1
7 Zwemlmpje februari 1996
Door te kiezen voor deze wat ingewikkelde manier om beide trends gezamenlijk weer te
geven (ongeveer zoals je vroeger de techniek van door je oogharen kijken toepaste) kunnen
we zien dat ze redelijk overeenstemmen.
De eerste dip wordt toegeschreven aan het effekt van de strenge winters halverwege de jaren
tachtig. De tweede dip hangt vermoedelijk samen met de droogte die in die jaren het broedsei-
zoen kenmerkte. [Voor degene die denkt dat de gevonden aantallen aan de Oude Veerseweg
doorslaggevend zijn voor de landelijke trend en dat de overeenkomst dus wel erg voor de
hand ligt, heb ik een teleurstellende mededeling: de aantallen in ons gebied vallen in het niet
bij het landelijk totaal]
Fred Twisk, Ellebooglaan 12,4371 PT Dishoek
OPROEP
Waarnemingen Kleine Alken gevraagd! Om de Kleine Alken invasie van afgelopen najaar
niet ongemerkt voorbij te laten gaan wil Aijan Ovaa een stukje hierover schrijven in 't
Zwelmpje. Iedereen wordt verzocht nog eens zijn waarnemingenboekjes uit te pluizen. Ook
waarnemingen van aangespoelde (dode) vogels zijn welkom. De waarnemingen kunnen
worden doorgegeven aan de waarnemingensecretaris,
de redactie
7 Zwemlmpje februari 1996
VESTIGING GROTE LIJSTEREN GROENE SPECHT OP ZUIDOOST
WALCHEREN.
Inleiding
De Groene Specht en de Grote Lijster zijn twee soorten waarvan de laatste jaren op Walche
ren een toename is vastgesteld. Recente meldingen van broedgevallen van deze soorten buiten
de traditionele broedgebieden zijn aanwijzingen voor een areaaluitbreiding. Gegevens om
trent de aantallen broedparen op zuidoost Walcheren ontbraken. Tijdens de inventarisatie van
de Groene Specht op Walcheren in 1994 was dit gebied een witte vlek. In 1995 werd een
territoriumkartering uitgevoerd in het gebied ten zuiden van de spoorlijn Vlissingen - Goes.
Overzicht populatieontwikkeling Groene Specht en Grote Lijster op Walcheren
Groene Specht Eind jaren zestig was de Groene Specht een schaarse broedvogel (6-20 paar)
op Walcheren. Ze broedden bij Valkenisse, op noord Walcheren (tussen Domburg en Vrou
wenpolder) en mogelijk ook in enkele oude boomgaarden (Smulders Joosse 1969). In 1981
werden 27-30 territoria vastgesteld, waarvan 21-23 in het noordelijk duingebied en 5 in de
duinen tussen Vlissingen en Zoutelande (Meininger 1981). In 1983 werden in de duinbossen
en aan de duinvoet gelegen landgoederen 27-38 paar geteld. Vestigingen buiten de traditione
le gebieden waren in 1983 de Veerse Kreken, in 1988 Rammekenshoek en in 1989 mogelijk
een broedgeval op Ter Hooge (van Zuylen Vergeer 1990). In 1993 werden zekere broedge
vallen vastgesteld te Rammekens, in Ter Hooge en te Middelburg (Walhout 1994). In 1994
werd het aantal broedparen op 40-50 paar geschat. Veel territoria lagen buiten de traditionele
broedgebieden, broedgevallen werden vastgesteld in buitenplaatsen, in oude windsingels van
boerenerven en in Middelburg (Tramper 1995). Grote Lijster Smulders en Joosse (1969)
noemen de Grote Lijster een vrij talrijke broedvogel, hierbij hoort een schatting van 21-80
paar. In 1982 werden bij een integrale kwantitatieve inventarisatie 10 territoria vastgesteld, 5
in de binnenduinrand tussen Domburg en Vrouwenpolder en 5 in boomgaarden en houtwallen
op noord en centraal Walcheren. In de periode 1983-1989 werd het aantal broedparen op
grond van inventarisaties in deelgebieden geschat op 10-15 paar (van Zuylen Vergeer
1990).
In 1993 werden diverse territorium indicerende waarnemingen gedaan buiten de traditionele
broedgebieden op zuid Walcheren zoals in de binnenduinrand van Groot Valkenisse tot
Dishoek, Middelburg, Koudekerke, het Sloe en bij Nieuw- en St Joosland. In totaal werden
minimaal 15 territorium indicerende waarnemingen gedaan (Walhout 1993, Walhout 1994).
Methode
Het geïnventariseerde gebied is gelegen op Walcheren ten zuiden van de Spoorlijn Vlissingen
- Goes (figuur I). Het gebied bestaat voornamelijk uit bouwland. Kleinere oppervlakten
bestaan uit grasland en boomgaarden. De landbouwgronden liggen ingeklemd tussen het
stadsgewest Vlissingen/Middelburg en het industriegebied het Sloe. De oppervlakte van het
geïnventariseerde gebied is c. 30 km2. Het gebied omvat o.a. Welzinge, de polders rond
Nieuw- en St Joosland (Middelburgsche Polder, Oud- St Jooslandpolder), Rammekenshoek
(Natuurreservaat) en de Westhoek bij Ritthem.