t 'Zwelmpje, Me jaargang nr. I mri. 1999 10 Walcheren, Middelburg. (6) Bijlsma R.G. (1996) Ecologische atlas van de Nederlandse roofvogels. Schuyt Co, Haarlem.(l.) (7) Hannewijk A. Hoekstein M. 1998) Broedvogels van het noordelijk deel van de Schotsman in 1998. Mededeling no 10, KNNV Vogelwerkgroep Bevelanden. (8) Walhout J.M. (1997) Recente meldingen juni, juli en augustus 1997. 't Zwelmpje 12(3) 16-20 (9) Sponselee R. (1994) Recente meldingen april t/m september 1994. 't Zwelmpje 9(4) 9 20 (10) Meininger P.L., Berrevoets C.M. Strucker R.C.W. (1994) Kustbroedvogels in het Deltagebied in 1993 met een samenvatting van vijftien jaar monitoring 1979-1993. Werkdocument GWOS 94.817X, RIKZ, Middelburg/NIOO CEMO, Yerseke (11) Walhout J.M. (1996) Recente meldingen april, mei en juni 1996. 't Zwelmpje 11 (3) 17-21. (12.) Castelijns H. Vergeer J.W. (1996) Roofvogelonderzoek en -bescherming in Zeeland in 1995. Rapport Roofvogelwerkgroep Zeeland Vogelbescherming Nederland regio Delta, Goes. ZEEUWSE VOGELAARSDAG IN SAEFTINGHE Op 9 januari j.l. werd de jaarlijkse vogelaarsdag gehouden in het verdronken land van Saeftinghe. Het nuttige werd met het aangename verenigd, want die dag viel samen met de maandelijkse vogeltelling. Daardoor konden nieuwelingen zoals wij eens zien hoe zo'n telling in z'n werk gaat Er waren twee vragen die ons bezig hielden, n.l. hoe doe je zo'n telling en hoe laatje al die experts het eens worden over de aantallen (vogelaars zijn net mensen en dus wel eens eigenwijs). Het bleek dat veel vogelaars elkaar al erg lang kenden. Op de pont van Kruiningen naar Perkpolder vonden dan ook veel begroetingen plaats en werden heel wat laatste nieuwtjes uitgewisseld. Dit spel herhaalde zich toen we in Emmadorp in het bezoekerscentrum nog veel meer vogelaars tegenkwamen. Onder de koffie vertelde Fred Twisk de aanwezigen het één en ander over het nieuwe boek waar we allemaal trots op zijn, n.l. "Vogels van Walcheren". Na welkom te zijn geheten door Henk Casteleijns, één van de organisatoren, werden drie groepen gevormd. De verbondenheid van vogelaars werd bij de indeling nog eens geïllustreerd: er was zelfs iemand die zich opofferde door met degene die buiten het verdronkenland moest gaan tellen, mee te gaan! Daama gingen we Saeftinghe binnen. Dat landschap valt eigenlijk niet te beschrijven, je moet er gewoonweg geweest zijn om het aparte karakter te kunnen begrijpen. In ons geval werd de schoonheid van de natuur nog eens extra belicht door een voor de tijd van het jaar stralende zon. In dat, op het eerste gezicht onwerkelijk aandoende landschap, kom je als vogelaar echt aan je trekken Op elk willekeurig moment zie je in dit jaargetijde, waar je ook kijkt, wel ganzen vliegen en soms hele "wolken" smienten. Ook het afwisselend lopen door kreken en het baggeren over stukken land waar 's winters alleen wat rietstengels staan, is een ervaring apart. Schitterend! iZwebiyje, Hejaargtmgnr. 1 mrt 1999 11 Het tellen ging overigens anders dan ik verwacht had. Toen we om de hoek van een kreek onze eerste groep ganzen zagen (ik schat dat er toch wel zo'n 1.000 vogels waren) was er wel veel interesse voor de vogels maar niemand maakte ook maar enige aanstalte om iets te tellen. Pas vele (tien)duizenden vogels later begreep ik dat de vogels eerst naar de Schelde werden gedreven om aldaar geteld te worden. Ondertussen hadden we van een vogelaar uit de Bevelanden gehoord dat bij tellingen van deze orde van grootte, hoezeer men ook z'n best deed, een marge van 30% hoorde (bij professionele tellers: 10%). Met dat in het achterhoofd en het feit dat de echte tellers in mijn groep hun schattingen uitwisselden, met elkaar overlegden en de verschillen analyseerden, heb ik toch vertrouwen in de telling gekregen c.q. behouden (er waren ruwweg zo'n40.000 smienten en 10.000 grauwe ganzen geteld). Bovendien, in de PZC van woensdag 20 januari j.L, vermeldt Chiel Jacobusse ook dat er momenteel veertig duizend smienten in het Land van Saeftinghe verblijven De rijkdom aan vogels, het prachtige landschap en ook het nakaarten in het oergezellige cafe maakte dat we het deze dag geweldig naar onze zin hebben gehad, een winkelhaak en een paar volgelopen laarzen kunnen daar niets aan veranderen. Van Henk Castelijns, woordvoerder van de 'Vogelwerkgroep van de Steltkluut', ontvingen we het eindresultaat van de telling. Deze luidde als volgt: Laagwatertelling Saeftinghe op 9 januari 1999. 2Dodaars 1 Sperwer 1 Stormmeeuw 32 Aalscholver 16 Buizerd 12 Zilvermeeuw 1.070 Kleine Zilverreiger 1 Ruigpootbuizerd 1 Gr.mantelmeeuw 18 Blauwe Reiger 2 Torenvalk 2 Holenduif 12 Toendrarietgans 490 Smelleken 2 Veldleeuwerik 3 Kleine Rietgans 3 Slechtvalk 1 Graspieper 53 Kolgans 12.820 Fazant 1 Oeverpieper 208 Grauwe Gans 51.374 Scholekster 202 Winterkoning 3 Sneeuwgans 1 Kluut 26 Kramsvogel 2 Brandgans 105 Goudplevier 1.022 Tjifljaf 1 Bergeend 401 Kievit 5.175 Ekster 14 Smient 42.182 Bonte Strandloper 6 Zwarte Kraai 30 Wintertaling 1.093 Kemphaan 4 Bonte kraai 12 Wilde Eend 4.083 Watersnip 13 Spreeuw 147 Pijlstaart 1.205 Wulp 273 Groenling 11 Slobeend 2 Zwarte Ruiter 6 Frater 175 Zwarte Zeeeend 1 Tureluur 78 Putter 1 Bruine Kiekendief 24 Witgatje l Rietgors 33 Blauwe Kiekendief 4 Kokmeeuw 328

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1999 | | pagina 7