't Zwelmpje augustus 1995 Berthelotspieper en de Freira (eveneens een endeem en met 30 broedparen één van de zeld zaamste zeevogels ter wereld) niet vinden. Hetzelfde gold voor Bulwers Stormvogel, Gon- gon (broertje van de Freira, maar pas in september bij Madeira waar te nemen), Madeira Stormvogeltje en Wilson's Stormvogeltje. De meeste van deze zeevogelsoorten broeden op de Desertas-eilanden, op circa een uur varen van Funchal. Helaas worden door de plaatselijke VVV alleen in juli en augustus boottochten naar deze eilanden georganiseerd. Overigens is het de vraag of genoemde zeevogelsoorten overdag zijn waar te nemen gezien het feit dat de meeste soorten pas in de avondschemer uit de nestholten komen om te gaan foerageren. Genoeg over de vogelsoorten die ik niet gezien heb. Totaal nam ik in één week op de kop af 21 verschillende soorten waar (een aantal watje op Walcheren in een kwartier kan scoren!). Tot de talrijkste soorten behoorden "Rotsduif', Grote Gele Kwikstaart, Merel, Zwartkop, Visdief (spannend hé?), Spaanse Mus, Geelpootmeeuw en gelukkig ook 2 nieuwe soorten voor de life-list namelijk de Kanarie (minstens zo talrijk als de bekende gele gekweekte vorm in Nederland; ervaring met de zang kun je in elk willekeurig rusthuis in Nederland opdoen) en de Madeira Gierzwaluw (een weinig spectaculaire soort, klein van formaat met een geheel vaalbruin verenkleed, slanke romp en vleugels, lange staart en vooral opvallend geluid (een Buidelmees/Rietgorsachtig "tsiiee")). Minder talrijk (1-10 waarnemingen) waren Torenvalk, Putter, Blauwe Reiger, Buizerd, Sperwer, Dougalls Stern, Vink, ondersoort africana (helaas niet gezien), Roodborst, Regenwulp en Steenloper. De neurotische lezer zal inmiddels hebben 't Zwelmpje augustus 1995 12 vastgesteld dat ik 19 soorten heb opgenoemd en zich afvragen wat de 2 resterende soorten zijn. Wel, met de wetenschap dat rond Madeira vooral bijzondere zeevogels voorkomen, bracht ik dagelijks verscheidene uren op het balkon van ons appartement door, turend over de Atlantische Oceaan. Op 22 en 23 mei leverde dit in de ochtend en middaguren totaal niets op (enkele Visdieven). Van 24 tot en met 28 mei leverden tellingen in de avonduren (19.00 21.00 uur) echter een totaal van circa 900 pijlstormvogels op, namelijk 250 Kuhls Pijl stormvogels en 650 Kleine Pijlstormvogels. Weinig diversiteit dus, maar vooral de Kleine Pijlstormvogels verveelden me geen moment. De soort is opmerkelijk makkelijk te herkennen aan het geringe formaat, de compacte bouw met korte vleugels, de zeer snelle vleugelslag (circa 8 slagen achtereen (doet dan sterk denken aan een alkachtige) gevolgd door een korte glijvlucht (geen boogjes trekkend)). Het meest genoemde kenmerk (althans voor de onder soort baroli), namelijk de witte zijkop met wit tot boven het oog, is het minst bruikbaar. Met de kijker (ik had geen telescoop bij) was dit kenmerk tot op een afstand van 200 meter goed te zien, terwijl tussen de 200 en 400 meter de lichte zijkop nog wel, maar het oog niet meer, waarneembaar was. Op grotere afstand was alleen de vliegwijze een goed kenmerk. Gelukkig passeerden veel vogels op korte afstand, vaak in groepjes van 3-8 vogels. Regelmatig vlogen ook grotere groepen langs (bijvoorbeeld op 27/05 groepen ran 19,12,37 en 57 vogels). De beste dag was 25/05 met een totaal van 212 exemplaren, waaronder een groep van maar liefst 147 vogels op een dito aantal meters uit de kust! Óp verscheidene dagen werd waargenomen hoe groepen van enkele tientallen Kleine Pijlstormvogels neerstreken op zee. Op de meeste dagen werden slechts 10-40 Kuhls Pijl stormvogels geteld. Alleen 25/05 sprong eruit met een totaal van 162 vogels. Vergeleken met de Kleine Pijlstormvogels oogden de Kuhls als logge, bezadigde reuzen. Hoewel ik erg gespitst was op andere zeevogelsoorten leverden 10 teluren uitsluitend genoemde pijlstormvogels op. Nog wel vermeldenswaardig zijn de waarnemingen van dolfijnen op 23 en 28 mei. Op beide dagen zwom een groepje van 4 beesten voorbij in oostelijke richting. De dieren sprongen regelmatig uit het water, waarbij ze mooi te zien waren. Ondanks het geringe aantal vogelsoorten is Madeira voor ieder ornitholoog een aanrader, al is het alleen al om ervaring op te doen met Kleine Pijlstormvogels (en voor sommigen onder ons om het onderscheid tussen Kuhls Pijlstormvogels en Jan van Genten nog eens nader te onderzoeken). Jaco Walhout, Verwerijstraat 25,4331 TA Middelbuq*.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1995 | | pagina 7