i Zmatafiic, Lie. jaaxgnng »r 2
iiugwiliti f 7'7?
8
MIDWINTERTELLING 1999
Inleiding
Voor de zestiende achtereenvolgende maal werd op Walcheren deze telling gehouden.
In Nederland wordt deze telling sinds 1967 gehouden als onderdeel van de International
Waterfowl Census die door het International Waterfowl and Wetlands Research Bureau (IWRB)
wordt georganiseerd.
Smds 1993 is SOVON de landelijke coördinator, terwijl Gerard van Zuijlen als coördinator voor
Zeeland is aangesteld. Vanaf 1992 worden op Walcheren ook de in het binnenland pleisterende
meeuwen geteld. Bij de telling van dit jaar kwamen er een aantal bijzondere soorten bij die geteld
moesten worden. Zo moesten dit jaar alle Ijsvogels genoteerd worden. Deze bijzondere soorten
werden echter ieder jaar al bijgehouden.
Dit jaar vond de telling plaats in het weekend van 16 en 17 januari. Doordat niet iedereen op
dezelfde dag heeft geteld, is het mogelijk dat soorten welke zich veelvuldig verplaatsen dubbel
zijn geteld.
Het weer
Het telweekend en de weken daarvoor kenmerkte zich door relatief zacht winterweer met
temperaturen van c 10 C. De 16e januari was een winderige, regenachtige dag. De 17 dtwas een
betere dag om te tellen: zonnig en minder wind.
Resultaten
Door het zachte winterweer bleven de echte wintergasten zoals ganzen, zwanen, eenden en
zaagbekken achterwege op Walcherse bodem. Ook het Smelleken liet het dit jaar afweten. Wel
bracht dit weertype grote aantallen Kieviten en Goudplevieren. Tevens was de variëteit aan
steltlopers vrij groot.
Opvallend waren de grote aantallen
meeuwen en dan met name
Zilvermeeuwen. Erg leuk was
tevens het grote aantal Ijsvogels die
werden waargenomen. Het aantal
Eksters was maar mondjesmaat
Enkele soorten uitgelicht
Het aantal Dodaarzen bleef niet achter
met andere jaren. Er werden 122 ex.
gezien. Belangrijke plaatsen waren de
Westkapelse kreek (28 ex.) en de
grachten en vesten in Middelburg (25
ex.), terwijl 41% van de vogels zich
verspreid bevond aan
de oostzijde van het kanaal door
Walcheren. Slechts een klein gedeelte
(16%) was verspreid over de rest van
Walcheren.
f 7wlmpjr, I-ff jnnrtfnng nr rn/jpmnv Z999
9
Blauwe Reigers waren aanwezig over heel Walcheren en waren met 53 ex. goed
vertegenwoordigd.
Ganzen en zwanen
Het overwinterende aantal Knobbelzwanen op Walcheren is de afgelopen decennia toegenomen
en met 150 getelde ex. geeft deze soort zeker geen tegenvallend resultaat. Door het zachte
winterweer lieten de ganzen en zwanen ons eilandje links liggen. Er werden slechts 7 rietganzen
en 1 Rotgans gezien.
Eenden
Bergeenden werden daarentegen wel met een flink aantal gezien. Ook de Smient liet het met 19
exemplaren afweten. Er werd deze telling een nieuw record aan Wintertalingen gevestigd. Met
181 vogels bijna 2 maal zoveel als het vorige maximum aantal. Helemaal geen slecht resultaat
als men bedenkt dat deze soort in sommige jaren ontbreekt tijdens een MWT. Dit grote aantal
wend hoofdzakelijk gevormd door een groep van 179 exemplaren bij Ritthem. Ondanks het weer
werden toch nog 26 Middelste Zaagbekken, 17 Brilduikers en 2 Toppers genoteerd. De
Rammekenshoek en de Westkapelse kreek bleken de plekken te zijn om enkele Brilduikers te
zien.
Rallen
Waterrallen werden zoals gewoonlijk weer weinig gezien. Het werkelijke aantal zal zeker
heel wat hoger liggen. Door zijn onopvallend leefgedrag wordt deze soort nou eenmaal vaak
over het hoofd gezien. De twee vogels die werden opgemerkt bevonden zich bij Veere.
Steltlopers
De laatste jaren overwinteren steeds vaker Scholeksters binnendijks. Dat dit deze winter zeker
het geval was, blijkt uit het nieuwe record van 698 exemplaren. Door het ontbreken van een
vorstperiode was er geen vorsttrek en geen uitzonderlijke sterfte. Goudplevieren zijn gewoonlijk
nooit echt talrijk als wintergast. Een resultaat van 3107 vogels is dan ook te verklaren door het
zachte winterweer. Het grootste aantal vastgesteld is 4297 in 1984. Ook het aantal van 2518 in
1995 is niet slecht. De grootste groep van 2470 vogels werd gezien bij de Welzinge. De vier
Zilver plevieren die bij de Baaiweg, Westkapelle werden gezien zijn zeker erg leuk. Vaak
ontbreekt deze soort tijdens een MWT. De Kievit was deze telling goed vertegenwoordigd met
2551 stuks. Net als de Goudplevier trekt deze soort slechts weg bij een vorstperiode. Meestal
overwinteren er 200 - 500 vogels op Walcheren met uitschieters van 2999 ex. in 1984 en 2494
ex. in 1995.
Soorten als Kemphaan (n=2), Watersnip (n=l), Zwarte Ruiter (n=2), Witgat (n=2) en
Steenloper (n=l 10) maakten de telling qua soorten wat completer. Kemphanen en Zwarte
Ruiters worden weinig tijdens dit soort tellingen gezien. Ook Watersnippen worden tijdens deze
telling erg weinig geziea Net als de Waterral wordt deze soort gauw over het hoofd gezien. In
zachte winters overwinteren er mogelijk 250-350 Watersnippen op Walcheren.
Het aantal Witgatten is normaal. Meestal worden er 1 - 3 vogels tijdens midwintertellingen
gezien. Het aantal Steenlopers is afkomstig van 1 groep bij de Baaiweg, Westkapelle.