aantal getelde vogels roofvogels (uitgezonderd meeuwen/eksters) fig.l fig.2 40 35 30 25 20 15 10 5 0 15 10 64 85 80 87 88 80 00 91 98 93 94 95 jaren 1323 aantal exx. temperatuur -10 t e m P e r a t u u r t 100 o t 64 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 jaren Uill ameltoicen 1I bUdalcendM ttHJ apcrwar GS3 botaard EES torenvalk 10 Eenden Wilde eend:Het laagste aantal tot nu toe, ook in jagers kringen was het opgevallen dat er dit jaar minder Wilde eenden waren. Voor de Tafeleend was het met 200 ex een top jaar. De meeste waren zoals gebruikelijk aanwezig op de krèek van Veere (111 ex), terwijl ruim 80 ex aanwezig waren op de spuikom van Ritthem. Ook de Kuifeend deed het met 1900 ex weer goed. Minstens 1750 ex waren aanwezig op de kreek van Veere en een 40 tal op de spuikom te Ritthem.De kreek van Westkapelle en Rammekens scoorden voor deze soort erg laag,tesa- men niet meer dan 30 ex. Opmerkelijk was het aantal van 45 Toppereenden op de Veerse kreek.Mïddelste zaagbekken werden allen waargenomen op het k.d. Walcheren. Winterta lingen verbleven voornamelijk op de kreek van Rammekens en de spuikom te Ritthem. Roofvogels De Buizerd deed het met 23 ex verspreid over heel Walcheren weer goed. In vergelijking met voorgaande zachte winters scoorde de Blauwe kiekendief met 6 ex hoog. Het lijkt er op dat de Torenvalk iets aan het a&emen is. Mogenlijk ten gevolge van het afoemen als broedvogel elders in Nederland. Daarin tegen vertoont het aantal overwinterende Sperwers een stijgende lijn.Het verloop van de aantallen overwinterende roofvogels is nog eens weergegeven in fig.2. Meerkoet: Zeker 1600 ex waren aanwezig op de dijken langs het kanaal door Walcheren. Overige plaatsen met tientallen ex zijn de kreek van Westkapelle, Rammekens en de spuikom aldaar. Plevieren De vorst periode van eind november zorgde er voor dat de Kievit en Goudplevier massaal zuidwaarts trokken. De Wulp trok met 600 ex t.o.v de laatste telling weer wat aan. De mees ten komen voor in het noorderlijk deel van Walcheren, dit is mogelijk het gevolg van de slaapplaatsen welke zich rond het Veerse meer bevinden. Meeuwen Kokmeeuw: Van deze soort werden 915 ex geteld, vorige tellingen ruim 1500. De meeste verbleven in de nabijheid van de zuiverings installatie te Ritthem. Enkele honder den waren aanwezig op het k.d. Walcheren. Slechts 172 Stormmmeeuwen werden waargeno men, ze verbleven doorgaans op de weilandeaDe Zilvermeeuw was met 519 ex goed verte genwoordigd. De meesten verbleven tussen Vlissingen en Ritthem en in de weilanden langs de Walcherse kust Voorts werden nog 42 Grote- en 6 Kleine mantelmeeuwen gezien. Ekster/Patriis Ondanks dat er geen sneeuw lag is getracht een beeld te krijgen van de aanwezige Patrijzen. Zoals te verwachten was komen de aantallen niet overeen met de werkelijke aantallen. Er werden slechts 22 ex gezien. Daarentegen is de Ekster wel goed te tellen, er werden 199 ex waargenomen. De meesten werden gezien langs de binnenduinrand, de Veersekreken en aan beide zijden van het k.d. Walcheren. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1995 | | pagina 7