f 7*h'Impjcit-jnn tgnngr 22 gezichtsafstand.... Zoals zo vaak vloog er weer een krijsende meeuw over en zoals zo vaak keek ik weer omhoog om te checken wat er nu weer aan de hand was (meestal helemaal niets). Dit keer was echter alles anders: behahe de meeuw draaide er een gigantisch grote vogel achter de bomen vandaan. In één oogopslag was het duidelijk: dit was een Gier en wel een Vale. De vogel vloog op nog geen dertig meter hoogte, en met het blote oog waren de lichte ondervieugeldekveren en kop goed te zien. Ik stormde meteen het huis in om mijn camera te halen. Immers, bij zo'n zeldzame waarneming is een foto erg handig om het geval aanvaard te krijgen bij de CDNA. De 400mm zat er nog op, dus na de hele familie verontrust te hebben met mijn gedender over de trap, kon ik gaan schieten. Zoals gehoopt vloog de gier nog steeds boven de tuin en ik kon een paar aardige platen maken. Inmiddels won de vogel snel hoogte zodat het al snel minder de moeite waard was om mijn film vol te schieten. Toen bedacht ik pas dat kijken door een verrekijker ook leuk is, en ik ging wat rustiger kijken. Het verenkleed was, op een enkele pen na, vrijwel geheel ga«f zodat ik vermoedde dat het om een jonge vogel ging Aar^zien de vogel nog steeds in beeld was bedacht ik de mogelijkheid dat andere vogelaars hem misschien nog konden zien, snel een paar leden van onze V WG gebeld (met de vogel nog steeds in beeld) en jawel, Peter Boelee was nog zo gelukkig. Toen de waarneming natuurlijk op de pieper gezet. Ondertussen heb ik gehoord dat de piepermelding zo schokkend was dat sommigen hun kijker (alweer) aan de wilgen wilden hangen... Nog naschuddend van opwinding kwamen vervolgens natuurlijk de nodige telefoontjes en kon ik steeds mijn verhaal vertellen. Het verhaal bleek echter nog niet afgelopen. Toen ik de volgende dag om drie uur 's middags thuis kwam bleek Ralf Joosse net geprobeerd te hebben me te bellen. Mijn vrouw had een briefje neergelegd, al hoefde dat niet zo nodig voor Hoen ik hem dan toch maar belde bleek dat hij die ochtend gehoord had dat de Gier bij de Goudplaat op Noord-Beveland zat. De vogel zou geringd zijn en daarom bij voorbaat niet interessant. Toen ik de waarnemer belde bleek de vogel net gevlogen, dus kon ik dat weer via de pieper melden. Niet verwachtend dat de vogel nog in de buurt zou blijven liet ik het daarbij. Ik blij dat ik de vogel in elk geval gezien had! Enkele andere vogelaars lieten het er niet bij zitten: Jaco, Gido, Rob en Peter gingen Noord- Beveland afzoeken. De eerste drie hadden na aanhoudend zoeken tenslotte succes: de vogel bleek neergestreken bij de Anna-Friso Inlaag. Die avond werd het er nog druk, vogelaars uit Zeeland en de rest van Nederland komen de Gier 'scoren'. De witte kleurring kon nu ook afgelezen waden. Het beest zelf leek te balen van het grieperige Hollandse weer, hij zit er wat mistroostig bij en toen er een bui losbrak begon hij ervoor weg te rennen bij een bietenveld werd zijn vlucht echter gestuit door de vegetatie en hij moest de bui over zich heen laten komen. De volgende ochtend bleek zijn besluit genomen: om ongeveer tien uur, bij het eerste greintje thermiek ging de vogel op de wieken, draaide de hoogte in tot hij bijna uit zicht was en vloog hoog de Schelde over om nooit meer terug te komen.. De herontdekking en het aflezen van de ring hebben een nieuwe dimensie aan het geval toegevoegd. De herkomst van de vogel kan achterhaald worden en nu zou kunnen blijken of het een in gevangenschap opgefokte vogel is of een jong uit een wildnest. Tenminste dat zou je denken. Totnogtoe is er op de uitgestuurde E-mailtjes en briefjes naar ringers en ringcentrales geen ander antwoord gekomen dan dat het wel handig zou zijn geweest als ook de metalen ring was afgelezen. Waarom dan nog de moeite doen om zo'n plastic ring aan te leggen? Ikzelf dacht altijd dat de plastic ringen bedoeld waren om op zodanige afstand af te lezen waarop aflezen van metalen ringen onmogelijk is, vergist zeker. De heren gierenringers blijken niet zo communicatief, zodat we voorlopig nog in het ongewisse zitten over zijn herkomst. Mijn dia's zijn ontwikkeld en de ring is er op te zien maar niet te