m/fflnfiK 1999 16 DE GRUTTO'S EN TURELUURS IN HET ZANDVOORTWEGGEBIED EN HUN BELEVENISSEN MET BESCHERMING EN BEHEER Methode Evenals de voorgaande jaren heb ik in het afgelopen vooijaar weer geprobeerd het broeden van Grutto's en Tureluurs langs de Zandvoortweg en omgeving te volgen. Mijn methode is eenvoudig: ik fiets viermaal per week om 7.30 van huis naar werk en om 18.30 weer terug. De overige dagen van de week rijd ik regelmatig per auto door het gebied. Ik let daarbij op het voorkomen van de vogels, de percelen waarop ze zich bevinden en de manier waarop ze zich gedragen. Ik zoek geen nesten, ga het land niet in, maak geen uitgebreide aantekeningen, maar krijg zo wel een goede indruk. Bescherming ln het Zandvoortweggebied zijn zowel Landschapsbeheer Zeeland als de provincie actief. Landschapsbeheer Zeeland verzorgt de coördinatie van de nestbescherming door vrijwilligers. Deze markeren of verplaatsen nesten bij werkzaamheden op akkers en weilanden. De provincie sluit beheersovereenkomsten af en stelt zo een late eerste maaidatum vast. Voor enkele percelen aan de Zandvoortweg waar in voorgaande jaren 1 tot 3 paar Grutto's met succes jongen grootbrachten, heeft dit in 1999 niet gewerkt. Dit jaar broedde hier jammer genoeg niet één paar. Ook individuele boeren houden rekening met het voorkomen, als ze weten waar de nesten zich bevinden. Met name werkt dit gunstig voor de weidevogels die aan de Buttingseweg broeden. Waarnemingen De Grutto Dit jaar heb ik voor het eerst waargenomen dat een Grutto een nest maakte op een kale akker. Ookaan deKievilshoekweg bij Serooskerke heeft een Grutto op een akker gebroed (pers. meded. Gerard van Zuijlen). De Grutto's profiteren tijdens de nestfase duidelijk van het enthousiasme van de weidevogelbeschermers en de geïnvesteerde tijd en energie. Daarmee echter is een goed broedsucces nog niet verzekerd. Ook dit jaar viel me weer op hoe mobiel Grutto's met jongen zijn. Zodra ze jongen hebben gaan ze op zoek naar percelen met lang gras. Hier tref je dan luid alarmerende en stootduikende Grutto's aan. Dit zijn echter ook precies die percelen die het eerst gemaaid worden. Dit jaar waren dit ook percelen waarvoor geen beheersovereenkomst is afgesloten. Met als resultaat dat tenminste 4 Gruttobroedsels alsnog kapotgemaaid zijn. In ieder geval heb ik in 4 gevallen waargenomen dat voorheen driftig alarmerende Grutto's na het maaien nog enkele dagen stilletjes op of in de nabijheid van het betreffende perceel rondhingen. Soms wordt ergens anders een vervolglegsel geproduceerd, dat nog minder kans van slagen heeft, aangezien naarmate het seizoen \de landbouwwerkzaamheden toenemen. Aan de Zandvoortweg (2 paar) heb ik geen vliegvlugge jongen waargenomen, aan de Ossenbergweg (3 paar) alleen op 2 juli 2 vliegvlugge jongen. Aan de Buttingseweg zijn de resultaten veel beter, aangezien de betreffende boer deze percelen niet intensief beheert f A. 71000 17 De Tureluur Het leek aanvankelijk een slecht Tureluuijaar te worden. Slechts 1 paar werd met zekerheid waargenomen. Maar de Tureluurs hadden zich dit jaar zeer geheimzinnig gedragen. Toen ze jongen hadden en zich alarmerend verraden, bleken er toch nog minstens 4 paar gebroed te hebben. Aangezien Tureluurs met jongen nagenoeg alleen in sloten fourageren, worden de jongen niet het slachtoffer van agrarische werkzaamheden. Dit wil niet zeggen dat ze zonder problemen worden grootgebracht. In het gebied zijn veel predatoren aanwezig: Zwarte kraai, Kauw, Zilvermeeuw, Blauwe reiger, Bruine kiekendief, Bruine rat, Wezel, Hermelijn, Bunzing, katten en honden. Over de overlevingskansen van Tureluurjongen kan niets meer gezegd worden dan dat er jongen grootgebracht worden. Deze trokken in voorgaande jaren na het vliegvlug worden direct uit het gebied weg. Dit jaar verbleef een Tureluurpaar met jongen nog lang op de nieuwe 'natuuroever' aan de Ossenbergse sprenk. Ook aan een sloot aan de Ossenbergweg verbleef een paar met jongen. Deze net wel of net niet vliegvlugge jongen waren nog niet veilig wat bleek tooi het Waterschap een aantal sloten ging schonen. Zie de brief aan het waterschap elders in dit nummer. Over de resultaten van bescherming DevrijwiLgers steken hun enthousiasme en energie in nestbescherming De provincie investeert moeite en geld in de beheersovereenkomsten. En toch zijn de resultaten gering in ieder geval voor de Grutto's. Concluderen dat weidevogelbescherming op deze manier eigenlijk geen zin heeft, is wel erg negatief. In het laatste nummer van Sovon Nieuws van juni 1999 staat een artikel 'Weidevogelontwikkelingen' (door Wolf Teunissen), met daarin de sombere conclusie dat het niet goed gaat met de weidevogels in Nederland en misschien wel slechter dan we al dachten. Toch zijn er ook positieve berichten. Onderzoek heeft uitgewezen dat het uitkomstsucces van weidevogellegsels in graslandgebieden met bescherming bijna tweemaal groter is dan in onbeschermde gebieden. Maar hiermee zijn we er niet. De volgende belangnjke stap is de overleving van kuikens tot het vliegvlugge stadium. In de vol8gende tabel worden achtereenvolgens vermeld het gemiddeld aantal kuikens dat per paar wordt geboren, het geschatte aantal dat vliegvlug wordt en het aantal dat vereist is om de populatie in stand te houden. Kuikens/paar vliegvlugge vereiste aantal jongen/paar Kievit 2,60 0,36-0,94 0,8-1,0 Grutto 1,93 0,17-0,66 0,6 Tureluur 1,32 0,33-0,40 0,7- 1,0 Gruttogezinnen zijn mobiel en daardoor moeilijk te beschermen. Verliezen tijdens het maaien kunnen mogelijk worden voorkomen door het maaien uit te stellen in percelen met veel gezinnen, door het perceel van binnen naar buiten te maaien of door de gezinnen uit het te maaien perceel te veijagen. Om te voorkomen dat jongen door voedselgebrek sterven zal een deel van het grasland ongemaaid moeten blijven, namelijk ongeveer 1 hectare per Gruttogezin. De ongemaaide percelen mogen dan niet verder dan 500 meter uit elkaar liggen. Zo wordt een mozaïek van

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1999 | | pagina 10