24 'I Zwehtipje februari 1997 DUIKENDE NOORDSE PIJLSTORMVOGEL Op 29/10/96, een dag met een stevige noordwesterstorm (kracht 9), zagen J W, PLM, MH e.a. omstreeks 08.30 uur een Noordse Pijlstormvogel vanaf't Kiekuus bij Westkapelle. De vogel vloog in zuidelijke richting nel buiten de paalhoofden en liet zich dan ook bijzonder fraai bekijken (snavel, poten en "krul" in de nek prima te zijn). Vlak voor de telpost werd de vogel aangevallen door enkele Grote Mantelmeeuwen. Hierop landde de vogel op het water om direct daarna onder te duiken. De vogel bleef geruime lijd onder water. Daarna dook de vogel nog enkele malen onder tot de meeuwen verdwenen waren. Daarop steeg de vogel watertrap pelend op om vervolgens met zijn karakteristieke manier van vliegen in zuidelijke richting te verdwijnen. Pijlstormvogels staan bekend als uitstekende duikers. Er zijn gevallen bekend (in de broedgebieden) van exemplaren die op tientallen meters diepte in visnetten zijn aangetrof fen. De waarneming van een duikend exemplaar voor de Nederlandse kust is echter een buitenkansje. Jaco Walhout, Verwerijstraat 25, 4331 TA Middelburg KLEPTOPARASITISME VAN KAUWEN BIJ SMELLEKEN Op 19 oktober 1996 fietste ik rond 14.00 uur over de Zandvoorlweg ten westen van St. Laurens. Boven de weilanden en akkers vloog, op zo'n 500 m afstand van mij af een Smelleken, zwaarbeladen met prooi. Zeer opvallend was een groepje van 10 a 15 Kauwen die de achtervolging op het Smelleken hadden ingezet. Toen de, vanwege zijn vracht relatief traag vliegende valk ingehaald was, starten zij met stoolduiken op de vogel. Het Smelleken trachtte ongeveer gedurende een halve minuut zijn kwelgeesten kwijt te raken. Dit lukte echter niet, zodat ze haar prooi tenslotte maar liet vallen en met een duidelijk grotere snelheid in de richting van St. Laurens verdween. De Kauwen doken achter de vallende prooi, een vogel, aan. Vanwege de grote afstand kon het verdere vervolg van de gebeurtenissen niet worden waargenomen. Waarschijnlijk lijkt dat de Kauwen zich te goed hebben gedaan aan de verse prooi van het Smelleken; Kauwen eten immers ook wel aas. Deze waarnemingen kan daarom worden beschouwd als een vorm van kleptoparasitisme, een gedrag dat vooral bekend is van bijv. jagers die sterns hun voedsel afnemen. Bij Kauwen had ik deze vorm van "foura- geergedrag" niet eerder waargenomen. Arjan Ovaa, Gruttostraat 5, 5944 JD Velden

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1997 | | pagina 14