lezen. Was hij maar niet herontdekt, dan had ik hem al rustig kunnen laten aanvaarden door het CDNA Mark Hoekstdn. t 7wlirpje, I4cjnnr%an$nr 7j...... inno 23 RECENTE MELDINGEN DECEMBER 1998 T/M FEBRUARI 1999 Hoewel ik ook ditmaal van enkele aktieve vogelaars (bijv. Pirn, Sander, Corstiaan) geen waarnemingen ontving (waarschijnlijk meer door nonchalance dan door moedwil) geeft onderstaand overzicht een redelijk volledig beeld van het voorkomen van schaarse en zeldzame soorten de afgelopen winter op Walcheren. Van de volgende personen ontving ik wel gegevens: TobiKoppejan (01/12-18/01), Gido Davidse (01/12-07/02), les Goedbloed (december), Richard Struyk (december) en van Joop Scheijbeler, Adri en Ralf Joosse, Fred Twisk, Jos Tramper, Johames Luiten, Gerwm Geerse, Rob Sponselee, Baron A.J.H. van Lynden, Peter Meininger, Jan Heqgst en mijzelf over de volledige periode. Marcel klootwijk, Jan Willemse, Jan Goedbloed en Aijen van Gilst worden hier en daar als medewaarnemers genoemd. Van Peter Meininger zijn tevens waarnemingen uit de periode augustus-november verwerkt (had hij wel tijdig doorgegeven, maar waren even kwijt geraakt). Vanaf 06/11 verbleef een Lisduiker op het Veerse Meer tussen de Dam en Veere. Spectaculair was de ontdekking van maar liefst vier exemplaren tesamen aldaar op 07/12 (JG, GD). Ook op 09 en 10/01 werden hier nog vier vogels gezien (PLM/ GD, RS). Op een heleboel andere data waden hier 1 of 2 vogels gezien. Op 13/02 zaten er nog twee (RS) en op 28/02 nog 1 (RS). Op hetzelfde traject pleisterde tussen 06/11 en 10/01 een onvolwassen Parelduiker /GD JG, JW, RS, TK, IG e.a..). Een vermoedelijke adult zat op 23/01 voor de Campveersche Toren (JW). Rood- keeldpikerg werden gezien op het Veerse Meer op 26/12 1 (IG), 24/12 2 (JL) en 13/02 1 (RS). Op 2&ö2zwomer eentje in de Buitenhaven van Vlissingen (PLM, PAW). 23 exemplaren vlogen op 22/02 in 2 uur tijd langs Westkapelle (TK, J W). Ook voor Kuifduikers was het Veerse Meer weerdé lokatie: 03/12 1 (JW), 07/12 4 (GD, J23 30/01 3 (JW/ GG, JG, MK) en 20/02 2 (JL). Daarbuiten werden exemplaren opgemerkt bij Neeltje Jans: 13/02 1 (RS), in de Westkape&cheKreek: 10/12-26/12 (TK, RS, GG), aan de buitenzijde van de Veeree Dam: 21/02 1 (RS)enbij Rarrmekens: 30/12 1 (RS). Rnndhakfnfftn pleisterden tussen de Dam en Van 07/12t/rn28/021 (cfiv.)en op 17/12 2 (JL). Op 08/01 was er 1 tp langs de Westkapelsche Zeedijk (JL), op 14/11 1 langs de Nolledijk (PLM) en op 12/02 2 langs de Oosterecheldekering (PLM, SL). Daarnaast zwom op 15/09 een exemplaar voor de zeedijk van Westkapelle (PLM). Het maximum aan Geoorde Futen was 22 op 23/01 langs de Polredijk (JW). Een surprise was de decemberwaameming van een Vaal Sformvogelfje op Sinterklaas langs Westkapelle (GD). Op 19/12 (2 adult) en 17/01 (1 adult) vlogen hier Jan van Gents langs (GD/ JL). Het schaarse wintervoorkomen van deze soort staat in schril contrast met de talrijkheid in sept-okt(bijv. 29 en 30/10/98 resp. 275 en 510 - Westkapelle (PLM e.a.). Noordse Stormvogels vlogen langs Westkapelle op 07/02 (10) en 22/02 (9) (GD/ TK, JW). Op beide dagen werd één exemplaar van de intermediaire vorm (geheel grijsbruin) waargenomen. Meldingen van grotere pijlstormvogels in februari voor de kust van België en Westkapelle betroffen mogelijk ook dergelijke vogels. Dode exemplaren werden opgeraapt bij Domburg op 16/02 3 en bij Oostkapelle op 25/02 5 (PLM). Er waren nagekomen meldingen van Grauwe Pijlstormvogels: 12/10 25 - Westkapelle (PLM) en 28/10 1 aldaar (PLM, P. de Vries). K nifa«kcholvere waren dun gezaaid: 19/12 1 - Westkapelle (GD) en o.a. op 16/10, 08/11 en 12/02 1 langs de Oosterecheldekering (PLM, PAW). Kwakken bleven zich showen in het Veeree Bos e.o.: van 29/11-19/12 2 adult en 1 le-jaare (PLM/ IG) en daarna tot 06/02 alleen nog een le-jaars (velen). Een aardige bonus vormde een Roerdomp op dezelfde lokatie op 09 en 10/01 (AvG, GD). Kleine Zilverreigers lieten zich makkefijkerMaschafeen: 13/12, 09, 10 en 12/01 1 Heggerereervaat Arnemuiden (KM, RS, PLM), 11/121 - Grijpskeike(GG\ 18+19/12 3 Oude Veereeweg (IG) en 20/12 1 aldaar (RS), 02/12 (4),

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 1999 | | pagina 13