters. Ieder merk draagt een code gevormd uit twee tekens en de twee vleugelmerken van een individu zijn identiek. Tot en met de winter van 1993/94 werden 765 vogels van een merk voorzien. De winterpopulatie in Madrid telt vele duizenden vogels. In de winter van 1978/79 werden ca. 40000 exemplaren geteld, waarna een duidelijke toename te zien was en er zo'n 70000 Kekmeeuwen werden geteld in de winter van 1992/93. De afgelopen jaren is van deze populatie slechts het aantalsver loop bijgehouden en er wordt nu, zoals al eerder vermeld, gestreefd naar meer informatie. Alle waarnemingen van "wing-tagged" Kokmeeuwen kunnen opgestuurd worden naar: Luis Palomares Atienza C/San Claudio 30 3° D 28038 Madrid, Spain Erik Sanders, J.v.Reigersbergstraat 267. 4336 XH Middelburg 22

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1994 | | pagina 12