W<g/f UcldcHo.tyC tidd- rsa.'L 'f Zrelipje 13e jaarling uner 1 KOEREIGER IN OUDE VEERSEWEGGEBIED Zondag 26 april 1996; een mooie zonnige dag. Een wandeling in de Zeepeduinen heeft 's middags niet meer opgeleverd dan zeven (lokale?) Buizerds, Nach tegalen, Braamsluipers en de eerste Gekraagde Roodstaart, 's Avonds vind ik nog een uurtje de tijd om een rondje te rijden in "mijn" telgebied, de Oude Veerseweg en omstreken. Afgezien van een Koekoek, een Witgatje, wat foerage- rende Regenwulpen en de eerste Kleine Karekiet oogt alles rustig. Bij de Vios- keweg zie ik (om 19.35 uur) van veraf een weilandje met twee paarden en een groep eendachtigen waartussen een witte vogel; vast een kwakereend. Dichter- bijgekomen richt ik nietsvermoedend de kijker op het groepje om tot mijn stom me verbazing een prachtige adult (bijna) zomerkleed Koereiger in beeld te krijgen. Na enigszins van de verbazing te zijn bijgekomen probeer ik bij drie nabijgelegen boerderijen te bellen. Helaas, de bewoners zijn niet thuis (naar de kerk neem ik aan?) en ik keer terug om de vogel rustig met de telescoop te bekijken. De vogel laat zich fraai bestuderen op c. 50 meter afstand. Opval lend bij deze zomerkleedvogel zijn de oranje kuif, oranje borst, oranje snavel en rode washuid. Gezien de geelgroene kleur van de poten lijkt de vogel me nog niet geheel in zomerkleed (heeft dan rode poten). De vogel loopt driftig te foerageren, maar na enige tijd vliegt hij om 19.52 plotseling op, waarbij de oranje rug opvalt. Met ronde vleugels vliegt de vogel richting Kleverskerke en boven het Kanaal door Walcheren gekomen buigt hij af naar het noorden en vliegt vrij hoog, het Kanaal volgend, richting Veere, vermoedelijk om daar te gaan slapen (meest waarschijnlijk lijkt me op de Haringvreter). De volgende morgen wordt de vogel om 07.30 uur reeds teruggevonden op de oude stek door Corstiaan. De vogel blijft de hele dag en ook de volgende dag aanwezig tot genoegen van de jaarlijsters en andere geïnteresseerden (voor Corstiaan Beeke, Paul van Tuil, Jan Willemse, Marcel Klootwijk en Gerwin Geerse betekende het een nieuw soort). Deze waarneming betekent het tweede zekere geval voor Walcheren; het eerste geval was een voor select publiek twitchbare vogel op 16 augustus 1992 in het Zandvoortweggebied (ontdekt door J. Goedbloed senior en verder gezien door Jos Tramper, Gido Davidse en Rob Sponselee). In Nederland is de soort een zeldzame, maar jaarlijkse gast. Tot en met 1996 werden waar nemingen beoordeeld door de CDNA. Tot en met 1995 zijn 93 aanvaarde gevallen bekend, waarvan 60 in de periode 1980-95 (gemiddeld 3,75 per jaar) (Wiegant et al 1997). Oei :Rwu-<- 77 fO Cit Bronnen: Wiegant W.M., Steinhaus G.H. CDNA 1997. Rare birds in the Netherlands in 1995; Dutch Birding 19: 97-115. Jaco Walhout, Verwerijstraat 25, 4331 TA Middelburg. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1998 | | pagina 8