°Pib1 Doordat veel vogelaars Walcheren op de fiets doorkruisen en de soort zich nogal luidruchtig gedraagt werden veel territoria door verschillende vogelaars op gemerkt.De clusters (>2) van waarschijnlijke broedgevallen werden samen gevoegd zodat een zeker broedgeval werd verkregen.Op deze manier werden 34 zekere en 9 mogenlijke broedgevallen gevonden.Reke ning houdend met gebieden welke niet onderzocht zijn en mogenlijke dubbel tellingen (groot territorium) broeden naar schatting 40-50 paar Groene Spechten op Walcheren. Broedgevallen van Groene Specht in 1994 Nt 40-50 P zeker q waarschijnlijk broedgeval niet bezocht Verspreiding Als we fig. 1 en 2 vergelijken zien we onmiddellijk dat de soort zich sinds de laatste inventarisatie (in 1981) over Walcheren heeft verspreid.De soort broedde toen nog voorname lijk in de binnenduinrand van Domburg tot Vrouwenpolder en van Vlissingen tot Zoutelan- de.Zoals uit deze inventarisatie blijkt broed tegenwoordig naar schatting 45% van de Groene Spechten buiten deze gebieden (fig.2). Dit is vooral te danken aan het ouder worden van de bos aanplantingen welke in de jaren vijftig na de oorlogsinundatie plaatsvonden. Ook de loofbossen op de buitenplaatsen worden nu geschikt voor het broedden. Zo werd broedden o.a. vastgesteld in Ter Hooge, park Toorenvliet, en het Moesbos te Koudekerke. Voorts komt de soort tot broedden in (oude windsingels van boerenerven en campings.Ook in Middel- burg lijkt geschikt broedbiotoop aanwezig te zijn. Op tenminste drie lokatie werden zeer regelmatig Groene Spechten gehoord en gezien. Dit was op het industrieterrein Arnestein, omgeving griffioen en het bolwerk. Samenvatting De Groene Specht is een vogel van diverse biotopen met opgaand loofhout en open grasrijke plekken. Het voedsel bestaat vooral uit mieren en wordt op de grond verzameld. Het zijn holenbroeders, die vanwege hun relatief zwakke snavel aan gewezen zijn op zacht of rottend hout of boomsoorten met een zachte stam. Een verklaring dat de soort in delen van Midden Zuid - en Oost Nederland afneemt wordt wellicht veroorzaakt door een achteruitgang van mierenpopulaties die zich in verzuurde en daardoor vergraste bossen niet kunnen handhaven. Tevens kan de soort als standvogel zwaar te lijden hebben van P"strenge sneeuwrijke winters. Sinds de laatste inventarisatie in 1981 (3) is de soort met ca.60% toegenomen als broedvogel op Walcheren. De beperkende factor was toen wellicht het ontbre ken van broedgelegenheid in de vorm van geschikte nest- bomen.Mede door het milde klimaat op Walcheren in combina tie met het steeds ouder worden van de bomen zal naar verwach ting de soort zich eerder weten uit te breiden dan af te nemen. Dankwoord jPÜ ^et aan voteen^e personen waarvan ik gegevens mocht is. rfu >- ontvangen G.Geertse, D.Schaap, B. Verboom, J.Scheijbeler, F.Twisk, J.Walhout, J.Goedbloed F.Arts, E.Sanders, J.Hengst, K.Minnaar en mevr. L.Burger Literatuur: (1) E.R.Osieck F.Hustings., 1994 Rode lijst van bedreigde en kwetsbare vogelsoorten in Nederland. (Techisch rapport 12 vogelbescherming Nederland). (2) Smulders B.J. Joosse A., 1969 Avifauna van Walcheren. (3) Meininger P.L., 1981 Inventarisatie van 10 soorten broedvogels op Walcheren in 1981. Onderzoeksmededelingen no 5 VWG Walcheren. (4) Jan-Willem Vergeer,Gerard van Zuylen.,Provincie Zeeland 1994 Broedvogels van Zeeland. (5) PPD Zeeland.JBroedvogelinventarisatie in waterwingebied Oranjezon in 1983. Jos Tramper, Noordweg 78,4353AZ Serooskerke. 6 7

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1995 | | pagina 5